Thais parlement keurt wet die homohuwelijk mogelijk maakt goed
Het Thaise parlement heeft voor wetgeving gestemd die het homohuwelijk mogelijk maakt. Beide Kamers van het parlement hebben ingestemd. Dinsdag deed de Senaat dat.
Van de 152 senatoren stemden er 130 voor de wet om homo’s toe te staan te trouwen, 18 onthielden zich van stemming, en 4 senatoren keerden zich tegen de wet. De nieuwe wet omschrijft het huwelijk niet langer als verbintenis tussen een „man en een vrouw”, maar tussen „twee personen”.
Voor de Thaise regering is het legaliseren van het homohuwelijk een speerpunt. Voorstanders zeggen dat het land daarmee het signaal kan afgeven dat het een goede toeristische bestemming is voor de lhbti-gemeenschap.
Premier Srettha Thavisin is voorstander van de wet die huwelijken tussen personen van hetzelfde geslacht verankert. Gekleed in een regenboogshirt nam hij eerder deze maand zelf deel aan een parade van lhbti-activisten in hoofdstad Bangkok. „Het is een basisrecht om te kiezen van wie je houdt”, schreef hij in een bericht op het sociale medium X op 1 juni.
Verboden
In het huis van afgevaardigden werd in maart over de wet gestemd. Ook daar stemde een overweldigende meerderheid (400 van de 415) van de aanwezige parlementariërs voor de wijziging.
Het is de bedoeling dat de wet over een halfjaar van kracht is. Wel moet eerst de koning nog zijn handtekening zetten, maar zijn goedkeuring lijkt een formaliteit.
Thailand wordt zo het eerste land in Zuidoost-Azië dat het homohuwelijk erkent. Het is het derde in Azië. Taiwan (2019) en Nepal (2023) gingen Thailand voor.
In menig ander Aziatisch land ondervinden lhbti’ers juist flink wat tegenstand. In buurland Myanmar bijvoorbeeld is „seksuele activiteit” tussen mensen van hetzelfde geslacht verboden. Het wetboek van dat land noemt homoseksualiteit „tegen de orde van de natuur”. Overtreders kunnen gestraft worden met tien jaar cel.
Rechtszaken
In heel wat andere Aziatische landen, bijvoorbeeld Indonesië, is homoseksualiteit niet verboden –behalve in de provincie Atjeh, waar de sharia van kracht is–, maar ondervinden homo’s en andere seksuele minderheden vaak sociale weerstand.
Tegelijk zijn er in diverse Aziatische landen ontwikkelingen gaande waardoor het lijkt alsof het invoeren van het homohuwelijk een kwestie van tijd lijkt. In Japan –het enige G7-land dat het homohuwelijk niet erkent– heeft het hooggerechtshof bepaald dat het tegen de grondwet ingaat dat homo’s niet kunnen trouwen. Ook in India en Zuid-Korea vechten lhbti’ers, gesteund door activisten, in de rechtbank om het homohuwelijk in te voeren.