BinnenlandVorming christelijke leraren

Van Olst: Terugtrekken in eigen bubbel voor christelijke pabostudent geen optie

Hoe vorm je christelijke pabostudenten in een samenleving die niet langer christelijk is? Juist door hen zich doelbewust aan die maatschappij te laten verbinden, benadrukt Peter van Olst in zijn promotieonderzoek. „Terugtrekken in je eigen bubbel is voor een leerkracht geen optie.”

18 September 2024 06:44Gewijzigd op 18 September 2024 07:54
Peter van Olst. beeld Anton Dommerholt
Peter van Olst. beeld Anton Dommerholt

Van Olst herinnert het zich nog goed. Het is 2017 en hij is pakweg een jaar terug uit Ecuador, waar hij als evangelist werkte voor de Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG). Als kersverse Driestarmedewerker woont hij samen met zijn collega’s een lezing bij in de Goudse Sint-Jan. Patrick van Schie, directeur van de TeldersStichting, het wetenschappelijk bureau van de VVD, pleit daar voor het afschaffen van de onderwijsvrijheid. Want, zo vindt de VVD-prominent, reformatorische scholen indoctrineren kinderen én leveren geen bijdrage aan de integratie. En dus kan artikel 23 maar beter worden geschrapt.

Het eerste argument van Van Schie vindt bij Van Olst weinig weerklank. Maar dat reformatorische scholen geen bijdrage leveren aan de integratie: daarmee houdt Van Schie volgens hem de Driestarcollega’s terecht een spiegel voor.

De observatie van de directeur van de TeldersStichting sluit namelijk aan bij wat hij het afgelopen jaar zelf ook constateerde. „Toen ik na tien jaar Ecuador weer in Nederland ging wonen, viel me op dat de Nederlandse samenleving superdivers was geworden. Ik kwam terug in een geïndividualiseerde en gefragmenteerde maatschappij, met weinig sociale cohesie. Mensen leven in bubbels langs elkaar heen. De overheid maakt zich natuurlijk zorgen over dat gemis aan onderlinge verbinding in de samenleving. En ik eigenlijk ook.”

„Mensen leven in Nederland in bubbels langs elkaar heen, dat baart me zorgen” - Peter van Olst, promovendus

Distantiëren

Op het zendingsveld was Van Olst gewend zich onder te dompelen in de cultuur waarin hij werkte. „Juist vanuit de gedachte dat je op die manier als christen tot zegen kunt zijn. Contextualisatie, noemden we dat; je sluit steeds aan op de ontwikkelingen in de maatschappij.”

Als personeelslid van Driestar hogeschool valt hem echter op dat die houding binnen het reformatorisch onderwijs niet de boventoon voert. Zo proeft hij veel voorzichtigheid en terughoudendheid over het burgerschapsonderwijs dat de overheid van scholen vraagt, en waarmee ze het actieve burgerschap van scholieren wil bevorderen. „Is dat wel wenselijk, onze leerlingen mee te laten doen in een maatschappij die zich verder van haar christelijke wortels vervreemdt”, zo vroegen schoolleiders en leerkrachten zich af. Wíllen we onze kinderen wel opleiden tot een burger van deze samenleving? Kunnen we onszelf niet beter wat meer distantiëren?”

Kritische distantie is prima, vindt Van Olst. „Maar de samenleving de rug toe keren kan principieel niet. Voor een leerkracht is dat geen begaanbare weg. Want je kunt de diversiteit in de maatschappij lastig vinden en terugverlangen naar de christelijke samenleving die we eens waren; maar een leraar mag daar niet in blijven hangen. Leerlingen komen terecht op allerlei posten in de maatschappij. Het is als leerkracht je moeilijke, maar ook mooie taak om ze daarop voor te bereiden.”

Leerlijn

In zijn proefschrift, dat hij vrijdag verdedigt aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA), gaat Van Olst in op de vraag wat dat betekent voor christelijke lerarenopleidingen. Hoe kunnen zij hun studenten vormen, zodat die hun leerlingen kunnen voorbereiden voor het staan in een gefragmenteerde samenleving?

Juist voor een opleidingsinstituut als Driestar hogeschool is die vraag belangrijk, stelt de promovendus. „Het gros van de studenten komt uit een reformatorisch gezin en wil werken op een reformatorische school. Hoe kun je er als lerarenopleiding voor zorgen dat ze trouw blijven aan hun uitgangspunten, maar tegelijk ook voeling hebben met de maatschappij?”

In zijn dissertatie combineert Van Olst theologisch onderzoek met een meer praktijkgerichte aanpak. Vier jaar lang volgde hij groepen Driestarstudenten die werken of stagelopen op scholen van allerlei levensbeschouwelijke en maatschappelijke snit. De uitkomsten verwerkte hij mede in de nieuwe Driestaropleiding, onder meer in een leerlijn voor (wereld)burgerschap. „We verbinden de nieuwe leerlijn aan het Bijbelse begrip sjalom: vrede op grond van gerechtigheid. Het wijst op de noodzaak van het zoeken van herstel van verbinding, met de Heere, zichzelf, de naaste en de wereld.” De studie van Van Olst maakt deel uit van een groter onderzoeksproject waaraan meerdere scholen en lerarenopleidingen deelnamen.

Uit een van de enquêtes die Driestarstudenten en -docenten bij de start van uw onderzoek invulden, bleek dat een groot deel van hen behoefte had aan bredere burgerschapsvorming – buiten de eigen gemeenschap. Wat willen studenten precies leren?

„Studenten zien dat de maatschappij seculariseert en individualiseert. Ze beseffen dat ze zelf leven in een relatief homogene bubbel en daarmee wat op afstand van de samenleving staan. Tegelijkertijd vinden ze het belangrijk dat ze hun toekomstige leerlingen kunnen leren hoe die op een positieve, betrokken manier hun plaats in die maatschappij kunnen innemen. Want die worden bankier, zorgmedewerker of gaan werken op een seculier kantoor. Studenten willen breder gevormd worden, en meer kennismaken met de samenleving buiten de christelijke wereld. Ze hebben de behoefte hun eigen binnenwereld in hun opleiding te leren verbinden met die brede samenleving.”

„Studenten willen breder gevormd worden, en meer kennismaken met de samenleving buiten de christelijke wereld” - Peter van Olst, promovendus

Maar een kleiner deel heeft die behoefte niet. Uit de enquêteresultaten bleek dat bij sommige studenten ook weerstand was. Moeten we ons niet vooral richten op vorming in de eigen traditie, zo klonk onder meer.

„Dat klopt. En ik snap die weerstand ook wel. In het onderzoek is de vraag gesteld hoe je het op een vruchtbare manier allebei kunt doen: meer onderdompelen in de eigen traditie en tegelijk meer naar buiten gaan. We ontdekten ook bij studenten dat het eigene pas echt reliëf en waarde krijgt als je weet hoe zich dat verhoudt tot alles wat er in de samenleving gebeurt.”

Groen van Prinsterer zei ooit: In het isolement ligt onze kracht.

„Ja, alleen dit is typisch een uitspraak die vaak verkeerd wordt uitgelegd. Groen van Prinsterer bedoelde zeker niet te zeggen dat christenen zich moeten terugtrekken in sociale en geografische bubbels. Hij stond zelf ook volop in de maatschappij. Nee, hij wilde daarmee zeggen: de kracht van christenen ligt in het alleen durven staan, in het vasthouden van de eigen identiteit – juist als die tegen het denken van de meerderheid ingaat.”

En dus moeten christelijke lerarenopleidingen hun studenten de maatschappij insturen?

„Inderdaad. Want wanneer studenten buiten hun comfortzone worden geplaatst beginnen ze zichzelf te ontdekken. Het risico van alleen maar in je eigen omgeving zijn, is dat er maar zelden fundamenteel aan je overtuigingen wordt geschud. En daarnaast ben je dan ook niet present in de samenleving en kun je de leerlingen dus ook niet leren hoe je dat nu doet: op een positieve manier als christen staan in een gefragmenteerde maatschappij.”

En dan is de vraag: hoe geef je dat meer naar buiten gaan als christelijke lerarenopleiding vorm? Welk antwoord geeft uw onderzoek daarop?

„Twee kernzaken zijn daarbij belangrijk. Namelijk beginselvastheid en openheid. Wat in mijn onderzoek opviel is dat studenten de neiging hebben bij te kleuren, zodra ze zich buiten de christelijke wereld begeven. Als ze bijvoorbeeld gaan lesgeven op een multi-etnische school oefenen ze opeens veel technischer hun vak uit. Ze brengen hun diepste overtuigingen dan niet ter sprake, vanuit de gedachte dat daarvoor toch wel geen ruimte zal zijn.

Daarnaast is er het gevaar van een wat starre, niet nieuwsgierige houding. Bij Driestarstudenten proef je een grote trouw aan hun opvoeding. Dat is mooi. Maar het kan ook zorgen voor een wat krampachtige opstelling richting de ander. Zo van: wij weten hoe het zit en kunnen niets leren van andere mensen. Als dan bijvoorbeeld een collega of leerling iets deelt over de manier waarop hij of zij in het leven staat, is er gelijk de reflex om te zeggen: ja, maar zo zit het echt. Maar dan ontstaat er natuurlijk geen open gesprek. Dat is niet de houding waarvan we willen dat studenten die hun leerlingen leren.

De ervaringen in bijvoorbeeld de stages bleken voor veel studenten een eyeopener. Juist omdat ze merkten dat er wel degelijk ruimte was voor een open gesprek over hun identiteit. Angst voor het onbekende, voor de ander, bleek hier ook weer een heel slechte raadgever. Het is juist heel verrijkend om je als reformatorische student in een andere omgeving te begeven, vonden de studenten. Juist omdat je dan gedwongen wordt na te denken over waar je echt voor staat en op die manier je eigen identiteit steviger maakt.”

„De ervaringen in stages op bijvoorbeeld multi-etnische scholen bleken voor veel studenten een eyeopener” - Peter van Olst, promovendus

Dus meer stages buiten de bubbel voor Driestarstudenten?

„Inderdaad. Op de hogeschool hebben we bijvoorbeeld een verplichte burgerschapsstage ingevoerd. En via internationale projecten stimuleren we onze studenten ook zich in een bredere context te begeven.”

Tegelijkertijd: alle stages ten spijt, het gros van de Driestarstudenten beweegt zich alsnog voor het overgrote deel binnen de eigen gemeenschap. In hoeverre is het dan reëel te verwachten dat zij hun leerlingen echt breed kunnen vormen?

„Om leerlingen breed te vormen, moet je zelf ook breed gevormd zijn. Op dit vlak deden we binnen Driestar hogeschool in het verleden meer dan nu, het naar buiten gerichte was wat uit het systeem geraakt. Die trend proberen we dus nu weer wat te keren.

Tegelijkertijd blijft Driestar natuurlijk een relatief homogene wereld. Dat hoeft wat mij betreft ook niet te veranderen. Het mooie van een christelijke lerarenopleiding is dat je intern kunt werken aan verdieping van de eigen overtuiging. Bijvoorbeeld door studenten de belijdenisgeschriften te laten bestuderen, hen in kleine leergemeenschappen woorden te laten geven aan het geloof, dagopeningen te laten verzorgen. Ook dat zijn zaken die binnen Driestar een plek krijgen. Maar het is wel belangrijk onszelf niet te veel naar binnen te keren. Onze samenleving heeft behoefte aan christelijke leraren die weten waarvoor ze staan, maar ook beseffen dat ze zichzelf niet mogen terugtrekken uit de maatschappij.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Studenten

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer