Nabestaanden krijgen na meer dan dertig jaar inzage in dossiers over de vliegramp in de Bijlmer, waarbij 43 mensen omkwamen. Ds. Otto Ruff begeleidt nabestaanden van de dodelijke vliegramp in de Bijlmer. „Het leven is in Christus, ook ondanks dood en verderf bij de Bijlmerramp.”
Het Nationaal Archief in Den Haag maakte dinsdag 27 dossiers over de vliegramp van 4 oktober 1992 openbaar. Het volledige archief bestaat uit 81 dossiers, 4 audio- en 6 video-opnamen. Sommige stukken blijven geheim. De Tweede Kamer stemde vorig jaar in met een motie van Kamerlid Pieter Omtzigt (NSC), die vroeg om openbaarmaking.
Op zondagavond 4 oktober 1992 stortte een Boeing 747-vrachtvliegtuig van El Al neer op twee flatgebouwen in de Bijlmermeer. Het toestel van de Israëlische maatschappij was kort daarvoor opgestegen van Schiphol. Bij de ramp kwamen 43 mensen om het leven en werden veertig appartementen weggevaagd.
Nog altijd zijn er veel vragen over onder andere de oorzaak, de vliegroute en de lading. Het is bijvoorbeeld nog steeds een raadsel waarom de cockpitvoicerecorder nooit is teruggevonden. Ook is het niet duidelijk wie de mannen in witte pakken waren die ooggetuigen op de ramplocatie zagen.
Opborrelen
Nabestaanden verwachten geen opzienbarende dingen uit de openbaar gemaakte dossiers, zegt ds. Otto Ruff (65) uit Hoofddorp, die al vele jaren nabestaanden en overlevenden van de vliegramp begeleidt. Het doorspitten van de stukken vergt volgens hem veel tijd en grote deskundigheid. „Ik verwacht niet veel nieuws. Bovendien wordt slechts een deel openbaar gemaakt. De rest blijft nog onder de pet.”
De vliegramp houdt de nabestaanden nog altijd bezig, maar minder intens dan in de eerste jaren, zegt ds. Ruff, die net met pensioen is. „Vergeet niet dat we nu 32 jaar verder zijn.” Toch „borrelt” de vliegramp nog altijd bij nabestaanden, bijvoorbeeld als de herdenking op 4 oktober nadert. „De vliegramp zal altijd een rol van betekenis blijven spelen in het leven van deze mensen. Dat kan niemand meer weghalen.” Ds. Ruff kwijt zich dan van zijn pastorale taak. „Ik bel soms mensen. Of ik ga met iemand eten.”
„Ik moet de boodschap brengen dat er leven is in Christus aan mensen wier leven is ontwricht ” - ds. Otto Ruff, predikant werkzaam onder nabestaanden Bijlmerramp
De belangrijkste kwesties die nabestaanden bezighouden, zijn volgens de predikant de vraag welke vracht zich aan boord van het El Al-toestel bevond en wat de relatie daarvan is tot hun gezondheidsklachten. „Ik hoop dat de publicatie van de stukken nabestaanden enigszins duidelijkheid verschaft.”
Geschonden
Ds. Ruff is blij dat de overheid een aantal dossiers Vliegramp Bijlmermeer openbaar maakt. „Dit is een stap in de goede richting. Laten we echter niet te hard juichen. Het vertrouwen in de overheid is geschonden. Dat is met deze openbaarmaking niet terug.”
De overheid heeft volgens ds. Ruff „te veel fouten” gemaakt na de vliegramp. Door een gebrek aan informatie zijn gebeurtenissen een eigen leven gaan leiden. „In de Bijlmer liepen inderdaad mannen met witte pakken rond, maar door gebrekkige informatievoorziening doen verhalen de ronde dat dit bijvoorbeeld agenten van de Mossad zijn geweest.”
Den Haag heeft niet geleerd van de Bijlmerramp, stelt ds. Ruff met pijn vast. De predikant wijst erop dat na de vliegramp nieuwe schandalen zijn ontstaan door toedoen van de overheid, zoals de problemen rond de toeslagen en de aardgaswinning in Groningen. „De overheid moet een beschermheer zijn. Een instantie die een arm om de schouder van burgers in nood legt. De overheid is daar na de vliegramp opnieuw niet in geslaagd.”
Trauma
De vragen over de vliegramp houden niet alleen de nabestaanden van het eerste uur bezig, maar vooral ook de zogeheten tweede generatie. „Kinderen die de gebeurtenissen hebben meegemaakt, zijn nu rond de veertig jaar. Zij worstelen nog altijd met de naweeën, nog meer dan de oudere generatie. Probleem daarbij is dat de ouderen vaak nauwelijks willen praten over de ingrijpende gebeurtenissen. Een bekend verschijnsel na een trauma. Daar hoeven we het wiel dus niet opnieuw voor uit te vinden.”
Ook al blijft het verdriet, verreweg de meeste nabestaanden hebben het verlies van dierbaren een plek kunnen geven. Maar niet iedereen. Een moeder uit de Bijlmer die bij de vliegramp meerdere kinderen verloor, worstelt nog altijd intens met het grote verlies. „Ze heeft in één klap, van het ene op het andere moment, alles verloren”, legt ds. Ruff uit. De vrouw, oorspronkelijk afkomstig uit een Afrikaans land, verblijft in het buitenland. „Ze kan het verlies geen plek geven. Ze zegt: 4 oktober is ook mijn dood geworden.”
„Archief Bijlmerramp slechts deels openbaar; de rest blijft onder de pet” - ds. Otto Ruff, predikant werkzaam onder nabestaanden Bijlmerramp
De vrouw wil al een aantal jaren terugkeren naar Amsterdam. „Om toch zo dicht mogelijk bij haar omgekomen kinderen te zijn”, legt ds. Ruff uit. De pastor is voornemens haar situatie aan te kaarten bij burgemeester Femke Halsema van Amsterdam. Ds. Ruff hoopt daarbij op „coulance” van minister Faber (PVV) van Asiel.
Opstanding
Ds. Ruff zegt zich niet te kunnen neerleggen bij de pijn en het onverwerkte verdriet van de vrouw. „Vanuit mijn opdracht en mijn geloof als predikant kan ik dit op grond van de opstanding van Jezus Christus niet accepteren. Jezus Christus is opgestaan, door de dood heen. Er is in Zijn naam nooit een ”vaarwel”, maar altijd een ”tot ziens”. We zullen elkaar weer terugzien. De boodschap dat er leven is in Christus moet ik als predikant in Zijn naam en door Zijn Geest brengen aan mensen van wie het leven ontwricht is. Ook als mensen het niet willen horen.”