Binnenland
OM: vernieling graven Utrecht past bij jihadistisch gedachtegoed

De manier waarop in mei van dit jaar bijna honderd graven zijn vernield op de Utrechtse begraafplaats Daelwijck pas bij het „jihadistisch gedachtegoed”. Dat heeft een arabist verklaard in het strafdossier dat justitie heeft opgebouwd tegen de 21-jarige Mohamed B. uit Vleuten. Maandag verscheen hij voor het eerst op een openbare zitting bij de rechtbank in Utrecht. Aan het slot daarvan bood hij zijn excuses aan voor de vernielingen.

ANP

Behalve van de grafschennis verdenkt het Openbaar Ministerie B. van het deelnemen aan een terroristische organisatie en het voorbereiden van ernstige misdrijven, zoals het veroorzaken van ontploffingen. B. zou vorig jaar bijna zijn uitgereisd naar Somalië, om zich daar aan te sluiten bij IS. Hij werd tegengehouden door zijn vader. Daarna deed hij mee aan een deradicaliseringstraject en zou hij tot inkeer zijn gekomen. Hij zou naar ronselaars op zoek zijn gegaan om hen te ontmaskeren.

Het OM gelooft daar niets van en meent dat B. naar buiten toe een andere indruk heeft willen wekken. B. zou contacten zijn blijven onderhouden met jihadistische geestverwanten en zou geld hebben overgemaakt naar organisaties die dat gedachtegoed aanhangen. Op de muren van de cel waarin de man in voorarrest zit, zou hij jihadistische teksten hebben „gekalkt”, aldus de officier. Een medeverdachte heeft volgens het OM verklaard dat de terroristische ambities van B. helemaal niet minder waren geworden.

B. werd kort na de grafschennis aangehouden en zit sindsdien vast. Hij zou de vernieling van een aantal graven hebben gefilmd. Zijn advocaat vroeg de rechtbank B. onder voorwaarden op vrije voeten te stellen, zodat hij verder kon met het hulpverleningstraject. „Er is voldoende begeleiding en controle ingebouwd”, aldus de raadsvrouw. Zij sprak tegen dat de vernieling van de graven verband zouden houden met enig terroristisch gedachtegoed.

De officier verzette zich tegen het schorsen van het voorarrest. Het gevaar voor herhaling is volgens hem groot. Met het vernielen van de graven is B. overgegaan van het alleen praten over geweld tot het daadwerkelijk plegen ervan, betoogde hij. Volgens de rechtbank zijn de verdenkingen te zwaar en zou een schorsing niet zijn uit te leggen aan de samenleving.

B. blijft daarom vastzitten tot in elk geval de volgende tussentijdse zitting, die is gepland op 18 november.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer