”Nee tegen autocraten”, ”Orbán hartje Poetin” en ”Democraten tegen autocratie”. Affiches van de progressieve politieke families maken bij binnenkomst in het Europees Parlement duidelijk dat de gemoederen verhit zijn.

Eurofracties grijpen de komst van de Hongaarse premier aan om zich te profileren.  ”Wij gaan de confrontatie met Orbán aan” , beloven de christendemocraten (EVP). Europarlementariër Daniel Freund van de Groenen –een uitgesproken criticus van Orbán– opent een expositie met als titel  ”Waar is ons geld, Orbán?”  De liberale fractie Renew geeft een workshop over de ontmanteling van de democratische rechtsstaat in Hongarije.

Na twee keer uitstel is de Hongaarse premier woensdag in het hol van de leeuw om het halfjaarlijks voorzitterschap van Hongarije van de Raad van de Europese Unie te presenteren. Iedere lidstaat mag om de beurt een halfjaar de EU-ministerraden voorzitten. Dit halfjaar is het aan Boedapest.

Illegale migratie leidt tot een toename van antisemitisme, vrouwenhaat en homofobie” - Viktor Orbán, premier van Hongarije

Realiteitszin

Ook in 2011 was zijn land EU-voorzitter. Maar nu noemt Orbán de situatie „veel ernstiger”. De premier noemt „de conflicten in Oekraïne, het Midden-Oosten en Afrika, de migratiecrisis en het gebrek aan concurrentiekracht” als problemen van deze tijd.

„De EU moet veranderen”, meent Orbán. Hij stelt in zijn programma  voor met een nieuwe Europese concurrentiedeal te komen waarin „met realiteitszin” de groene transitie wordt bekeken en industrie centraal staat. De illegale immigratie wil Orbán stoppen door de Europese buitengrenzen steviger te bewaken en asielzoekers buiten de EU op te vangen. Ook stelt hij voor kandidaat-lidstaten in de Westelijke Balkan –vooral Servië– snel toe te laten.

In de toespraak zitten typisch ”Orbaniaanse” elementen waarin de Hongaarse premier ongezouten kritiek levert op de EU. Het verbod op de verbrandingsmotor –per 2035– is volgens Orbán een „voorbeeld van een slechte aanpak”. De groene transitie noemt hij „geen oplossing”. „Het knotsgekke Europese asielsysteem werkt simpelweg niet.” En „illegale migratie leidt tot een toename van antisemitisme, vrouwenhaat en homofobie. Of je het leuk vindt of niet, dit zijn de kale feiten.”

Intifada

Zijn uitspraken kunnen rekenen op boegeroep van links, terwijl de rechterflank van het parlement luid applaudisseert. Een twintigtal linkse Europarlementariërs heffen het ”Bella ciao” aan, een strijdlied dat tijdens de Tweede Wereldoorlog in Italië populair werd onder partizanen die zich verzetten tegen het fascisme.

In het debat dat volgt, wordt flink van leer getrokken tegen Orbán. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen verwijt hem de problemen van illegale migranten „over de schutting van je buurman te gooien”. Ook bekritiseert ze het visumbeleid, waarbij Russen zonder extra controles in Hongarije mogen werken.

Ook de fractievoorzitters van de christendemocratische EVP, de sociaaldemocratische S&D, de Groenen, het liberale Renew en Links hekelen Orbán om het beknotten van het demonstratierecht, de verplichting om voor een abortus naar het hartje te luisteren en de corruptie in het land. „Meneer Orbán u bent de pest; Peter Magyar is de toekomst”, roept EVP-fractievoorzitter Manfred Weber verwijzend naar dé politieke tegenstander van de premier – die tot de EVP behoort en in een latere speech de interne Hongaarse politiek van de regering aan de kaak stelt.

Ook de door Orbán opgerichte Eurofractie –waar ook de PVV in huist– krijgt er van de sprekers van langs. Van alle Eurofracties spreken alleen die Patriotten voor Europa zonder bedenking steun uit voor de Hongaar.

„Een politieke intifada”, pareert Orbán de kritiek. „Ik had graag met jullie in gesprek gegaan het over het programma van mijn voorzitterschap, maar ik merk dat jullie niet geïnteresseerd zijn.” Ook reageert hij kritisch op de reactie van Von der Leyen. „De Europese Commissie is nu een politiek orgaan geworden.”  Voor de politieke fracties heeft Orbán maar één woord: „Ik kwam hier om het EU-voorzitterschap te presenteren. Maar jullie hebben er een partijpolitieke clash van gemaakt.”