BinnenlandGeloof en suïcide
Worsteling met suïcidale gedachten: „De moed gleed als zand door mijn vingers”

Petra* merkte in het diepste dal van haar suïcidale gedachten dat God haar niet loslaat. „Als ik eraan denk dat Hij mij opraapte toen ik zo diep was weggezonken, kan het zomaar ineens zingen van binnen.”

Petra* is chronisch depressief. „Er zit een heel stuk schaamte bij, tegenover andere mensen en tegenover God.” beeld André Dorst
Petra* is chronisch depressief. „Er zit een heel stuk schaamte bij, tegenover andere mensen en tegenover God.” beeld André Dorst

„Een jaar of vijftien geleden ben ik in een heel diepe depressie terechtgekomen. Zoiets gebeurt niet in één keer. Ik gleed steeds verder de put in. Het heeft denk ik wel een halfjaar geduurd voor ik op het diepste punt was beland. Ik ging ertegen opzien om een praatje te maken met collega’s. Ik ging me ergeren aan het praten van de kinderen in de klas – ik werkte op een basisschool. Ik werd minder flexibel, werd sneller boos. ’s Ochtends uit bed komen werd steeds lastiger, het was een hele worsteling om de dag weer te beginnen.

Dat proces gaf me een gevoel van wanhoop. Ik moest voor mezelf erkennen dat er iets was. Maar depressieve gedachten zijn tegelijk heel ongrijpbaar. Ik ging bijvoorbeeld slechter slapen, terwijl ik mijn slaap juist hard nodig had. Maar ik had er geen grip op. Vroeger vond ik het heerlijk om mijn tuin bij te houden, nu zag ik het onkruid groeien. Eerst pluisde ik de krant altijd helemaal uit, nu interesseerde het me niets meer wat er in de wereld gebeurde. Ik merkte bij mezelf dat dit gebeurde, maar ik kon het niet omdraaien.

Ik zocht naar moed om uit bed te komen, aan het werk te gaan. De Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer heeft gezegd dat iedere dag een nieuw begin van je leven is. Daar klemde ik me aan vast. Misschien gaat deze dag beter dan de vorige, dacht ik dan. Misschien heb ik vandaag wel weer plezier in de kinderen op school, zoals ik dat altijd had. Misschien smaakt het eten vandaag wel weer lekker. Misschien maak ik vannacht wel weer een goede nacht. Maar dan was de dag weer slechter dan de vorige, lag ik weer vanaf 2.00 uur ’s nachts te piekeren. De moed gleed als zand door mijn vingers. Het maakte me heel erg wanhopig.

Op een gegeven moment kreeg ik suïcidale gedachtes. Ik had geen grond meer onder de voeten en was zo ver weg dat ik niet meer wilde leven. Ik kwam niet meer in de kleren, ging niet meer onder de douche en at niet meer. Als ik op de snelweg reed, had ik de neiging om met mijn auto tegen een vrachtwagen aan te rijden. En ik ging rommelen met mijn medicijnen; soms nam ik ze niet, soms juist te veel. Op dat dieptepunt, ik zat toen al in de ziektewet, ben ik opgenomen, omdat het te gevaarlijk was om nog thuis te zijn. Ik woon alleen.

„Ik kwam niet meer in de kleren, ging niet meer onder de douche en at niet meer” -  Petra*, is chronisch depressief

Meerdere keren ben ik in het ziekenhuis beland na een suïcidepoging. Het was weleens heel kritiek. Ik mag dan ook wel zeggen dat ik hier nog zit omdat de Heere waakte over mijn leven. Eens was ik van plan om mezelf van het leven te beroven toen er ineens een voorbijganger naar me toe kwam en vroeg: „Mevrouw, wat gaat u doen?” Ik heb dat echt ervaren als de hand van God. Alsof Hij zei: „Ik wil niet dat jij dit doet. Mijn tijden zijn niet in jouw hand.” Op die plek heb ik later een herdenkingssteentje gelegd met ”Eben-Haëzer” erop.

Ik heb een positief Godsbeeld, zoals Bart van den Brink dat in zijn proefschrift noemt (zie ”Op het snijvlak van geloof en suïcide”). Vanuit mijn jeugd heb ik dat niet echt meegekregen. Bij ons thuis hing het geloof er een beetje bij. Maar later heb ik echt mogen ervaren dat God niet wil dat mensen verloren gaan, maar dat Hij ze wil behouden. Ik ben er zelf het levende voorbeeld van dat Hij mensen wil opzoeken.

Ik zou mijn ervaring niet durven vertellen als iedereen mijn naam en foto erbij ziet staan. Alleen een paar goede vriendinnen, mijn predikant en mijn hulpverleners weten van mijn psychische strijd. Er zit een heel stuk schaamte bij, tegenover andere mensen en tegenover God.

„Ik ben er zelf het levende voorbeeld van dat Hij mensen wil opzoeken” -  Petra*, is chronisch depressief

Toch wil ik graag mijn verhaal doen. Mijn vertrouwen op de Heere is weleens heel ver weg geweest. Ik durfde met mijn suïcidale gedachten soms niet naar Hem te gaan. Maar tegen anderen die hiermee worstelen zou ik willen zeggen: Juist ook met de donkerste gedachten mag je bij de Heere komen. „Die uw leven verlost van het verderf”, staat er in Psalm 103. Dat is Gods woord en dat blíjft waar, ook al ervaren wij het niet meer.”

Petra is een gefingeerde naam. Haar echte naam is bij de redactie bekend.

Denkt u aan zelfdoding? Praat erover. Neem gratis en anoniem contact op met Stichting 113 Zelfmoordpreventie via 0800-0113 of 113 (24 uur bereikbaar) of chat op 113.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer