Chris bezoekt evangelist Van den Boogaart in Tilburg: „De Heere zal ook hier Zijn Kerk vergaderen”
Tot aan de post in Merksem had ik gezelschap van vriend Robert, was het droog, en had ik redelijk veel energie. Onderweg naar Tilburg fiets ik alleen, in de stromende regen, en met enigszins vermoeide benen. En het is bijna 70 kilometer fietsen. Uitdagend genoeg dus.
Toen Robert en ik rond halfdrie bij Bijbelpost De Bron arriveerden, vielen de eerste regendruppels van deze dag uit de lucht. Als ik twee uur later weer op de fiets stap, regent het nog steeds. Volgens de verwachting wordt het de komende uren niet veel droger, dus wachten heeft sowieso geen zin. Bovendien zou ik volgens afspraak om zeven uur in Tilburg moeten zijn. Dus trek ik een poncho aan, neem enigszins weemoedig afscheid van Robert en van evangelist Arie van Setten en fiets de regen in.
Het kost me moeite Antwerpen uit te komen, omdat ik de navigatie niet altijd begrijp en het fietscomputertje soms ook de gps-verbinding kwijt is. Daardoor fiets ik in de buurt van de evangelisatiepost een paar keer een verkeerde straat in.
De poncho werkt ook vertragend. Die vangt veel wind, waardoor ik overduidelijk minder vaart kan maken dan gebruikelijk. Zodra de regen een tikje minder overvloedig uit de lucht komt vallen, trek ik het ding daarom uit.
Dat doe ik vlak voordat ik het fietspad langs het Kempisch Kanaal opdraai. Daar mag ik ruim 11 kilometer onafgebroken op rijden. De wind is me weer gunstig gezind, dus trap ik met zo’n 26 kilometer per uur langs het water.
„Het duurt niet lang of ik heb weinig droge draden meer aan mijn lijf”
Buienradar dacht een kwartier geleden dat het zou stoppen met regenen. Even leek het daar ook op, maar inmiddels neemt de intensiteit van de neerslag toch weer toe. Het duurt niet lang of ik heb weinig droge draden meer aan mijn lijf. Ik laat het maar gebeuren. Zolang ik blijf trappen, blijf ik ook wel warm.
Om het energiepeil niet in te laten storten, eet ik onderweg regelmatig een mueslireep. In de tas zit een voorraad die me ruim voldoende leek. Maar als ik in de buurt van het Belgische dorp Merksplas ben, zie ik dat het nooit gaat lukken om Tilburg te bereiken als ik niet wat extra voedsel krijg aangereikt. Dus bel ik Marwim – de stagiair die deze week mijn begeleider is. Hij is Robert naar huis aan het brengen, maar ze staan in de file, dus het duurt nog wel even voordat hij bij me kan zijn. We rekenen uit dat we ongeveer tegelijkertijd in Baarle-Naussau kunnen zijn, de Belgische enclave in Brabant. Voor mij is dat nog ruim 20 kilometer trappen.
Diep vanbinnen borrelen zelfmedelijden en neerslachtigheid. „Alsof je daar iets aan hebt”, spreek ik mezelf streng toe. In een poging om mijn gedachten op een ander spoor te brengen, denk ik terug aan wat Arie van Setten me allemaal vertelde. Sowieso gaan de interviews uit Gent en Merksem steeds door mijn hoofd. Dat is het voordeel van die tussentijdse fietstochten: die bieden de gelegenheid om het gehoorde te herkauwen.
Klappertanden
Inmiddels is het halfzeven. Eigenlijk had ik al bijna in Tilburg moeten zijn. Beschroomd bel ik evangelist Henk van den Boogaart op, om te vertellen dat ik later kom, veel later. „Dat geeft niets. Doe rustig aan”, reageert de evangelist.
Een paar minuten voor zeven ben ik op het punt waar ik met Marwim heb afgesproken, bij een restaurantje in Baarle-Nassau. Hij is er nog niet. Dus moet ik even wachten. Vanwege mijn doorweekte kledij, koel ik snel af. Na een paar minuten begin ik te klappertanden. Gelukkig komt op dat moment Marwim het parkeerterrein oprijden. Ik kruip snel bij hem in de auto en zet de verwarming op z’n hoogst. Langzaamaan komen mijn kaken weer tot stilstand.
Nadat ik een –van de lunch overgeschoten– Italiaanse bol verorberd heb en m’n jaszakken weer gevuld zijn met nieuwe mueslirepen, vervolg ik de tocht.
„Als iedere regendruppel ons oproept om aan onze Schepper te denken, hoe overluid is dan Zijn roepstem in deze maanden van overvloedige regen?”
Onderweg zie ik veel akkers die onbewerkt liggen te wachten op drogere tijden. De aanblik van die modderpoelen doet iets met me. Als iedere regendruppel ons oproept om aan onze Schepper te denken, hoe overluid is dan Zijn roepstem in deze maanden van overvloedige regen? Wat heeft de Heere ons hiermee te zeggen? Peinzend over die vragen rij ik richting Tilburg.
Om halfnegen arriveer ik bij evangelisatiepost Het Kruispunt. De woning van Henk van den Boogaart en zijn vrouw José, tevens mijn eerste logeeradres, zit eraan vast. De 62-jarige heer des huizes staat blijkbaar op de uitkijk, want als ik nog op de straat rijd, doet hij de voordeur al open. „O Chris!” klinkt het meelevend.
Nadat er handen zijn geschud en de fiets in de schuur is gezet, word ik in huize Van den Boogaart met warme zorgzaamheid omringd. Mijn schoenen worden vol met kranten gestopt en op de verwarming gezet. Logeerkamer en badkamer worden me aangewezen. Terwijl ik onder de douche spring, gaat mijn doorweekte kleding in de droger. En als ik om kwart over negen verfrist de woonkamer in kom, wordt me een bord met warm eten aangeboden. Na ruim 130 kilometer fietsen gaat dat er wel in.
Eigenlijk zou ik Van den Boogaart vanavond nog interviewen, zodat ik morgenochtend op tijd kan vertrekken. Maar de klok en mijn algehele toestand zeggen me dat dat niet verstandig is, dus verzetten we het interview naar de volgende morgen.
„Toen Tilburg-Noord in de jaren 60 werd gebouwd, waren hier nog twaalf parochies; nu is dat er nog maar één”” - Henk van den Boogaart, evangelist in Tilburg
Na een redelijke nacht en een overheerlijk ontbijt is het om halfnegen tijd om Het Kruispunt vanbinnen te bekijken en Van den Boogaart te vragen naar het werk dat daar gebeurt. Na een korte rondleiding over de post –door de keuken, de kerkzaal en de centrale ontmoetingsruimte– gaat hij aan tafel zitten en vertelt.
Bijvoorbeeld over de veranderingen die hij in bijna 25 jaar meemaakte. „Toen ik hier in 1999 begon, waren er nog veel roomse mensen. Daar had je iets gezamenlijks mee. Die kenden de apostolische geloofsbelijdenis, het Onze Vader, de Tien Geboden. Maar die generatie is nu helemaal weg. Toen Tilburg-Noord in de jaren 60 werd gebouwd, waren hier nog twaalf parochies. Nu is dat er nog maar één. En er is niets goeds voor in de plaats gekomen.”
Hoe bereik je de nieuwe generatie dan wel? „Je zoekt naar iets gemeenschappelijks om het gesprek op gang te brengen. Dus gaat het over de zorgen en moeiten van het leven, en over de mooie, fijne dingen. Binnen Tilburg profileren we ons ook als de plek waar je kunt komen om je zorgen en vreugden met ons te delen.” En dat doen mensen. „Laatst kwam er een echtpaar binnen. Een van beiden zei: „Wij komen om woorden van troost.” Ze waren zoveel jaar getrouwd en daardoor kwam het verdriet over een overleden zoon weer naar boven. Dus kwamen ze naar ons toe. Dat geeft wel aan wat mensen van ons verwachten.”
Tilburg is niet alleen geseculariseerd, er zijn ook veel andere religies bijgekomen. „Allerlei culturen, met hun eigen godsdiensten en ideologieën, zijn hier inmiddels vertegenwoordigd.” Dat maakt het evangelisatiewerk wel wat ingewikkelder, stelt Van den Boogaart. „Maar de Heere heeft me geroepen met de woorden: „Ik heb nog andere schapen, die van deze stal niet zijn; deze moet Ik ook toebrengen.” En dat geeft me altijd hoop en verwachting. Het komt echt van de andere kant; als het daar niet vandaan komt, dan komt het niet.”
In totaal is Van den Boogaart al ruim 33 jaar evangelist. In 1991 begon hij in Emmen, twee jaar later werd hij in Alkmaar aangesteld, en zes jaar later ging hij naar Tilburg. „Het Deputaatschap Evangelisatie kan een beroep op je doen om van standplaats te veranderen. Dat is in mijn leven gebeurd. Dat was niet makkelijk, want dan werden de pinnen weer uitgetrokken. Maar achteraf heb ik mogen zien dat het toch Gods weg was.”
De woorden uit Johannes 10:16 waarmee de Tilburgse evangelist tot zijn bediening werd geroepen, heeft hij waarheid zien worden. „Er zijn mensen van allerlei culturen gekomen, die niet bekend waren met Gods Woord, maar die door de Heere zijn toegebracht en die zich van harte aan Hem en Zijn dienst verbonden hebben. En het zijn geen massa’s, het is hier maar een kleine kudde, maar de Heere zal ook hier Zijn Kerk vergaderen door Woord en Geest. Als je daar iets van mag zien, dan word je heel klein. Héél klein. Dat geeft zo’n grote blijdschap in het hart!”
Afronding
Voor de derde keer op rij is het lastig om het interview en de rondleiding tijdig tot een afronding te brengen. Toch moet het, omdat er deze woensdag nog drie andere interviews op de planning staan. En er nog 86 kilometer gefietst moet worden.