BuitenlandOmkoping

Waarom het Italië niet lukt de corruptie uit te roeien

De burgemeester van Venetië wordt vervolgd, omdat hij zich zou hebben ingelaten met een onbetrouwbare Chinese projectontwikkelaar. Ook zijn wethouder is gearresteerd. Hij zou nog eens zo’n 73.000 euro aan contanten in zijn zak hebben gestoken.

24 September 2024 17:14
De voormalige Italiaanse premier Silvio Berlusconi (1936-2023) is, ondanks 32 rechtszaken tegen hem wegens fraude, omkoping, verduistering, belastingontduiking, valsheid in geschrifte, valse getuigenis en prostitutie van minderjarigen, slechts één keer veroordeeld. beeld AFP, Andreas Solaro
De voormalige Italiaanse premier Silvio Berlusconi (1936-2023) is, ondanks 32 rechtszaken tegen hem wegens fraude, omkoping, verduistering, belastingontduiking, valsheid in geschrifte, valse getuigenis en prostitutie van minderjarigen, slechts één keer veroordeeld. beeld AFP, Andreas Solaro

De affaire is niet nieuw voor Venetië, waar tien jaar terug 35 politici, ambtenaren en zakenlieden –onder wie de toenmalige burgemeester, de gouverneur van de regio Veneto en de generaal van de fiscale opsporingsdienst– werden gearresteerd wegens een miljoenenfraude bij de aanleg van de stormvloedkering MOSE.

De gouverneur van de regio Lazio, Giovanni Toti, en een plaatselijke havenbaron kregen in mei huisarrest na een smeergeldonderzoek waarbij de directeur van het havenbedrijf van Genua in de gevangenis terechtkwam. Dat verhinderde Toti niet om nog drie maanden lang in functie te blijven en pas eind juli af te treden.

In Rome werden in augustus acht gemeentelijke functionarissen gearresteerd, die tegen fikse betaling een oogje hadden dichtgedaan bij illegale bouwactiviteiten door lokale ondernemers. In het zuidelijke Bari kwam deze zomer –dankzij door de carabinieri geplaatste afluisterapparatuur– een gigantische fraude bij de bouw van een coronahospitaal aan het licht.

Politici

Het is maar een beperkte keuze uit de tientallen grote en kleine omkoopschandalen die elke week in de Italiaanse media staan. De meeste daarvan halen de landelijke pers niet en slechts zelden leiden affaires tot grote ophef. Ook niet wanneer er politici vanaf het eerste uur bij betrokken zijn.

„De meeste schandalen halen de landelijke pers niet”

Zo kon parlementariër Augusta Montaruli worden benoemd tot staatssecretaris voor Universiteit en Onderzoek in de regering van premier Giorgia Meloni, ondanks een veroordeling tot anderhalf jaar cel wegens fraude met onkostenvergoedingen. Haar collega van Cultuur, Vittorio Sgarbi, die al meermaals is veroordeeld wegens laster en valsheid in geschrifte, zag geen noodzaak om af te treden toen hij vorig jaar werd beschuldigd van kunstdiefstal. De huidige minister van Toerisme, Daniela Santanchè –ze is sinds dit voorjaar verwikkeld in een proces wegens subsidiefraude en bedrieglijke bankbreuk– blijft ook rustig zitten en een door de oppositie tegen haar ingediende motie van wantrouwen haalde het niet.

De voormalige gouverneur van Lombardije, Roberto Formigoni, werd in 2015 aangeklaagd wegens fraude, corruptie, valsheid in geschrifte en criminele bendevorming. Maar hij bleef politiek actief en gaf zijn zetel als senator pas op toen hij in 2019 daadwerkelijk de cel in moest. Vijf jaar en tien maanden werden na vijf maanden omgezet in huisarrest. Vorige maand kon hij als staatsman weer schitteren op de Meeting van Rimini, een jaarlijkse massabijeenkomst van rooms-katholieke jongeren.

In de regio Lazio barstte in 2012 een schandaal los toen bleek dat regionale afgevaardigden de hun door de overheid toegekende vergoedingen voor partijwerk hadden besteed aan vakanties, restaurants en andere persoonlijke luxe. Enkele jaren daarvoor was al gebleken dat de leider van de partij Lega Nord, Umberto Bossi, en zijn entourage maar liefst 49 miljoen euro aan overheidssubsidies hadden verspild, onder meer om voor Bossi’s zoon Renzo een doctorstitel te kopen bij een particuliere universiteit in Tirana.

Verzanden

Corruptie is ook in Italië een serieus vergrijp, waarop zowel voor de gever als de ontvanger tot tien jaar gevangenisstraf staat. Politie en justitie doen hun werk, zodat ook regelmatig grote en kleine gevallen van corruptie worden blootgelegd.

Maar het fenomeen lijkt niet af te nemen. Dat komt deels omdat de kans om daadwerkelijk in de cel te komen niet zo groot is. De gerechtelijke molen werkt traag, zodat veel processen verzanden door het verstrijken van de verjaringstermijn. Veroordelingen tot twee jaar worden automatisch omgezet in voorwaardelijk en af en toe zorgt een amnestieregeling voor strafvermindering. Zodoende zuchtten eind 2022 in de Italiaanse kerkers slechts zo’n 300 veroordeelden wegens corruptie, witwassen, handel met voorkennis en zwart geld. Dat is nog geen 1 procent van het totaalaantal gedetineerden. Zet dat af tegen Duitsland  – bijna 10 procent en Frankrijk –  ruim 7 procent.

„Volgens sommige historici is het Romeinse Rijk aan corruptie ten onder gegaan”

Cicero

Ook de publieke opinie lijkt matig geïnteresseerd. Corruptie heeft in Italië nu eenmaal een lange historie. De Romeinse redenaar Cicero werd beroemd door zijn aanvallen op de inhalige Siciliaanse gouverneur Verres. En volgens sommige historici is het Romeinse Rijk aan corruptie ten onder gegaan.

Minder ver terug –maar niet minder legendarisch– was de zelfverrijking van de gerarchi: lokale fascistische potentaten. In het naoorlogse Italië werd corruptie oogluikend toegestaan. Onder het motto van de zevenvoudige premier Giulio Andreotti: „De wet pas je toe op vijanden; voor vrienden interpreteer je haar.”

Rond 1990 was de politiek-zakelijke corruptie zo normaal geworden dat een gezegde luidde: „De christendemocraten stelen voor zichzelf, de communisten voor de partij en de socialisten voor allebei.”

In de jaren 1992 tot 1994 leek er een kentering te komen. Het gerechtelijk onderzoek Schone Handen legde gigantische smeergeldnetwerken bloot. Honderden politici, ambtenaren en zakenlieden kwamen voor de rechter. De voornaamste politieke partijen hieven zich op of veranderden van naam.

Berlusconi

Uiteindelijk bracht die chaos geen schone lei voort. Silvio Berlusconi, die een kwarteeuw de Italiaanse politiek overheerste, was juist het prototype van de sjoemelaar. In verschillende rechtszaken bleek dat hij een rechter had omgekocht om zich het tijdschrift Panorama toe te eigenen, senatoren had betaald om de regering van zijn rivaal Romano Prodi ten val te brengen, en jonge vrouwen had beloond om voor hem gunstige getuigenissen af te leggen over zijn „elegante diners”.

Berlusconi stond als beklaagde in 32 rechtszaken wegens fraude, omkoping, verduistering, belastingontduiking, valsheid in geschrifte, valse getuigenis en prostitutie van minderjarigen. In dertien zaken werd hij vrijgesproken, in achttien gevallen kwam het door verjaring, sepot of amnestie niet tot een definitieve veroordeling.

Dat had Berlusconi te danken aan een leger advocaten, die de processen eindeloos rekten. Maar ook door de door zijn regering ingediende wetten, zoals de halvering van de verjaringstijd voor fraude en corruptie, het decriminaliseren van boekhoudfraude en een verbod om de zittende premier te berechten. Ondertussen werden de magistraten die hem beschuldigden door de in Berlusconi’s bezit zijnde televisiezenders, zijn kranten en zijn partij, systematisch zwartgemaakt, zodat de voorheen bejubelde rechters nu zelf in de beklaagdenbank terechtkwamen.

Uiteindelijk werd Berlusconi slechts eenmaal daadwerkelijk veroordeeld: tot drie jaar en zes maanden wegens belastingontduiking. Maar door een kwijtscheldingsdecreet ging daar drie jaar van af. Uiteindelijk bestond zijn straf uit het af en toe een bezoek brengen aan een bejaardentehuis. De boodschap was duidelijk: corruptie komt voor tot in de hoogste kringen en wie slim genoeg is, komt er nog mee weg ook. Veel Italianen leggen zich daarbij neer. De Milanese luchthaven Malpensa is in juli officieel vernoemd naar Berlusconi.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer