Het kabinet is bereid volgend jaar extra geld uit te trekken voor Oekraïne als dat nodig blijkt. Het zou daar dan „echt zonder meer positief naar kijken”, verzekert premier Dick Schoof.
Oppositiepartijen als D66 en GroenLinks-PvdA drongen in het debat over de aanstaande EU-top aan op duidelijkheid van Schoof over financiële steun aan Oekraïne in de komende jaren. De coalitie heeft afgesproken dat Nederland „Oekraïne politiek, militair, financieel en moreel actief en onverminderd blijft steunen zolang als dat nodig is”. Dat stelt Oekraïne-gezinde oppositiepartijen nog niet gerust, omdat die steun van de grootste regeringspartij, de PVV, niet zo nodig hoeft. Uit de begroting bleek ook nog eens dat Oekraïne volgend jaar minder geld uit Nederland tegemoet kan zien dan in 2024. En voor daarna staan nog geen bedragen ingeboekt.
Schoof houdt vol dat hij geen bedragen wil noemen, omdat Oekraïne er over twee jaar misschien heel anders voorstaat. De steun in 2025 is alleen minder omdat er geld naar voren is gehaald en al dit jaar wordt besteed. De financiële hulp blijft „onverminderd”, en „gelet op dat uitgangspunt” weet Schoof zeker „dat we het gewoon zullen doen” als Oekraïne om hulp vraagt. Daar „hoeft echt niemand zich zorgen over te maken”.