Het Poolse parlement heeft een eerste stap gezet richting een versoepeling van de abortuswetgeving in het land. Vier wetsvoorstellen hierover zijn door de volksvertegenwoordigers voor analyse doorgestuurd naar een speciale commissie. Tegenstanders hadden tevergeefs moties ingediend om de hervormingen tegen te houden.
De voorstellen maken het onvoorwaardelijk toestaan van een abortus in de eerste twaalf weken van een zwangerschap mogelijk. Ook moet het mogelijk worden een zwangerschap te beëindigen als de foetus afwijkingen vertoont, wat tot een besluit van een grondwettelijk hof in 2020 toegestaan was.
De huidige abortuswetgeving in Polen behoort tot de strengste van heel Europa. Er geldt sinds 2021 een bijna volledig verbod. Een zwangerschap kan alleen worden afgebroken bij verkrachting, incest of gevaar voor de gezondheid of het leven van de vrouw. Activisten zeggen dat een abortus in de praktijk vaak lastig te regelen is, ook als een zwangere vrouw aan de eisen voldoet.
Het is nog niet duidelijk hoeveel tijd de speciale commissie nodig heeft om de wetsvoorstellen te behandelen. Als het parlement de hervormingen ook goedkeurt, moet de conservatieve president Andrzej Duda zijn handtekening zetten. Het is nog de vraag of hij dat gaat doen. De meerderheid van de pro-Europese coalitiepartijen in het parlement is niet groot genoeg om een veto van de president terug te draaien. Mogelijk wordt met de goedkeuring van de wet gewacht tot na de presidentsverkiezingen volgend jaar.
De vorige regering onder leiding van de conservatieve partij Recht en Rechtvaardigheid (PiS) is verantwoordelijk voor de strenge abortuswetgeving. Duda is een bondgenoot van die partij. De in december aangetreden premier Donald Tusk beloofde in zijn verkiezingscampagne de abortuswetgeving te versoepelen. Politieke waarnemers zeggen dat het onderwerp abortus mede heeft gezorgd voor een recordopkomst bij de parlementsverkiezingen in oktober.