De Nicolaaskerk in Oldenzijl is onlangs overgedragen aan de stichting Groninger Kerken. Het ”pronkjewail” uit de dertiende eeuw is zo verzekerd van een goede toekomst.
Om twaalf uur ’s middags begint de klok van de Nicolaaskerk, aan de rand van het dorp Oldenzijl in Noord-Groningen, te luiden. Om aandacht te krijgen is dat niet nodig. Het kerkgebouw heeft schoonheid van zichzelf. Omringd door een kerkhof met oude grafzerken is de kerk een pronkstuk, een ”pronkjewail”.
Je ziet de ouderdom ervan af, bijvoorbeeld in de hoge plaatsing van de ramen, die duiden op een romaanse oorsprong. Het is ook te zien aan de halfronde apsis aan de oostkant met de decoraties boven de stenen bogen. Er zijn zelfs een paar in steen uitgehakte kopjes bij. „Deze kerk van Europees niveau is het omrijden waard”, stelt Jur Bekooy, bouwkundige bij Groninger Kerken. Terloops wijst hij op de Bijbeltekst Jesaja 2:3 op de muur. „Daar was vroeger de ingang. Die is tijdens een grote restauratie in 1952 verplaatst.”
„Deze kerk van Europees niveau is het omrijden waard” - Jur Bekooy, bouwkundige Groninger Kerken
Bij binnenkomst wacht een nieuwe verrassing: het interieur uit de dertiende eeuw oogt authentiek. De vraag is wel wat oorspronkelijk is en wat niet. Authentiek zijn bijvoorbeeld de nissen in de apsis en de boogvormige zuilen met de bakstenen kapitelen die ruw aanvoelen. Maar het blauwgeverfde houten plafond is van veel jonger datum, evenals de gewone kerkbanken en de herenbanken die dateren uit de protestantse tijd. De kansel is gemaakt in 1768, staat erop.
Bekooy wijst naar het orgel. „Dat is hier in 2019 gekomen. Er was hier wel een orgel, maar dat was klein. De kerk in het naburige Garsthuizen werd afgebroken . Toen we een plaats zochten voor het Van Oeckelenorgel kwam het hier terecht. Het past goed.”
Verantwoordelijkheid
Dat vindt ook Marja Spakman, secretaris van Stichting Nicolaaskerk Oldenzijl. Die is in 2006 opgericht, met als doel het behoud van de kerk. „Zowel kerkelijk betrokken mensen als mensen die niet naar de kerk gaan, zijn donateur. We hebben al die jaren gezorgd voor het onderhoud van het gebouw en hebben zo nodig subsidie aangevraagd. Dat gebeurde bijvoorbeeld voor de realisering van een toilet en een keukentje in het gebouw. Die ruimtes zijn goed weggewerkt, zodat ze niet opvallen.”
De stichting organiseerde hier van alles. Zo is er nu de foto-expositie ”Hoogtepunten 17 jaar Stichting Nicolaaskerk Oldenzijl”. De foto’s zijn zo geplaatst dat ze passen bij het interieur. Verder worden hier onder andere concerten en bijeenkomsten gehouden.
Het werd voor de stichting steeds moeilijker, niet alleen vanwege de financiën, maar ook de leeftijd van de bestuursleden speelde mee. „De verantwoordelijkheid drukte zwaar. We hadden al lang goede contacten met Groninger Kerken, die regelmatig advies gaf. We zijn blij dat op deze manier de toekomst van het kerkgebouw geborgd is.”
Bruidsschat
De overdracht vond plaats op 20 september. Groninger Kerken werd eigenaar van de Nicolaaskerk in Oldenzijl voor het symbolische bedrag van 1 euro. Daarnaast leverde de stichting een ”bruidsschat”. „Zo is er een startkapitaal”, aldus Bekooy.
De bouwkundige herinnert eraan dat de kerk in Oldenzijl in het verleden al betrokken was bij activiteiten van Groninger Kerken, zoals bij het project Landmerken. Voor de toekomst denkt hij aan het kunstproject ”Monnikenwerk” of muzikale samenwerking met cultuurcentrum Spot in Groningen, „en uiteraard aan culturele activiteiten samen met andere kerken”.
De Nicolaaskerk is overdag altijd open. Bekooy: „Ongeveer zestig kerken van onze stichting zijn dagelijks open voor het publiek. We zetten natuurlijk geen zilveren avondmaalsstel neer, maar we bergen ook niet alles op. Diefstal uit onze kerken komt nauwelijks voor.”
Kerkgebouwen zijn in toenemende mate populair bij de bevolking, stelt Bekooy. „Je ziet dat met een stichting als deze die de kerk voor het dorp wilde behouden. Er komt emotie vanuit de inwoners van het dorp. Maar ook de ziel van het gebouw wordt gewaardeerd. In veel van onze kerken kunnen de mensen een kaarsje branden. Daarvan wordt goed gebruik gemaakt.”