Nederlandse grensregio’s boos over grenscontroles; „We zetten de klok veertig jaar terug”
Nederlandse grensregio’s zijn niet te spreken over de controles die het kabinet wil invoeren bij de Duitse en Belgische grens. „We zetten de klok veertig jaar terug.”
Vertragingen, economische nadelen en een vermindering van de sociale cohesie. Daarvoor vrezen Nederlandse en andere Europese grensregio’s, naar aanleiding van het toenemend aantal grenscontroles in Europa.
Grensregio’s kijken met verbazing naar het razende tempo waarop in Europa de open grenzen onder druk staan. Duitsland controleert sinds negen maanden de Zwitserse, Oostenrijkse, Poolse en Franse grens en sinds half september ook onder andere die met Nederland. Frankrijk start deze week met controles en ook het Nederlandse kabinet is van plan eind november grenscontroles in te voeren.
„Als mensen echt willen, vinden ze wel een doorgang zonder controle” - Joris Bengevoord, burgemeester van Winterswijk
Vorige week sprak de Association of European Border Regions (AEBR), waarin meer dan honderd grensregio’s verenigd zijn, haar zorgen uit over de controles. In de resolutie waarschuwen de grensgebieden voor negatieve gevolgen voor bewoners en bedrijven. „Al die grenscontroles kosten tijd en dus geld. We zien het al op de A1, waar de controles bij de Duitse grens voor files zorgen. Niemand zit daarop te wachten,” zegt Joris Bengevoord, vicevoorzitter van de AEBR en burgemeester van Winterswijk.
Verwijdering
Ook zijn de grensregio’s bang dat het mensen van elkaar verwijdert. Nu werken aangrenzende regio’s vaak met elkaar samen, bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs en mobiliteit. „Mensen leven met elkaar. Nu creëren we weer een grens, terwijl we juist zo hard hebben gewerkt om die te laten verdwijnen”, aldus Bengevoord.
Dit is een stap terug, meent hij. „We moeten juist trots zijn als Europa dat we elkaar kunnen vertrouwen. We zetten de klok veertig jaar terug.” In zijn eigen gemeente Winterswijk is hij bang dat zijn inwoners continu gehinderd zullen worden. „Je wilt niet twee keer per dag een controle hebben als je net over de grens werkt.”
Bijna 30 procent van de Europeanen woont in grensgebieden, blijkt uit berekeningen van de Europese Commissie. Hun belang moet ook meegewogen worden, zegt een bezorgde Bengevoord. „Je kunt iets bedenken in Den Haag, maar dan moet je ook realistisch naar de gevolgen kijken.”
Laatste redmiddel
De grensregio’s wijzen er bovendien op dat grenscontroles alleen als laatste redmiddel ingezet mogen worden. Daarbij verwijzen ze naar het Akkoord van Schengen, waarin staat dat grenscontroles uitsluitend mogen worden ingesteld bij ernstige verstoring van de openbare orde of als de binnenlandse veiligheid in het geding is.
„We zijn daar nog niet. Er zijn nog stappen te zetten,” aldus Bengevoord. Volgens hem zijn de strengere controles een schijnoplossing. „Als je echt iets aan illegale migratie wilt doen, dan moet je als Europa juist gaan samenwerken. Niet aan de binnengrenzen, maar aan de buitengrenzen.”
Hij denkt dat de strengere controles weinig effect zullen hebben en beschouwt het vooral als symboolpolitiek. „Als mensen echt willen, vinden ze wel een doorgang zonder controle. En mensenhandelaren geef je ook extra macht. Die hebben dan de mogelijkheid te claimen tóch iemand de grens over te kunnen smokkelen.”