Kandidaat-premier Dick Schoof: Ik begrijp Den Haag, maar zie ook dat bijna geen hond het snapt
De ervaren Haagse topambtenaar Dick Schoof (67) moet het programkabinet van PVV, VVD, NSC en BBB gaan leiden. De voormalig terrorismebestrijder werd dinsdagmiddag door formateur Richard van Zwol gepresenteerd als de beoogde premierskandidaat.
Schoof is een echte Haagse insider. Een groot deel van zijn werkzame leven bracht hij door op het ministerie van Justitie en Veiligheid. Tussen 1996 en 2013 werkte hij er onder meer als plaatsvervangend secretaris-generaal en als directeur-generaal politie. Daarna stond hij aan het roer van de antiterrorismedienst NCTV en de inlichtingendienst AIVD.
Toen hij in 2020 weer terugkeerde bij Justitie waren de verwachtingen hooggespannen. Voor nogal wat bewindspersonen –Ivo Opstelten, Fred Teeven, Ard van der Steur en Mark Harbers– bleek het departement een spijkerbed te zijn. Gevoelige informatie bleef lang voor de politieke top verborgen of kwam onvolledig door, met als gevolg: moeizame Kamerdebatten, verdachtmakingen en uiteindelijk gedwongen aftredens. Schoof moest de orde weer herstellen.
Diverse hoog aanschreven kandidaten bedankten voor de eer: het afbreukrisico was te hoog. Schoof zei ja. Ambitie en plichtsbesef speelden daarbij een rol. In het rooms-katholieke gezin Schoof werd geleerd dat „God talenten geeft”, zei Schoofs broer in 2015 tegen NRC.
Toeval of niet: de bewindspersonen die functioneerden met Schoof aan hun zijde, kwamen zelden in de problemen. Alleen begin 2021 leek het even fout te gaan toen de NCTV in opspraak raakte omdat ze jarenlang persoonsgegevens zou hebben verzameld en gedeeld met andere overheidinstanties. Daarvoor ontbrak destijds nog een duidelijke wettelijke grondslag.
„Ik begrijp de gang van zaken volgens de logica van Den Haag, maar zie ook dat bijna geen hond het snapt” - Dick Schoof
Doorduwer
Schoofs manier van aanpakken zal hem ook dit keer goed van pas komen. Premier worden van een gelegenheidscoalitie van partijen die door een bijzondere samenloop van omstandigheden tot elkaar zijn veroordeeld is een weinig benijdenswaardige functie gezien de vele uitdagingen. Met stip op één staat het schrijven van een regeringsprogramma. Schoof is ervaren genoeg om te voorzien welke problemen er kunnen ontstaan als de presentatie van het document voor één van de formerende partijen als een verrassing komt.
Uitvoering geven aan de plannen zal evenmin makkelijk zijn. Op twee cruciale onderdelen –asiel en landbouw– aast Nederland op een uitzonderingspositie in de EU. Die zal diplomatiek bevochten moeten worden. Op dat niveau moet Schoof zich nog bewijzen.
Uit zijn levensloop valt verder af te leiden dat Schoof gewend is de leiding te nemen en in sommige opzichten ook een doorduwer is. Te eigengereid, vinden sommigen zelfs. Schoof solliciteerde in zijn loopbaan twee keer naar een post als hoge ambtenaar op een ministerie, maar greep mis omdat de sollicitatiecommissie hem te weinig consensusgericht achtte.
Dat kan spanningen geven, maar daar staat tegenover dat Schoof weet dat de politiek soms zijn eigen wetmatigheden heeft. Neem het politieke gesol met de spreidingswet; een bedenksel van Rutte-IV. De Eerste Kamer moest er nog over beslissen toen demissionair minister Yeşilgöz in haar hoedanigheid van VVD-fractievoorzitter een oproep deed aan de Senaat om de wet over de formatie heen te tillen. In De Groene Amsterdammer sprak Schoof in mei in een terugblik: „Ik begrijp de gang van zaken volgens de logica van Den Haag, maar zie ook dat bijna geen hond het snapt.”
Verrassingen
Het naar voren schuiven van Schoof levert de vier partijen naast een bak ervaring nog iets anders op: Schoof zal gezien zijn imponerende reeks eerdere functies al zo vaak zijn doorgelicht dat de kans op negatieve verrassingen nihil is.