Mijlpaal in de Goese Sionkerk (gg)
De gereformeerde gemeente in Goes bestaat anderhalve eeuw. Het geeft veel herinneringen, ook aan oud-ambtsdragers. „Soms mannen met groot gezag die toch heel ootmoedig waren.”
Ouderling A.J. Fierloos zet een zwarte lantaarn op de tafel in de consistoriekamer. In het ijzeren ‘museumstuk’ brandde vroeger een kaars. Daarmee werd bij stroomuitval het portaaltje verlicht in de Beth-Elkerk, waar de gemeente van 1889 tot 1953 diensten hield. „De kerk tussen de poorten”, in de volksmond.
Fierloos, die 34 jaar ambtsdrager is, heeft dat meegemaakt. Samen met de diakenen J.J. Hoekman en M.G. de Rijder en koster H.C. Spaanderman vertelt hij over de Goese gemeente. Over het ledenaantal dat rond 1985 een hoogtepunt bereikte (1885), even zakte, maar rond 2005 opnieuw boven de 1800 uit kwam.
Nu zijn het er zo’n 1300. Tal van mensen zijn naar omliggende dorpen getrokken toen daar grote aantallen nieuwe huizen werden gebouwd. Enkele dorpsgemeenten zijn daardoor sterk gegroeid. In Goes ging ook een aantal leden over naar de hervormde en later naar de hersteld hervormde gemeente.
Mede door de aanwezigheid van woonzorgcentrum Rehoboth is de gemiddelde leeftijd van de gemeenteleden vrij hoog: 41 jaar. „We hebben jaren gehad dat er meer begrafenissen dan dopelingen waren.”
Een vroegere predikant van de gemeente, ds. A.F. Honkoop, woonde hier na zijn emeritaat opnieuw en is hier ook overleden. „Toen hij niet meer kon preken, zat hij naast me in de kerk”, zegt diaken De Rijder. „Als er leesdienst was, boog hij zich na een aantal zinnen naar me toe en zei: „Dat is een preek van…” en dan noemde hij een naam. Wanneer die naam aan het eind van de dienst werd genoemd, knikte hij me toe: het klopte.”
Doordachte vorm
De Sionkerk, in gebruik sinds 1979, werd gebouwd in de tijd dat Goes nog was aangewezen als groeistad. Ze telt 1850 zitplaatsen, en als de zaal erbij getrokken wordt, zijn het er 2200. Tot de coronatijd was één vak afgesloten. „Dat doen we niet meer”, zegt koster Spaanderman. „De mensen kunnen nu ruim zitten.” De kerkenraadsleden hebben nog steeds een lege bank als tussenruimte.
De banken staan in waaiervorm rond de kansel. „Dat is nu normaal, maar was destijds modern. Het interieur is nog origineel, alleen zijn alle lampen vervangen door ledverlichting.” Architect J. Valk uit Soest gaf het exterieur de vorm van gevouwen handen. De kerkgangers komen binnen onder de toren, onder het Flentroporgel door.
Het orgel in de consistoriekamer is door een gemeentelid gebouwd. Een deel van het pijpwerk dateert uit de negentiende eeuw.
Klokgebeier
Drie keer per zondag roept de 1700 kilo zware bourdonklok de Goesenaren naar het bedehuis. En om het uur laat hij weten hoe laat het is. Althans overdag. „Iemand klaagde dat het geluid ’s nachts te hard is. Daarom slaat de klok na 23.00 uur niet meer.”
Goes is een importgemeente. „Slechts 24 procent van de leden is in Goes geboren, waarbij Geluk de meest voorkomende naam in de gemeente is. Onder de oudste vijftig leden zijn slechts twee geboren Goesenaren. De onderlinge verbondenheid blijkt onder meer uit het vele vrijwilligerswerk dat er wordt gedaan. Onze gemeente zet zich ook actief in voor de ouderen, voor de jeugd en voor evangelisatie. De afgelopen jaren zijn enkele mensen van buiten de kerk naar de diensten gekomen.”