„Surinaamse regering schuldig aan verdwijning Desi Bouterse”
De Surinaamse oud-dictator en voormalig president Desi Bouterse nam na zijn veroordeling vanwege betrokkenheid bij de Decembermoorden van 1982 de benen en is sindsdien spoorloos. Procureur-generaal Garcia Paragsingh legt daarvoor de schuld bij de regering.
Bouterse is op 16 december 2023 voor het laatst publiekelijk gezien tijdens een bijeenkomst van zijn partij in de Surinaamse hoofdstad Paramaribo – vier dagen voordat de rechter hem in hoger beroep twintig jaar cel oplegde. Zijn gevangenneming werd niet gevraagd; hij kreeg daags erna tot 12 januari de tijd zich bij de gevangenis te melden. Drie medeveroordeelden deden dat, maar Bouterse bleef weg. In de dagen erna werd duidelijk dat de oud-dictator was gevlucht. Waarschijnlijk had hij al eind december een veilig heenkomen gezocht.
Paragsingh zegt nu dat ze daardoor verrast was. „Wij kregen geen enkel moment de indruk dat Bouterse niet meewerkte aan de uitvoering van het vonnis. Tot op het laatste moment gaf zijn advocaat ons de verzekering dat de man zich zou melden.” Het Openbaar Ministerie, met name Paragsingh, kreeg kritiek op het feit dat Bouterse überhaupt kon vluchten en nog altijd niet is gepakt. Dat is in Paragsinghs ogen onterecht, omdat zij afhankelijk is van de politie en inlichtingendiensten. Die hebben volgens haar onvoldoende geld om hun werk naar behoren te kunnen te doen.
Dat Paragsingh de bal zo keihard terugkaatst naar de regering van president Chandrikapersad Santokhi, is opmerkelijk. Paragsingh staat bekend als zeer loyaal aan Santokhi en verdedigde hem altijd. Het staatshoofd wast nog steeds zijn handen in onschuld als het om Bouterse gaat. Hij wist zich onlangs de woede van de Surinamers op de hals te halen door te beweren niet te hebben verwacht dat de oud-president zou vluchten, omdat hij dat gedurende het proces, dat zestien jaar duurde, ook niet deed.
Naïviteit
Jessie Hiralal, achternicht van ondernemer Robby Sohansingh, een van de slachtoffers van de Decembermoorden van 1982, vindt dat een drogreden. „Het getuigt van grote naïviteit van het staatshoofd en de verantwoordelijke diensten, dat zij in de kinderlijke veronderstelling leefden dat Bouterse zich zou melden bij de gevangenispoort”, zegt ze boos. „Bij de eerdere veroordelingen hebben de justitiële autoriteiten geen gevangenneming gelast, terwijl dat in december wel werd gedaan. Er bestond dus wel degelijk een redelijke kans dat Bouters zou proberen uit handen van justitie te blijven.”
In Suriname gaan intussen steeds meer stemmen op om de enige tastbare herinnering aan de oud-dictator, de Desiré Delano Bouterse Highway, een andere naam te geven. De aanleg van deze nog geen 10 kilometer lange snelweg kostte veel geld en werd daags voor de laatste verkiezingen in gebruik genomen. Volgens Surinamers staat de weg, die nauwelijks wordt gebruikt omdat deze van ‘niets’ naar ‘nergens’ loopt, symbool voor het verkwistende beleid van de regering-Bouterse.
„Bouterse moet uit het straatbeeld verdwijnen” - Jessie Hiralal, achternicht van een van de slachtoffers van de Decembermoorden van 1982
Dat de snelweg ook nog eens naar een veroordeelde moordenaar is vernoemd, kan er bij veel mensen niet in. „Ik schaam mij ervoor”, zegt buschauffeur Amrit Nannan Panday, die regelmatig met toeristen over de weg rijdt. „Het is hetzelfde als wanneer ze in Duitsland een Adolf Hitlerweg zouden hebben. Dat kan toch ook niet?”
Herhaalde verzoeken aan de regering om de naam te wijzigen, zijn in de wind geslagen. Tot teleurstelling van nabestaanden. „Bouterse moet uit het straatbeeld verdwijnen”, vindt Jessie Hiralal. „Dus zijn naam moet gewist worden van openbare plaatsen. Dat betekent niet dat moet worden vergeten wat hij heeft aangericht en hoeveel verdriet hij heeft veroorzaakt, ook binnen mijn familie. Daarom is het van groot belang dat hij wordt opgespoord en opgesloten.”