Binnenland

Een antiek meubel vertelt een verhaal

„Een oude kast draagt een geschiedenis met zich mee. Die vasthouden en je erin verdiepen, dat boeit. Daarbij raak je nooit uitgeleerd”, vertelt meubelrestaurator Matteo Visser in zijn Dordtse atelier.

Jan Willem Stolk
30 September 2024 15:35Gewijzigd op 30 September 2024 16:09
beeld Jan Willem Stolk
beeld Jan Willem Stolk

Vissers honderden jaren oude pand bevat verschillende werkruimten vol machines, beitels en andere gereedschappen, potten met lijm en politoer en antiek hout. Natuurlijk staat ook hier en daar een antiek meubeltje te pronken. Matteo (1973) is gespecialiseerd in het restaureren van meubelen en antieke houten objecten uit de 17e, 18e en 19e eeuw, zoals klokkasten, barometers, beelden en objets d’art uit bijvoorbeeld China, Japan en de voormalige koloniën.

De meubelrestaurateur -„Restaurator”- heeft al vele antieke kabinetten, pastoorskasten, poort- en toogkasten en meubels uit verschillende stijlperioden onder handen gehad. Zijn klanten variëren van particulieren tot musea, antiquairs en verzekeringsmaatschappijen. Hij steekt niet alleen de handen uit de mouwen, maar hij denkt ook vaak over de aspecten van zijn vak na. Dat maakt dat hij er uren over kan vertellen.

Neem de Nederlandse 17e-eeuwse kast. „Die is top. Hij is veel verfijnder dan de kasten uit de ons omringende landen uit die tijd. Het heeft te maken met de suppletie van materiaal. Het eikenhout haalden de Nederlanders uit Oekraïne, Polen en de Baltische staten. Turkije voorzag ons van notenhout. Zwart ebbenhout uit Madagaskar gebruikten we voor versiering. In de 18e eeuw werd Frankrijk toonaangevend en in de 19e gold dat voor Engeland en het oude Habsburgse gebied. De meubelen hebben esthetisch en technisch een ontwikkeling doorgemaakt. Zo raakten bijvoorbeeld vanaf ca 1760 de pen-gatverbindingen uit het zicht door het gebruik van fineer. Ook werden er door de jaren heen steeds meer meubeltypes toegevoegd. Een bankstel kende men in de 17e eeuw bijvoorbeeld nog niet.”

Respect

**** Als kind snapte Visser al niet dat je spullen weg zou gooien als je ze ook kon herstellen. „Restaureren, repareren, conserveren, herstellen – het zit gewoon in mijn aard. Als je een stuk erfgoed weggooit, gooi je een stuk geschiedenis weg. Je weet later niet meer dat het bestond. Er was iemand die 100 of 300 jaar geleden zo’n kast maakte; dat koester je toch? Dat is respect voor het leven hebben.”

„Als je een stuk erfgoed weggooit, gooi je een stuk geschiedenis weg.” - restaurator Matteo Visser

Visser had het geluk dat hij vroeger als jongen een eigen werkplaats in de garage had; daar kon hij van alles maken. Na de basisschool ging hij op de lagere technische school (lts) een bouwrichting volgen. Bouwen is nog steeds zijn tweede passie. „Ik heb een groot pakhuis ontworpen en de afgelopen jaren vier rijksmonumenten gerestaureerd.” Op de middelbare technische school (mts) volgde hij de richting meubilering en houtcollege. Daar maakte hij kennis met de specialisatie ”Meubel en restauratie”. Tijdens een stage ging hij twee maanden als restaurator op Paleis Noordeinde aan de slag.

Na zijn schoolopleiding werkte hij ruim acht jaar bij het gerenommeerde restauratieatelier De Woonstee in Dordrecht. Zijn opleider was Arie van der Linden. Sinds 2002 is Visser zelfstandig restaurator in Dordrecht en heeft hij het werk van De Woonstee overgenomen. Hij is voorzitter van ARA Nederland, de belangenvereniging voor zelfstandige restauratoren en hun klanten en een van de oprichters van het Restauratoren Register.

Markt ingestort

De markt voor antieke meubelen is inmiddels behoorlijk ingestort, stelt Visser. Een eigenaar van een antieke kast die in de vorige eeuw nog vele duizenden guldens kostte, mag blij zijn als hij er op Marktplaats nog een paar honderd euro voor krijgt. De Dordtenaar heeft er wel een verklaring voor: „Men zegt dat de jeugd geen interesse in antiek heeft. Maar de jeugd weet niet eens dat het bestaat. De woonbladen hebben er geen aandacht voor, want die worden gedicteerd door de grootwinkelbedrijven. Verder hebben oude meubels om verschillende redenen een negatief imago gekregen. Tussen 1990 en 2000  zag men oude meubels als belegging, maar nu niet meer. Ook worden bepaalde antieke meubelen geassocieerd met de oude meuk van oma. Dat is jammer, want als je in een modern interieur een mooie, antieke kast zet weet je niet wat je ziet! Je moet het gewoon eens in het echt beleven; het patina bijvoorbeeld en de verhoudingen. Industrieel design komt helaas veel beter over op monitoren, omdat het in de beeldschermperiode is ontworpen.’’

Visser vindt bovendien dat Nederlanders een gering cultuurbesef hebben. „België zet veel meer in op klassieke meubelen en Frankrijk en Duitsland zijn ook chauvinistischer. Ik moet wel zeggen dat RD-lezers doorgaans cultuurbewuster zijn dan andere Nederlanders. Het koesteren en behouden van waarden en tradities is bij hen nog een deugd.”

Contact met klant

De toestand van een object en de wensen van een klant zijn het uitgangspunt om tot een afgewogen restauratievoorstel te komen. Na een verzoek om prijsopgave, vaak per e-mail, wordt de toestand van het object beoordeeld. Met de klant worden kwesties als schade, leeftijd, stijlperiode, ontstaansgebied, de gebruikte houtsoorten en de daaruit volgende restauratiemogelijkheden besproken. Daarna volgt er een schriftelijke offerte waarin de belangrijkste restauratiehandelingen staan. Na akkoord wordt een restauratietermijn afgesproken. Bij grote en complexe opdrachten wordt er bij de oplevering meestal een digitale fotoserie gedeeld.
„Ik ben van mening dat een gerestaureerd object technisch in orde moet zijn”, benadrukt Matteo. „Deuren moeten kunnen draaien en sluiten, lades soepel kunnen schuiven. Een restauratie mag echter niet ten koste gaan van de authenticiteit, die staat voorop. Gebruikte materialen en methodieken moeten hetzelfde zijn als degene die zijn toegepast in de periode waarin het object ‘geboren’ is. Ik gebruik daarom weleens oude kasten als donoren.”

„ Ik gebruik weleens oude kasten als donoren”” - restaurator Matteo Visser

Kunst is emotie en daar moet je zorgvuldig mee omgaan, vindt Visser. „Ook als het om kleine dingen gaat. We moesten eens een meubelstuk restaureren en constateerden net voor de oplevering dat er nog een piep in de deurtjes zat. We dachten het later te verhelpen, maar toen de klant het kwam ophalen, zei die: „Wat ben ik blij dat die piep er nog in zit! Die vormt een persoonlijke herinnering voor mij.” Dus zelfs zo’n piep is belangrijk.”

Keuzes maken is iets wat bij iedere restauratie terugkomt. Soms moet je helemaal terugrestaureren naar de tijd waarin het object werd gemaakt, soms ook niet, stelt Visser. „Neem een klokkast uit 1680 of 1725 met prachtige pootjes uit de 19e eeuw. Die ga je toch niet door originele exemplaren vervangen?!”

Toekomst

Ondanks de afnemende  interesse in het antieke meubel ziet Visser geen sombere toekomst voor het vak van restaurator. „Hobbyisten verdwijnen langzaam maar zeker; klanten zien steeds meer in dat ze voor de restauratie van hun meubel een specialist nodig hebben. Net als voor een schilderij. Er is een jonge generatie restauratoren die zeer vakbekwaam en gemotiveerd zijn en hun aantal blijft stabiel.”

Visser vermoedt dat er toch nog een opleving in de interesse voor antiek gaat komen. „Ik voorzie dat jongeren zich op een gegeven moment gaan afvragen wat er vroeger is gemaakt. Bovendien is een nieuw meubel vaak duurder dan een antiek exemplaar, zelfs al laat je het restaureren. Verder verandert de perceptie van mensen gelukkig ook. De waarde van een object wordt steeds minder uitgedrukt in vluchtig geld. Er wordt steeds meer gekeken naar de waarde van een object zelf; naar het oude vakmanschap. En het idee dat we zuinig met grondstoffen moeten omgaan, wordt steeds belangrijker.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer