Waarom onderbewoning van huurwoningen serieus probleem is in Nederland
Het tekort aan woningen in Nederland loopt op. Tegelijk wonen er in veel huizen minder mensen dan op basis van het aantal slaapkamers mogelijk is.
Over deze zogeheten onderbewoning berichtte de NOS donderdag op basis van eigen onderzoek. Nederland blijkt eruit te springen met 61 procent huizen met onderbewoning. Uit gegevens van het Europese statistiekbureau Eurostat blijkt dat slechts drie andere landen meer mensen te ruim wonen: Malta, Cyprus en Ierland.
Van onderbewoning is sprake wanneer er meer slaapkamers beschikbaar zijn dan er noodzakelijk in gebruik zijn. Zo gaat Eurostat ervan uit dat elk stel, elke single of twee kinderen onder de 17 jaar van hetzelfde geslacht recht hebben op één slaapkamer.
Nederland kent geen wet op onderbewoning; de overheid kan er weinig op sturen. Particulieren met onderbewoning kunnen dus niet worden gedwongen om meer mensen in huis te nemen. Voor woningcorporaties ligt dat iets anders. Zij hebben de maatschappelijke taak om mensen te huisvesten, terwijl hun wachtlijsten lang zijn.
Van de 2,1 miljoen verhuurde woningen wordt 51 procent bewoond door eenpersoonshuishoudens, meldde de NOS op basis van cijfers van de Autoriteit Woningcorporaties. Vaak bewonen zij eengezinswoningen met meerdere slaapkamers. Sommige corporaties, zoals Parteon uit Zaanstad, hebben een percentage onderbewoning van zelfs 73 procent.
Om uit de impasse te raken en de wachtlijsten weg te werken, verhuren corporaties grotere woningen aan twee of meer alleenstaanden. Een corporatie die huizen verbouwt voor dit zogeheten woningdelen is de Nijmeegse corporatie Talis. De gezamenlijke huurders delen de woonkamer en de keuken, maar beschikken wel over een eigen slaapkamer, douche en wc. Talis verhuurt zo momenteel veertig woningen aan twee singles per woning, en dat moeten er nog veel meer worden. Met name starters kunnen hiervan profiteren.
Mogelijk moeten wetten voor sociale voorzieningen aan het fenomeen woningdelen worden aangepast. Woningdelers zouden voor de wet geen gezamenlijk huishouden moeten vormen, stelt het Instituut voor Publieke Waarden in het artikel van de NOS: ze hebben immers ieder een eigen huurcontract getekend. Bij eventuele werkloosheid van een van de twee singles zou er niet moeten worden gekort op uitkeringen.