Een Fabereffect? Daar is het nog iets te vroeg voor
In tegenstelling tot eerdere jaren neemt het aantal asielzoekers deze zomer niet toe maar juist af. Volgens PVV-leider Wilders ligt dat aan de door hem naar voren geschoven asielminister Marjolein Faber. Maar dat die bewindspersoon nu al effect sorteert, lijkt uitgesloten.
Al vanaf januari dit jaar neemt het aantal migranten af dat in Nederland een eerste asielverzoek indient. Dat blijkt uit cijfers die de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) maandelijks publiceert. In januari deden er nog ruim 3200 migranten een aanvraag. In juni waren dat er ruim 2000. Het aantal aanvragen ligt op dit moment nog wel hoger dan in de eerste helft van 2023 en 2022. Dat heeft er alles mee te maken dat het aantal aanvragen in de eerste maand van dit jaar uitzonderlijk hoog lag.
De afgelopen maanden is echter een daling te zien. Maar wat deze maanden vooral opvalt, is dat de zomerpiek dit jaar uitblijft. In voorgaande jaren begon het aantal aanvragen vanaf juni sterk te stijgen. Dat lijkt nu niet te gebeuren. Volgens de weekcijfers van de IND lijkt er ook in juli geen stijging aan te komen.
Volgens PVV-leider Wilders kan de neerwaartse trend zonder twijfel op het conto van ‘zijn’ PVV-minister, Marjolein Faber, worden geschreven. Een „Fabereffect", zo noemde de PVV-leider het op X eerder deze maand.
Of dat met recht zo kan worden genoemd is maar zeer de vraag. Faber is nog geen twee maanden minister en haar ambtenaren zijn op dit moment nog bezig met het schrijven van het regeerprogramma. Ofwel, van een heel ander asielbeleid is nu nog geen sprake. Tijdens een werkbezoek kwam de asielminister woensdag eigenlijk pas voor het eerst met een concrete maatregel. Ze wil de grensbewaking gaan opschroeven.
Buitengrenzen
Niet alleen in Nederland is een neerwaartse trend te zien. Reisden in juli vorig jaar nog ruim 31.000 migranten naar Europa, dit jaar waren dat er zo’n 16.000. Dat blijkt uit cijfers van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR.
Debet aan die lagere cijfers zijn vooral de betere controles aan de buitengrenzen én het sluiten van het migratiepact met Tunesië in de zomer van 2023. In het sluiten van die deal speelde het vorige kabinet in de persoon van toenmalig premier Rutte een sleutelrol.
Het pact met Tunesië lijkt vooral zijn weerslag te hebben op de zogenoemde centrale route, die van Noord-Afrika naar Italië en Griekenland loopt. In 2023 lag het aantal illegale grensoverschrijdingen nog op ruim 157.000. Dat terwijl het aantal voor 2024 momenteel op ruim 25.000 ligt, zo laten cijfers van Frontex zien.
Vraag is echter wel in hoeverre Nederland profiteert van het migratiepact met Tunesië. Een groot deel van de migranten die via de centrale route reist, komt uit Bangladesh, Egypte en Guinea. Cijfers van de IND laten zien dat Nederland bijna geen vluchtelingen uit die landen opvangt.
Een andere reden voor de daling ligt in het feit dat migratiestromen nu eenmaal fluctueren. Een absolute piek deed zich voor in het najaar van 2015, toen alleen al in de maand oktober 222.000 migranten de oversteek naar Europa waagden. Tot 2023 deed zich eigenlijk geen uitzonderlijke stijging meer voor.
Strengste asielbeleid
Wat de oorzaak van de lagere aantallen ook mag zijn, voor minister Faber is het een opsteker. Het succes van de bewindspersoon, die het strengste asielbeleid wil gaan vormgeven, is nauw verbonden met een afname van de instroom van asielmigranten.
Om zo’n afname met beleid voor elkaar te boksen zal nog niet meevallen, gelet op de Europese en internationale afspraken waaraan Nederland gebonden is. Zo wil de regering in Brussel een opt-out gaan bedingen op het Europese asiel- en migratiebeleid. Met zo’n uitzonderingsclausule kan een land uit een verdrag stappen om daarmee een impasse in het asielbeleid te vermijden. Zo’n actie kan echter alleen worden bedongen bij verdragsonderhandelingen, maar die lopen op dit moment niet. Daarnaast moeten alle Europese lidstaten akkoord gaan met een opt-out voor Nederland; onzeker is echter of dat echt gebeurt.
Verder willen de coalitiepartijen een tijdelijke asielcrisiswet in leven roepen om de „asielinstroom en -opvangcrisis voor de komende tijd te bestrijden”, zo staat te lezen in het hoofdlijnenakkoord. Normaal gesproken duurt een wetgevingsproces minstens een jaar.
Prinsjesdag
In ieder geval voor Prinsjesdag moet blijken hoe het beleid van de migratieminister er concreet uit komt te zien. Van invloed daarop zal zijn welk budget Faber krijgt toebedeeld van de minister van Financiën. Vooralsnog valt de instroom van asielzoekers mee. Dat is een meevaller voor Faber.