Qatar, het land dat Hamasleiders huisvest, gooit de handdoek in de ring. Het oliestaatje is voorlopig klaar met bemiddelen tussen Israël en Hamas. Maar dat zou weleens een groter gemis kunnen zijn dan het lijkt.
Al kort na het uitbreken van de oorlog tussen Israël en Hamas, op 7 oktober vorig jaar, diende zich een bemiddelaar aan: het kleine Qatar aan de Arabische Golf. Het land timmert al langer aan de weg, zoals voor iedereen duidelijk werd toen de meest recente wereldkampioenschappen voetbal er werden gehouden. Bij die opstelling past ook prima het onderhandelen bij grote conflicten in de regio.
De leider van dit land, emir Tamim ibn Hamed Al Thani, staat erom bekend dat hij ruimte biedt aan geluiden die elders in de regio niet worden getolereerd. Zo is Qatar de thuisbasis van de grote Arabische zender Al Jazeera, die relatief veel ruimte biedt aan de Moslimbroederschap en aan de Taliban. Om die reden is Al Jazeera in diverse Arabische landen verboden.
Bovendien huisvest Qatar de top van Hamas, al jarenlang. Zo was Hamasleider Ismail Haniyeh tot zijn dood afgelopen juli een ingezetene van Qatar. Toen hij op reis was in Iran, zag het Israëlische leger zijn kans schoon en liquideerde hem.
Politiek voetbal
Nu heeft Qatar besloten geen bemiddelaar meer te willen zijn tussen Hamas en Israël. Volgens de leiders in Doha, de hoofdstad van Qatar, zijn de verschillende partijen niet echt geïnteresseerd in vrede. Die onderhandelingen zijn „politiek voetbal” geworden en de bemoeienis daarbij begint negatief af te stralen op het land.
Maar was Qatar, met zo’n verleden, überhaupt wel een serieuze, neutrale bemiddelaar? Het antwoord is complexer dan het lijkt. Qatar heeft jarenlang de top van Hamas gehuisvest, dus zo op het oog lijkt dat genoeg reden om te zeggen: nee, Qatar is niet neutraal en stond aan de kant van Hamas.
Niet voor niets oefenen de Amerikanen al jaren druk uit op de Qatari’s om hun banden met Hamas te verbreken, maar op een korte onderbreking na hebben de leiders van Qatar daar nooit in toegestemd. Republikeinse senatoren in de Verenigde Staten zijn daar kwaad over. Zij vinden dat Qatar veel meer had kunnen doen om Hamas tot een overeenkomst te dwingen, en de Israëlische premier Netanyahu denkt er net zo over.
Neutrale grond
Toch is het te kort door de bocht om te concluderen dat Qatar dus op de hand is van Hamas. Het kantoor van Hamas in Doha werd in 2012 juist geopend op verzoek van de Amerikaanse regering-Obama, die min of meer neutrale grond zocht om met Hamas te kunnen praten. Iets soortgelijks gebeurde met de Taliban.
Dat Qatar nu steeds meer kritiek krijgt van Israël en de Verenigde Staten op iets wat ooit door de Amerikanen zelf werd voorgesteld, valt dan ook niet goed in Doha. Het lijkt een van de belangrijkste redenen te zijn dat Qatar zich nu terugtrekt als bemiddelaar: de Qatari’s voelen zich gebruikt.
Hoe dat ook zij, feit is dat er nu helemáál geen communicatiekanaal meer is tussen Israël en Hamas. Dat helpt niet om een overeenkomst over de gijzelaars te bereiken. Het zou daarom best kunnen dat de regering-Biden, die graag nog een vredesdeal ziet voordat president Joe Biden het Witte Huis verlaat, Qatar gaat vragen om het besluit ongedaan te maken. Waarbij de emir vast ja zegt als Biden maar diep genoeg door de knieën gaat.