God heeft beloofd dat de waarheid zou zegevieren in de strijd tegen de leugen. „Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad; datzelve zal u de kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen” (Gen. 3:15). Hier is Hij, Die van de Vader daartoe verkoren en gezonden is om de waarheid te laten zegevieren. Hij is van de Vader als Zijn eniggeboren Zoon en Maria’s eerstgeboren zoon geschonken.

Hoor wat Hij tegen Pilatus zegt ter verzegeling van de waarheid, door Pilatus en door ons allemaal betwijfeld: „Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen, opdat Ik der Waarheid getuigenis geven zou.” Kom, laten wij voor het eerst, lezend of horend, ons onder die waarheid buigen en ons toetsen.

„Hij is gekomen om de mensen tot de kennis van de waarheid te brengen”

Daartoe is Hij gekomen om de mensen van de leugen, de valsheid en het bedrog te verlossen en tot de kennis van de waarheid te brengen. Die dienst biedt Jezus ook Pilatus aan. Maar ook aan eenieder die onder dat Evangelie Zijn stem mag horen.

Wat verstaat de Heere Jezus hier onder de waarheid? Dat God in Zijn onbevattelijke barmhartigheid Zijn Zoon gegeven heeft als de enige en volkomen Zaligmaker. Deze leer wordt met nadruk genoemd, de waarheid. Is die waarheid u lief geworden door dat zaligmakend werk van de Heilige Geest, dat is door het oprechte geloof?

God laat door Zijn Getuige, Die schittert in ieders ogen, deze waarheid horen. Zij is Waarheid, omdat zij God Zelf is. Zij is alleen geloofwaardig en de onbedrieglijke leer tot de godzaligheid. Zij houdt stand tot in eeuwigheid. Deze leer alleen strekt tot Gods eer en des zondaars zaligheid. Zij is er uit God, door God, tot God. Daarom is de Zoon van God gekomen, om aan deze leer getuigenis te geven met Zijn woorden en werken. „Ziet, Ik heb Hem tot een Getuige der volken gegeven.” Daartoe is Hij geboren en in de wereld gekomen, als die Koning der koningen. Hij is van de Vader van eeuwigheid gezalfd, van vóór de grondlegging der wereld. Om zulke ellendige zondeslaven van de leugen te verlossen en de waarheid in onverderfelijkheid lief te doen hebben of te doen krijgen.

Wat heeft dat Hem gekost, om als dat eeuwige Godslam Zichzelf Gode onstraffelijk op te offeren. Om die liefhebbers van de leugen te verlossen en waarheid in ons binnenste te scheppen. Nee, niet een van Zijn onderdanen heeft ooit naar Hem gevraagd, maar Hij was de Eerste en de Laatste.

Hij zegt ook wie deze ware onderdanen zijn. „Een iegelijk die uit de waarheid is, hoort Mijn stem.” Hiermee geeft de Koning van Zijn Kerk getuigenis aan de aard en het leven van Zijn onderdanen. Hun aard is dat zij uit de Waarheid zijn. Zij zijn door het onbevattelijke wonder van de wedergeboorte in Hem. Hoe bestreden en beproefd, Hij is hun leven. Alles buiten Hem is de dood. Hun leven is dat zij hun leven hebben gevonden in Hem. Kent u dat levendmakende en onderhoudende werk van de Geest van deze Koning?