Goed nieuws: vrijhandelsverdrag EU en Latijns-Amerika komt eraan
De Europese Unie en de Mercosur-landen (een douane-unie tussen Brazilië, Argentinië, Paraguay en Uruguay) zijn van plan voor het einde van het jaar hun handtekeningen te zetten onder een vrijhandelsverdrag. Dat lieten beleidsmakers uit beide unies onlangs weten.
Dat zou het slotstuk zijn van de onderhandelingen die circa twintig jaar hebben geduurd en eerder dit jaar voor niets leken te zijn geweest toen Frankrijk zich tegen dat verdrag uitsprak. Onduidelijkheid over de vraag of de Mercosur-landen zich wel in zullen zetten voor het klimaat en gevolgen op de landbouwsector waren de redenen die Parijs aandroeg, een rookgordijn voor gewoonweg een lange Franse traditie: protectionisme staat daar best hoog in het vaandel. Parijs is doorgaans voor vrijhandel als daardoor Franse bedrijven elders makkelijker kunnen verkopen zonder dat dat andersom ook geldt.
Hoewel de EU met de dag en op meerdere fronten –denk aan economisch beleid, begrotingsbeleid en monetair beleid– meer en meer op de Franse leest lijkt geschoeid te zijn, wordt er van tijd tot tijd tegengas gegeven. Zoals met betrekking tot het vrijhandelsakkoord met Mercosur. Omdat op dat terrein de EU-lidstaten geen vetorecht hebben, moest Frankrijk meerdere medestanders in de EU vinden om het verdrag definitief van de baan te krijgen. En dat is niet gelukt. Onder meer Duitsland en Spanje en landen uit het noorden van Europa maakten zich sterk vóór het verdrag.
Dat is goed nieuws. Vrijhandel heeft namelijk, op termijn, veel economische voordelen, bijvoorbeeld dat wij als consumenten betere én goedkopere producten kunnen kopen en meer keuze hebben omdat spullen worden gemaakt daar waar dat het meest efficiënt kan.
Dat houdt op zijn beurt ook de inflatie laag en jaagt de groei aan, onder meer via meer innovatie. Vrijhandel betekent namelijk meer concurrentie voor bedrijven. Om die strijd te winnen, moeten bedrijven blijven innoveren, innoveren wordt een must. Door vrijhandel verspreiden die innovaties, nieuwe technologieën en toepassingen daarvan zich vervolgens makkelijker over de hele wereld, waardoor productie efficiënter wordt.
Natuurlijk zijn er mindere kanten aan vrijhandel. Meer concurrentie leidt tot banenverlies in bedrijven en sectoren die niet concurrerend genoeg zijn. Maar dat is een effect op de korte termijn. Het is ook een effect waarvoor geldt dat de overheden de gedupeerden kunnen beschermen en begeleiden naar ander werk. Het geld daarvoor is er ook, mede door hogere groei dankzij vrijhandel.
Politici zoeken hun heil in protectionisme omdat de vermeende voordelen ervan, bijvoorbeeld behoud van banen in inefficiënte bedrijven en sector, op korte termijn optreden en de kans op hun herverkiezing vergroten. Op middellange termijn is de prijs echter zeer hoog, in de vorm van lagere groei, hogere inflatie en meer ongelijkheid. Nederland is zeer welvarend geworden, vooral door eeuwen van handel met de rest van de wereld. Winnaars van protectionisme, de tegenhanger van vrijhandel, zijn inefficiënte bedrijven en sectoren. De verliezer is de economie en de maatschappij als geheel.
De auteur is econoom en beheerder bij beleggingsfonds Hoofbosch.