„Aanbidding van het ego is de grootste vijand”
De eerste woorden die God tot een mens sprak, waren woorden van zegen. „Dit is verootmoedigend en verwondert.”
Na een reis met veel vertraging vanwege het stormachtige weer, kwam een delegatie van zo’n 25 personen maandagmiddag in het conferentiecentrum van Yarnfield in Engeland. De jaarlijkse conferentie van uitgeverij Banner of Truth wordt ook dit jaar weer bezocht door predikanten uit heel Europa, Azië en Afrika. Centraal staat de vraag uit Psalm 8: „Wat is de mens?”
Wonder
Ligon Duncan, rector van het Reformed Theological Seminary in Jackson in de Verenigde Staten, zoomt in op de eerste hoofdstukken van de Bijbel. De hoogleraar systematische theologie houdt drie lezingen: over schepping, val en verlossing.
Door te spreken roept God alles in het aanzijn. Maar wanneer Hij de mens schept, spreekt Hij tót ons. De eerste woorden tot de mens zijn woorden van zegen (Genesis 1:28). Dit is verootmoedigend én verwondert. Wat een wonder dat God Zich in een uitgestrekt universum inlaat met ieder individueel mens.
Deze demonstratie van Gods goedheid kon alleen worden bereikt omdat Hij afdaalde naar de mens. Hoewel Hij dat niet verplicht was, zocht Hij contact om een relatie aan te gaan: niets minder dan een verbondsgemeenschap. Die bevat zegen, maar brengt ook verplichting met zich mee. De mens heeft de verantwoordelijkheid om het beeld van God te vertonen door de aarde te vervullen en te onderwerpen.
Duncan benadrukt deze avond ook dat de mens uniek geschapen is. Uniek, want anders dan dieren en engelen zijn wij gemaakt naar het beeld van God. Ieder mens heeft daarom intrinsieke waardigheid. In een tijd waarin er op ethisch gebied veel in beweging is, is het zaak eerst en vooral deze waardigheid te benadrukken.
Lichaam en ziel
Naast het beluisteren van lezingen wordt ook het belang van gebed benadrukt. In de vroege morgen komen we samen om vreugde en zorg voor Gods aangezicht te verwoorden.
Na de ”prayer meeting” vervolgt Bill James, rector van het London Seminary in Engeland, de conferentie met een lezing over de verhouding tussen lichaam en ziel. Vanuit Genesis 2 laat hij zien dat lichaam en ziel bij elkaar horen. In een tijd van identiteitscrisis is dit Bijbelse accent nodig. Ziel en lichaam hebben elkaar nodig en Bijbels gezien kun je stellen dat mensen „belichaamde zielen” zijn.
Deze nauwe verbondenheid tussen lichaam en ziel heeft gevolgen voor de ethiek: voor het denken over levensbegin en -einde, over seksualiteit en genderdysforie. Veel hedendaagse verwarring over menselijke identiteit is te herleiden tot het ontkennen van de relatie tussen lichaam en ziel. Onze maatschappij heeft mensen nodig die God aanbidden met lichaam en ziel en mensen die voor de wereld van vandaag bidden.
Aanbidden
De tweede ochtendlezing is van Matthew Roberts, predikant van de Trinity Church in de Engelse stad York. Vanuit Markus 12 (het dubbelgebod van de liefde) behandelt hij het thema ”Mens: aanbidder van God”. Roberts laat zien dat het de roeping van ieder mens is om God te aanbidden. De zondeval heeft het beeld van God verbrijzeld, maar niet verwijderd. Door het herstelwerk van de Heilige Geest, op grond van het werk van Christus, gaan we willen wat God wil.
„De aanbidding van het ego is de grootste vijand van de aanbidding van God” - Matthew Roberts, predikant in York
Gods geboden zijn een blauwdruk voor de aanbidding van God. Zonde is „verworden aanbidding”, afgoderij van iets of iemand in plaats van God. Roberts typeert de tijd van nu als „idolaat van onszelf”. De aanbidding van het ego is de grootste vijand van de aanbidding van God. Echt mens word je pas in de gelovige onderwerping aan Christus, Die de Vader volkomen aanbad en ons vóórgaat in aanbidding.