BinnenlandEendenpopulatie
Te weinig wilde eenden overleven hun kuikentijd

Meer dan driekwart van de jonge wilde eenden sterft binnen acht weken. Die hoge sterfte veroorzaakt de geleidelijke achteruitgang van de soort, blijkt uit onderzoek van Sovon. Maar waarom gaan er zo veel kuikens dood? En is dat erg? Dat is nog de vraag.

Lukas van der Storm, Trouw
Een eend met jongen. Meer dan driekwart van de jonge wilde eenden sterft binnen acht weken. beeld EPA
Een eend met jongen. Meer dan driekwart van de jonge wilde eenden sterft binnen acht weken. beeld EPA

Te weinig wilde eenden overleven hun kuikentijd om de populatie in Nederland op peil te houden. Afhankelijk van het jaar bereikt slechts 13 tot 24 procent de leeftijd van acht weken, de leeftijd waarop ze kunnen vliegen. Ongeveer de helft van de kuikens sterft al binnen een week. Dat blijkt uit een uitgebreid en jarenlang onderzoek van vogelonderzoeksinstituut Sovon.

Sovon bracht in samenwerking met vrijwillige tellers ruim 25.000 tomen van wilde eenden in kaart. Dat gebeurde in de periode van 2016 tot en met 2020. Daarbij keken deelnemers hoe oud de kuikens waren en hoe groot de eendengezinnen waren. Als het even kon, keerden zij bovendien terug om te tellen hoeveel kuikens er door de tijd heen overbleven. Dat leidde tot een totaalbeeld van het aantal jongen dat de eerste weken overleeft.

Zo’n inventarisatie was wat Sovon betreft broodnodig. Want terwijl de wilde eend in aantal achteruitgaat, was er nog helemaal geen onderzoek naar de overlevingskansen van kuikens beschikbaar. De laatste inventarisatie dateerde uit 1957, toen nog bijna de helft van de kuikens uitvloog. Recenter onderzoek was er slechts uit de Verenigde Staten en Canada; ook daar lagen de overlevingskansen aanzienlijk hoger.

Voeren

Voorafgaand aan het onderzoek circuleerden tal van mogelijke verklaringen voor de achteruitgang van de wilde eend. Daarvan kunnen er na het onderzoek een aantal worden weggestreept. Zo komt het niet door mensen die eendjes verkeerd voeren. Kuikens die regelmatig brood kregen, deden het niet beter of slechter dan gemiddeld.

Ook de aanwezigheid van vogelsoorten die eendenkuikens eten leverde geen duidelijk beeld op. In gebieden met veel buizerds stierven wat meer kuikens. Bij blauwe reigers was er geen verband te zien. In gebieden met veel zwarte kraaien en eksters deden de kuikens het juist relatief goed.

De inrichting van het landschap maakte wel verschil. Kuikens die op land werden gezien, hadden een grotere overlevingskans. Schuilplekken met veel begroeiing langs het water droegen ook bij. En in troebel water verging het de kuikens relatief beter dan in helder water. „Daar kan bijvoorbeeld meespelen dat eenden een prooi worden van roofvissen die met behulp van zicht jagen, zoals de snoek”, vertelt onderzoeker Erik Kleyheeg van Sovon.

Heel duidelijke verbanden die de opvallend hoge kuikensterfte verklaren, bleven echter uit. „We zouden daarom graag verder onderzoek doen, waarbij we een beperkt aantal eendengezinnen intensief volgen. Bijvoorbeeld door de moeder, en in het ideale geval ook de jongen, te zenderen. Maar daar hebben we op dit moment nog geen financiering voor.”

Meststoffen

Minder wilde eenden, is dat erg? Ondanks de achteruitgang blijft de wilde eend een veelvoorkomende – oftewel algemene– soort. Al zijn er wel natuurgebieden waar de aantallen achterblijven bij de doelstellingen, constateert Kleyheeg. „Voor de basiskwaliteit van de natuur is het van belang dat algemene soorten ook algemeen blijven.” Ook wijst hij erop dat juist de wilde eend zich succesvol heeft aangepast aan het leven in de buurt van de mens. „Dat maakt het opmerkelijk dat er in Nederland toch zo’n achteruitgang is.”

Toch is het zélfs niet zeker dat een teruggang van de wilde eend werkelijk slecht nieuws is. Zo wijst Kleyheeg ook op het feit dat kuikens juist in helder water lagere overlevingskansen hebben. „De populatie wilde eenden piekte in de jaren tachtig, toen ook de vervuiling van het water door meststoffen op haar hoogtepunt was. Het kan zo zijn dat wilde eenden daar juist van hebben geprofiteerd, en dat de achteruitgang mede komt doordat de waterkwaliteit is verbeterd. Maar ook dat is speculeren.”

„Eenden in helder water kunnen prooi worden van roofvissen, zoals de snoek” - Erik Kleyheeg, onderzoeker Sovon

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer