Coalitiepartijen VVD en BBB zien weinig in een plan waar minister Van Hijum (Sociale Zaken) eerder deze week mee op de proppen kwam. De minister overweegt een verbod op uitzendwerk in sectoren waar arbeidsmigranten slecht behandeld worden.
Dat bleek woensdag toen de Tweede Kamer met minister Van Hijum debatteerde over arbeidsmigratie.
Wat VVD-Kamerlid Aartsen betreft is een verbod op uitzendwerk voor een sector als geheel op dit moment „een heel aantal stappen te ver”. De minister zou volgens Aartsen bedrijven die arbeidsmigranten slecht behandelen gericht moeten aanpakken. „Met het voorstel van de minister gaan de goeden onder de kwaden lijden”, zei de VVD’er.
BBB-fractievoorzitter Van der Plas is het met haar coalitiegenoot eens. „Dit voorstel roept bij ons veel vragen op”, zei Van der Plas. Ze wees erop dat sectoren waar arbeidsmigranten slecht behandeld worden verschillende initiatieven nemen om daar iets aan te doen.
GL-PvdA-Kamerlid Patijn daarentegen wil net als SP-collega Van Kent dat de minister zo snel mogelijk werk maakt van het verbod.
„Met het voorstel van de minister gaan de goeden onder de kwaden lijden” - Thierry Aartsen, VVD-Kamerlid
Voor Van Hijum zijn misstanden in met name de vleessector aanleiding voor een steviger aanpak. Een aantal uitzendbureaus maakt op grote schaal misbruik van ontslag op staande voet, meldde de Arbeidsinspectie in mei. Werknemers van veelal niet-Nederlandse afkomst verliezen daardoor van de ene op de andere dag hun inkomsten. Volgens de Arbeidsinspectie is dit 7000 keer voorgekomen in de periode 2020 tot 2022 bij de dertien onderzochte uitzendbureaus.
Hardnekkig
In het debat blikte minister Van Hijum kort terug op de ontwikkelingen op dit dossier in de achterliggende vijftien jaar. De minister was als CDA-Kamerlid eveneens verantwoordelijk voor de portefeuille Sociale Zaken. De aanpak van vorige kabinetten „is te lang te vrijblijvend gebleven”, zei hij. „Een aantal misstanden blijkt hardnekkig. Het is de Tweede Kamer en regering niet gelukt daar verandering in te brengen.”
Van Hijum ontkrachtte dat een sectorverbod „bluf” zou zijn. Op dit moment wordt er door zijn ministerie een „technische verkenning” uitgevoerd naar de maatregel. De minister wil het als „laatste redmiddel” achter de hand houden, zodat het kan worden ingezet op het moment dat de maat vol is.
VVD-Kamerlid Aartsen is er „blij mee” dat Van Hijum het verbod als een laatste redmiddel ziet. BBB-collega Van der Plas meent dat de maatregel in strijd is met het hoofdlijnenakkoord. Volgens Van der Plas gaat het om een nationale kop op Europees beleid; Van Hijum bestrijdt dat. „Ik maak me niet zo’n zorgen over de nationale kop. De zorg is of we niet door de nationale bodem zakken. Dat is het probleem”, aldus de minister.