Buiten schilderen was in de zestiende en zeventiende eeuw nog niet aan de orde. Dat werd pas mogelijk toen in de 19e eeuw olieverf in tubes beschikbaar kwam.
Maar het landschap kwam in die tijd wel steeds meer in de belangstelling te staan. Tijdens de renaissance in de 16e eeuw nog vooral als achtergrond van religieuze en mythologische scènes, in de zeventiende eeuw als zelfstandig genre. De Nederlandse kunstenaar Jacob van Ruisdael geldt als een van de belangrijkste landschapsschilders van de zeventiende eeuw.
Ook stillevens werden vanaf de zestiende eeuw in Nederland en Vlaanderen populair. Rachel Ruysch stond bekend om haar gedetailleerde en kleurrijke bloemstillevens, die ze vaak een donkere achtergrond gaf om de bloemen goed te laten uitkomen.
Schilderijen werden gemaakt in het atelier en zorgvuldig gecomponeerd, met oog voor detail. Met het verstrijken van de tijd kregen zomerse landschappen het patina van oud goud.