De lonen gaan niet meer zo hard omhoog in nieuwe cao-afspraken. AWVN, de belangrijkste arbeidsvoorwaardenadviseur van Nederlandse werkgevers, meldt dat de loonafspraken in maart gemiddeld 5,3 procent bedroegen.
In februari was er nog een kleine opleving, met een plus van 6,4 procent. In januari was de gemiddelde loonstijging die in cao’s werd afgesproken 5,9 procent.
AWVN signaleert een dalende trend. Enkele maanden geleden was er nog sprake van een groei van 8 procent, de grootste gemiddelde loonstijging van de afgelopen jaren.
De gemiddelde loonafspraak in 2024 is nu 5,9 procent. Dat is nog steeds veel hoger dan in de afgelopen veertig jaar. In maart zijn in totaal 22 cao-akkoorden afgesloten, waaronder zo’n 210.000 werknemers vallen.
De cijfers van AWVN worden goed in de gaten gehouden door De Nederlandsche Bank (DNB). De centrale bank is er scherp op dat de lonen niet te sterk blijven oplopen. Als dat gebeurt, bestaat het risico dat dit de inflatie extra aanwakkert.
Maar de kans hierop is klein, stelde DNB onlangs na onderzoek. Volgens DNB is het wel nodig om de loonontwikkeling nauwlettend te blijven volgen. „In veel nieuwe cao’s wordt nog steeds rekening gehouden met eerdere stijgingen van de inflatie. Dat wil zeggen dat de doorwerking van de inflatiepiek naar de loongroei nog niet is voltooid”, merkte de centrale bank op.