Optreden prinses Laurentien kan gevolgen hebben voor koningshuis
Opnieuw zorgt prinses Laurentien voor ergernis in politiek Den Haag. Dit keer vanwege grensoverschrijdend gedrag tegenover ambtenaren van het ministerie van Financiën. De gevolgen voor de monarchie kunnen aanzienlijk zijn.
Het nieuws over het grensoverschrijdende gedrag van prinses Laurentien sloeg donderdag in politiek Den Haag in als een bom. Het Algemeen Dagblad berichtte dat bij de ambtelijke top van het ministerie van Financiën zeker acht meldingen zijn binnengekomen over het ongepaste gedrag van prinses Laurentien.
De vrouw van prins Constantijn komt de laatste jaren geregeld op het departement. Ze zet zich met haar stichting (Gelijk)waardig Herstel (SGH) in voor ouders en kinderen die door de toeslagenaffaire in grote financiële problemen kwamen. Het AD schrijft: , Op de werkvloer liep het tussen prinses Laurentien en ambtenaren met enige regelmaat uit de hand. Ingewijden schetsen een patroon van intimidatie, dat leidde tot een angstcultuur. Volgens hen was er sprake van emotioneel reageren, mensen uitschelden, geen tegenspraak dulden.”
Om ambtenaren en consultants te beschermen tegen de stemmingswisselingen van de prinses, besloot de leiding van het departement dat Laurentien alleen nog mocht overleggen met de directeur-generaal Toeslagen, de secretaris-generaal van Financiën en de staatssecretaris.
Net voor de zomer ontstond in politiek Den Haag ook al commotie over de stichting van de prinses. Die zou te royaal zijn in het toekennen van vergoedingen aan de gedupeerden van de toeslagenaffaire. Het demissionaire kabinet-Rutte IV duwde de pauzeknop in. Na koortsachtig overleg besloot het departement dat Laurentien verder mocht met haar werk, maar dat ze soberder moest compenseren.
Staatsrecht
De affaires wakkeren de discussie aan over de rol van de Oranjes en welke ruimte zij hebben in politiek gevoelige kwesties. Volgens de Grondwet geldt voor het staatshoofd de zogenoemde ministeriële verantwoordelijkheid. Die houdt in dat de ministers verantwoordelijk zijn voor de daden en uitspraken van de koning.
Naast de grondwettelijke ministeriële verantwoordelijkheid is er de zogenoemde afgeleide ministeriële verantwoordelijkheid. Die houdt in dat de ministeriële verantwoordelijkheid voor de onschendbaarheid van het staatshoofd ook geldt voor de leden van het Koninklijk Huis. Het gedrag van de leden van het Koninklijk Huis en de koninklijke familie kunnen de staatsrechtelijke rol van het staatshoofd raken. De verantwoordelijkheid wordt groter naarmate iemand dichter bij het staatshoofd staat.
Als het gaat om prinses Laurentien, die getrouwd is met de broer van de koning, geldt de reikwijdte dus beperkter.
Maar de politieke discussie over de handelwijze van de prinses komt nu wel los. Eerste Kamerlid Martin van Rooijen (50PLUS), en oud-staatssecretaris van Financiën, noemt het handelen van de prinses ,volkomen misplaatst en staatsrechtelijk fout”. Op de website van de partij schrijft hij dat hier ,een wezenskenmerk van onze constitutionele monarchie aan de orde is , namelijk de koninklijke onschendbaarheid. Van prinses Laurentien en haar echtgenoot prins Constantijn, die hierin zijn vrouw van harte ondersteunt, mag meer terughoudendheid worden verwacht.” Ook Tweede Kamerleden hebben vragen. Ze vragen zich af of de prinses niet beter een stapje terug kan doen.
Enkele weken geleden, dus nog voordat het nieuws van donderdag bekend was, plaatste NSC-voorman Pieter Omtzigt ook al staatsrechtelijke kanttekeningen bij het werk dat prinses Laurentien voor ‘haar’ stichting doet.
In de Tweede Kamer zijn linkse partijen voor een ceremonieel koningschap of voor totale afschaffing van het Koninklijk Huis. Ook de PVV liet al eerder weten dat de koning alleen ceremoniële taken mag hebben. Als nu ook NSC zich in het debat gaat mengen, zou er zomaar een serieus debat over de toekomst van (de taken van) het koningshuis kunnen ontstaan.
„Ingewijden schetsen een patroon van intimidatie, dat leidde tot een angstcultuur. Volgens hen was er sprake van emotioneel reageren, mensen uitschelden, geen tegenspraak dulden.”” - Citaat uit Algemeen Dagblad