Inspectie zegt Co-Med verder de wacht aan
Huisartsenorganisatie Co-Med heeft de bereikbaarheid en de beschikbaarheid van de zorg in meerdere huisartsenpraktijken structureel niet goed geregeld, stelt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Dit leidt „tot grote risico’s voor de veiligheid van patiënten”, waarschuwt ze. De IGJ eist ogenblikkelijk verbetering.
De bevindingen en eisen zijn al van maanden terug, maar de IGJ kon ze niet publiceren doordat Co-Med dit op juridische wijze probeerde tegen te houden. Dat is nu echter definitief niet gelukt, aldus de IGJ.
De inspectie eist onverminderd dat Co-Med Zorg B.V. een half jaar lang elke maand een rapportage inlevert waaruit blijkt hoe de (spoedeisende) huisartsenzorg op alle locaties de komende maand is geregeld. Tevens moet na afloop van de maand worden gerapporteerd hoe deze (spoed)huisartsenzorg daadwerkelijk is ingevuld.
De IGJ ontvangt sinds 2021 meldingen over huisartsenketen Co-Med, een organisatie die vrijkomende praktijken opkoopt. Ze deed onderzoek. Daaruit is volgens haar onder meer gebleken „dat niet alle praktijken in geval van spoed binnen dertig seconden bereikbaar zijn. Hierdoor krijgt een patiënt bij spoed niet binnen dertig seconden een medisch deskundig persoon aan de lijn.”
„Ook voor de reguliere (niet-spoed) medische vragen zijn de praktijken overdag niet altijd goed telefonisch bereikbaar”, constateert de inspectie verder. „Daarnaast is er niet altijd een medisch deskundige medewerker beschikbaar voor triage, advies of het inplannen van een afspraak”, vervolgt ze. De IGJ stelde voorts vast dat „er niet in alle praktijken een huisarts beschikbaar is voor het geval er een spoedmelding is. Na zo’n spoedmelding moet een huisarts binnen vijftien minuten ter plaatse kunnen zijn óf de patiënt op korte termijn kunnen ontvangen voor een consult.”
De Patiëntenfederatie Nederland liet dinsdag nog weten dat de overheid en anderen volgens haar moet ingrijpen voor mensen die zijn aangesloten bij een commerciële keten van huisartsen als Co-Med. Als het misgaat, kunnen patiënten „geen kant op”, aldus de Patiëntenfederatie.