„Dit was zeker geen revolutionaire troonrede”, reageerde Paul Bovend’Eert dinsdag desgevraagd. Toch signaleerde de emeritus hoogleraar staatsrecht aan de Radboud Universiteit een paar opmerkelijke ontwikkelingen. „Het is wel een ruk naar rechts.”
Het valt Bovend’Eert op dat het huidige kabinet een andere toon aanslaat dan de vier kabinetten-Rutte. „Je ziet grote accentverschillen. De klimaatverandering is bijvoorbeeld naar de achtergrond verdwenen, terwijl die in het vorige kabinet prominent aan de orde kwam. Met asielbeleid is het precies andersom. Arbeidsmigratie moet aan banden worden gelegd, evenals de toestroom van buitenlandse studenten. Bij de paragraaf landbouw en mestcrisis zie je eveneens een forse verschuiving. Terwijl het vorige kabinet volop inzette op stikstofreductie, zoekt dit kabinet naar andere oplossingen.”
Hoewel de VVD een constante factor is in het huidige kabinet, zorgt de partij niet voor continuïteit, constateert de hoogleraar. „Vooral de andere partijen drukken een fors stempel op het voorgenomen beleid. De migratieparagraaf komt bij de PVV vandaan, van de NSC zijn de onderdelen arbeidsmigratie en bestaanszekerheid. De BBB van Caroline van der Plas neemt de boerenparagraaf voor haar rekening.”
In hoeverre komt er dan nog iets terug van het wensenlijstje van de VVD?
„De VVD heeft haar eigen stokpaardjes. De invloed van de VVD blijkt vooral uit de continuïteit in het buitenlands beleid. Bijvoorbeeld de blijvende steun voor Oekraïne en de versterking van de nationale veiligheid in NAVO-verband.”
Mist u ook iets in de troonrede?
„Vorige kabinetten benadrukten altijd de samenwerking met de Europese Unie in de troonredes. Maar ik zie vandaag weinig lovende woorden over de EU en Brussel. Maar goed, een meerderheid van de kiezers wilde dit.”
Hoe zou u deze troonrede omschrijven?
„Als het gaat om de voornemens van dit kabinet, is er sprake van een duidelijke trendbreuk. Impliciet geeft de troonrede af op het zogenoemde falende beleid van de voorgaande kabinetten. Er vallen harde woorden over de kwaliteit van het onderwijs. Vooral in het basisonderwijs zou de beheersing van de basisvaardigheden onder de maat zijn. In de gezondheidszorg slaat het nieuwe kabinet een andere richting in, onder meer door het eigen risico te halveren.”
„Impliciet geeft de troonrede af op het zogenoemde falende beleid van de voorgaande kabinetten” - Paul Bovend’Eert, emeritus hoogleraar Radboud Universiteit
Welke rode draad hebt u ontdekt in de troonrede?
„Die heb ik niet ontdekt. Maar daarmee wil ik niet beweren dat het een onsamenhangend geheel is. Je ziet de prioriteiten die de vier coalitiepartijen per se in het regeringsprogramma wilden opnemen. Die komen hier in hoofdlijnen terug.”
Is er dan wel een gemene deler aan te wijzen?
„Waar alle vier de partijen het over eens zijn, is de aanpak van de woningnood. Maar verder kan ik geen overkoepelend thema ontdekken. Het is een opsomming van beleidsprioriteiten van de verschillende ministeries.”
Wat vindt u opmerkelijk aan deze troonrede?
„Het NSC-thema van de rechtsstaat. De partij van Omtzigt maakt zich sterk voor bestuurlijke vernieuwing, een nieuw kiesstelsel en een transparante informatievoorziening door de overheid. Maar daar lees ik niets over terug.
Dat de troonrede begon met de sportprestaties van Nederland deze zomer, heeft er denk ik mee te maken dat zowel Schoof als de koning fervente sportliefhebbers zijn.”
Wat is uw conclusie over deze troonrede?
„Kort gezegd, het is geen revolutionaire, maar wel een interessante troonrede. Ze geeft immers de aanzet voor de vorming van nieuw beleid. Je leest geen hoogdravende motto’s, maar vooral zakelijke nuchterheid. Maar uit de gelegde accenten blijkt duidelijk dat dit kabinet een ruk naar rechts heeft gemaakt.”