Als de nachten langer worden en de herfst zijn intrede heeft gedaan, wordt de kans op vorst in de nachten steeds groter.
Soms wordt de eerste nachtvorst eind september al geregistreerd, soms moet worden gewacht tot half november, maar er komt een moment dat je ’s morgens buiten komt en ziet en voelt dat het heeft gevroren.
Voor een fotograaf die graag de natuur in gaat is zo’n ijzige nacht een goede reden om extra vroeg op te staan. Het is een bekend verschijnsel dat de temperatuur rond zonsopkomst zijn laagste waarde bereikt. De kans dat er een mooie nevel over de heide ligt en alles is bedekt met een laagje rijp, is groot. Als de zon dan boven de bomen uitkomt en de schepping een gouden gloed geeft, kan de fotograaf zijn geluk niet op.
Dat vingers en tenen er bijkans afvriezen wordt op de koop toe genomen, want eerst moeten er zo snel mogelijk mooie platen worden gescoord. De zonsopkomst duurt altijd veel korter dan je denkt en door niet goed op te letten zou je het beslissende moment zomaar kunnen missen.
En als de zon meer kracht krijgt en de rijp verandert in miljoenen druppeltjes, groeit het begrip voor de Rijke Bramenplukker uit het sprookje van schrijver Bomans: „Zie”, placht hij ’s morgens te zeggen, „die zilveren parels op de bloemen! Voor wie anders liggen al die diamanten over het gras gestrooid dan voor mij? Wat ben ik rijk!”