Zonder God ben je alleen, benadrukt ds. A. Verschuure tijdens de jaaropening van het Hoornbeeck College in Apeldoorn. „Maar als je iets van de genade van de Zaligmaker in je hart kent, kom je nooit meer alleen te staan.”
De predikant van de gereformeerde gemeente van Genemuiden stond maandagavond in zijn toespraak stil bij het thema ”Niet alleen”. Hij verwees daarbij naar het volk van Israël dat tijdens hun reis door de woestijn alleen dreigde te komen staan. „In Exodus 33 zegt God namelijk dat Hij niet meer met de Israëlieten mee zal gaan.”
De predikant vestigde de aandacht op het voorgaande hoofdstuk, Exodus 32. „Dat is het gedeelte over die verschrikkelijke danspartij rondom het gouden kalf.” Door het aanbidden van het gouden kalf dienden de Israëlieten geen ándere god, maar dienden ze God op hun eigen manier, legde ds. Verschuure uit. „Dat gebeurt ook tegenwoordig vaak”, hield hij de studenten voor. „Wat te denken van het gouden kalf van sport, van make-up, van vuile sites of van ons keurige godsdienstige leven? We dansen daar wat omheen en zeggen daarmee dat we Jezus niet nodig hebben.”
Mozes was verdrietig toen God hem duidelijk maakte dat voortaan niet Hijzelf, maar een engel met het volk van Israël zou meegaan, zei de Genemuidense predikant. „Weet je waarom? Omdat hij voelde dat dan de wolk- en vuurkolom wel bleven, maar God in Christus er niet was. En zonder hem kon Mozes niet.”
„Kun jij nog wel zonder de Zaligmaker?”, vroeg ds. Verschuure de studenten. „Dan komt er een moment dat de Heere zal zeggen: Ik zal u op deze weg verteren. Maar als je door genade iets van Zijn genade in je hart hebt, ben je nooit alleen – zelfs niet als je na dit leven voor Gods rechterstoel staat.”
Samen
Het leven van een christen draait om het liefhebben van God en het liefhebben van de naaste, zei locatiedirecteur M.W. van Winkelen in zijn openingswoord. „En de naaste is niet alleen de persoon die je aardig vindt. Het zijn ook de mensen met wie je misschien helemaal niet zoveel hebt.”
Het moet in het leven niet gaan om ”ik”, maar om ”samen”, benadrukte Van Winkelen. Hij verwees naar het beeld van de christelijke gemeente als lichaam van Christus. „Iedereen is verschillend, maar niemand kan zonder elkaar. Laten we dit schooljaar proberen om het ”samen” belangrijker te maken dan het ”ik”.”