BuitenlandReportage gevangenis Colombia
„Waar haal je je kracht vandaan?” vraagt vrijwilliger Epafras aan gevangene

Stichting Epafras ondersteunt sinds 40 jaar Nederlandse gedetineerden in het buitenland. De vrijwilligers van de stichting bieden geestelijke en praktische hulp –en bovenal een luisterend oor– aan iedereen die dat nodig heeft. „We verlenen zielzorg aan mensen die gebutst zijn door het leven in gevangenschap.”

Ynske Boersma
Exterieur van gevangenis La Picota in de Colombiaanse hoofdstad Bogota. beeld EPA, Mauricio Duenas Castaneda 
Exterieur van gevangenis La Picota in de Colombiaanse hoofdstad Bogota. beeld EPA, Mauricio Duenas Castaneda 

Het is een grijze dinsdagochtend. Theologe Jeannet Bierman (68) meldt zich bij de poorten van La Picota, de grootste en meest beruchte gevangenis van Colombia in hoofdstad Bogota. Voor de poort staat een lange rij mannen die doorzichtige plastic zakken met toiletspullen en etenswaren vasthouden, wachtend op hun opsluiting.

De gevangenis heeft plek voor 2900 gevangenen, maar huisvest het dubbele van dat aantal. De hoge betonnen flatgebouwen hebben kapotte ramen waar nooit zonlicht binnenkomt. Wasgoed hangt uit de ramen, erachter staren mannen wezenloos naar buiten. Binnen de muren klinkt geschreeuw en harde muziek, een lawaai dat nooit ophoudt.

Bierman is eraan gewend. Sinds 2022 is ze vrijwilligster voor Epafras, een christelijke stichting die Nederlandse gedetineerden in het buitenland ondersteunt. Namens Epafras geeft ze geestelijke en praktische zorg aan landgenoten die vastzitten in gevangenissen in Colombia en Ecuador, waaronder La Picota.

Jeannet Bierman. beeld Ynske Boersma

Het is de tweede keer dat ze Henk (gefingeerde naam, zijn identiteit is bij de redactie bekend) bezoekt. Hij is gestrest, verzucht hij wanneer hij op een witte plastic stoel gaat zitten, in een isolatiecel die voor de gelegenheid dienstdoet als bezoekruimte. De dagen komt hij wel door, vertelt hij. Maar de onzekerheid, die vreet aan hem. Ruim een jaar zit hij nu vast in La Picota, zonder ooit een rechter gezien te hebben. Hij wordt verdacht van een strafbaar feit dat in een ander land heeft plaatsgevonden. Pas wanneer Colombia hem uitlevert, kan die zaak voorkomen. „Ondertussen ben ik een jaar van mijn leven kwijt.”

Bierman luistert aandachtig, haar lichaam naar Henk toegebogen. Wanneer hij stilvalt, vraagt ze: „Heb je een manier gevonden om hiermee om te gaan?”

„Nou ja, je zal wel moeten”, antwoordt Henk, zich groothoudend. „Waar haal je de kracht vandaan om het vol te houden op deze plek?” vraagt Bierman door.

„Kameraadschap”, zegt Henk dan, na even nagedacht te hebben. „Waar je je aan optrekt zijn je medegevangenen. Zij zijn als een soort familie voor je. Iedereen zit hier in een limbo, te wachten op een proces. Dus maken we er maar het beste van.”

Eenzaam is het wel. Anders dan Colombiaanse medegevangenen heeft Henk geen vrienden of familie in Colombia. „Af en toe schuif ik aan bij het bezoek van andere gevangenen, alsof ze bij mij op bezoek zijn. En pas ik op hun kinderen, zodat de vader en moeder even met elkaar alleen kunnen zijn.”

Wanneer Bierman hem vraagt of hij ook kracht vindt in God, reageert hij afwijzend. „Andere gevangenen bidden bij de maagd Maria en daar heb ik respect voor, maar ik heb niets met dat religieuze. Ik heb geen warme herinneringen aan het naar de kerk gaan met mijn ouders.” Bierman dringt niet aan. Ondanks haar christelijke achtergrond, is ze hier niet om het geloof te verspreiden. „Het belangrijkste bij deze bezoeken is luisteren, jezelf helemaal leegmaken om het verhaal van de gedetineerde alle aandacht te geven”, zegt ze.

Gevangenenpastoraat

Wereldwijd zitten ruim 1700 Nederlanders vast in buitenlandse gevangenissen, waarvan de meesten in Europese landen. Wie gevangen zit in het buitenland loopt tegen veel moeilijkheden aan. Een vreemde taal, cultuur en rechtssysteem, eenzaamheid, en vaak zijn de omstandigheden vele malen slechter dan in Nederlandse gevangenissen.

„Andere gevangenen bidden bij de maagd Maria en daar heb ik respect voor, maar ik heb niets met dat religieuze” - Henk, gedetineerde in Colombia

Al deze gedetineerden kunnen rekenen op de steun van Epafras. Sinds 40 jaar reizen de professionele geestelijk verzorgers van deze stichting de wereld over om Nederlandse gedetineerden in den vreemde te bezoeken. Dat doen zij op vrijwillige basis. Daarbij ondersteunt de stichting de familieleden van de gevangenen en onderhouden tientallen ‘correspondenten’ briefwisselingen met gedetineerden in het buitenland.

De stichting werd in 1984 opgericht door Joop Spoor, een protestantse justitiepredikant. Al in de jaren zeventig reed pionier Spoor op eigen initiatief naar Zweden om daar Nederlandse gevangenen te bezoeken. Na het zien van een film over een Amerikaan die in een Turkse gevangenis vastzat, vroeg Spoor zich af hoe het de Nederlanders in het buitenland verging.

Ds. Matthijs Geluk. beeld ds. Matthijs Geluk

Die bezoeken, waarbij Spoor in de beginjaren in zijn oude Volvo overnacht zou hebben om kosten te besparen, groeiden in de loop der jaren uit tot de stichting Epafras, nu met 90 vrijwilligers die wereldwijd Nederlandse gevangenen bijstaan. Een ”gevangenenpastoraat”, noemt ds. Matthijs Geluk de stichting waarvan hij sinds 2023 directeur is. „Het woord klinkt misschien ouderwets, maar wij geven zielzorg aan mensen die in moeilijke omstandigheden moeten leven.”

Dat doen de vrijwilligers vanuit hun Bijbelse overtuiging dat elk mens ertoe doet. „Als christenen hebben we de Bijbelse opdracht om te zien naar gevangenen”, zegt ds. Geluk in een telefonisch interview. Ook de naam Epafras verwijst naar die opdracht. Volgens het Nieuwe Testament zaten Epafras en Paulus samen vast in een gevangenis in Rome. Epafras kwam als eerste vrij, maar bleef Paulus en andere gevangenen bezoeken.

Het maakt daarbij niet uit waarvoor iemand in de gevangenis is beland, zegt ds. Geluk. „Het idee is om er onvoorwaardelijk voor iemand te zijn, ongeacht wat die heeft gedaan. We willen mensen een vrijplaats bieden om te spreken over wat ze bezighoudt, zonder te oordelen. Daar is de rechter voor.”

„We willen mensen een vrijplaats bieden om te spreken over wat ze bezighoudt, zonder te oordelen. Daar is de rechter voor” - Ds. Matthijs Geluk, directeur stichting Epafras

Ds. Geluk weet waarover hij het heeft: in de zeven jaar voorafgaand aan zijn directeurschap was hij geestelijk verzorger namens Epafras in Peru, waar hij dominee was voor de presbyteriaanse kerk. Maar liefst zestig Nederlanders zaten daar in detentie toen ds. Geluk aankwam in Peru, waarvan het overgrote deel voor drugssmokkel.

De bezoeken aan gedetineerden maakten een grote indruk op ds. Geluk. „Negen van de tien keer zit er een treurig levensverhaal achter deze mensen. Het blijken gewone mensen te zijn die ergens zijn vastgelopen en daar een makkelijke oplossing voor zochten. Of beperkt zijn in hun mogelijkheden en zich voor het karretje van een ander lieten spannen. De mensen die bewust ervoor kiezen om een delict te begaan, zijn maar een kleine groep.”

Christelijke bijstand

Ook mensen die na hun vrijlating in een vreemd land hulp nodig hebben, kunnen een beroep doen op Epafras. Zoals de Nederlandse man die na jaren in de Peruaanse gevangenis weer buiten stond, zonder geld of een visum om naar Nederland terug te keren. Acht jaar lang leefde hij op de straten van Lima, totdat zijn moeder contact opnam met Epafras. Ds. Geluk zocht de man op. „Hij was er heel slecht aan toe. Uiteindelijk vond ik een kerk in Lima bereid om hem op te vangen en medische zorg te geven. Uiteindelijk heb ik hem naar Nederland gebracht, met het vliegtuig. Nu gaat het weer goed met hem. Hij heeft een eigen bedrijf, is terug in de maatschappij. Dat stemt mij hoopvol.”

Maar die hoopvolle verhalen zijn niet de belangrijkste drijfveer voor de stichting. „Natuurlijk zien we dat veel mensen ook weer terugvallen na hun vrijlating. En ergens hoop je op herstel, dat iemand andere keuzes maakt. Maar het feit dat je naar mensen omziet, hen niet afschrijft, maakt onze hulp de moeite waard. Vaak zijn het mensen die dat hele basale, van iemand die voor ze klaarstaat, gemist hebben in hun leven.”

Ook ds. Geluk zegt dat het doel van de geestelijke zorg die de stichting verleent niet is om mensen tot geloof te brengen. „Mensen bekeren kan alleen God. Wij zijn een christelijke stichting, maar dat zegt meer over onze motivatie dan over het doel van ons werk. Wij staan ten dienste van de gedetineerde, het belangrijkste is dat zij in vrijheid kunnen spreken. Als mensen aangeven prijs te stellen op christelijke bijstand, dan vinden we het waardevol dat onze vrijwilligers die geloofstaal spreken. Soms leidt dat ertoe dat gedetineerden een bekentenis afleggen, of om een gebed vragen. Maar niets is verplicht.”

Voor welke uitdagingen staat ds. Geluk als directeur van Epafras? „Nederlanders reizen naar de gekste plekken. Het is een uitdaging om op al die plekken vrijwilligers te vinden om gedetineerden te bezoeken.” Ook geld is een blijvende zorg, zegt ds. Geluk. „We krijgen als stichting alleen subsidie voor de zogenaamde zorglanden. Maar de meeste mensen zitten vast in niet-zorglanden in Europa, dus het geld voor die bezoeken moeten we zelf ophoesten. Daarvoor zetten we in op fondsenwerving en doen we een beroep op de kerken en onze achterban. Toch zijn we de laatste jaren in het rood geëindigd.”

Rol religie

Terug naar Colombia. Bierman runde voor haar verhuizing naar Colombia in 2022 een straatpastoraat in Den Haag en een buurt- en kerkhuis van de organisatie Stad en Kerk. Nu werkt ze als praktisch theologe aan een universiteit in de stad Cali. „Theologie moet relevant en bevrijdend zijn. Kerk-zijn is niet iets statisch, het verandert met de tijd. Net als de Bijbel, dat is voor mij een doorgaand verhaal. Op de universiteit leer ik mijn studenten om de Bijbel opnieuw te lezen, uitgaand van de huidige context. Dat vind ik spannend.”

In dezelfde periode begon ze als vrijwilliger voor Epafras. Ze beschouwt de bezoeken aan de gevangenis als een „wezenlijk onderdeel van haar kerk-zijn”, vertelt ze bij een kop thee in een café in Bogota. „Door in contact te staan met andere sociale werkelijkheden, zoals gedetineerden, maar ook mensen op straat of in blijf-van-mijn-lijfhuizen, ga je met andere ogen naar de wereld kijken en de Bijbel lezen. Ik vind het spannend om met mensen die gebutst zijn door het leven op te trekken. Door er te zijn voor mensen die met existentiële vragen leven, die vaak geen perspectief hebben, doe je er pastoraal gezien meer toe. Verleen je zielzorg. Want elk mens heeft een ziel.”

„Ik geef gedetineerden de ruimte om over het geloof te praten, maar respecteer het ook als ze dat niet willen ” - Jeannet Bierman, vrijwilligster voor Epafras

Wat is de rol van religie bij haar bezoeken? „Ik geef gedetineerden de ruimte om over het geloof te praten, maar respecteer het ook als ze dat niet willen. Zoals met Henk vandaag. Sommige gedetineerden geven in het eerste gesprek al aan dat ze willen bidden, anderen zeggen dat het ze niet interesseert, om daar later weer van terug te komen. Vaak hebben zij een verwrongen godsbeeld, van een God Die alles ziet en straft, in plaats van een God van liefde, voor Wie iedereen evenveel waard is. Daar kan ik dan over praten. Het geloof kan troost en opluchting bieden, en daar kan ik aan meewerken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer