Wie aan de Verenigde Staten denkt, denkt waarschijnlijk eerder aan brede snelwegen en veel auto’s dan aan treinen. Maar in de regio Chicago is ook de trein nog heel belangrijk.
De miljoenenstad Chicago, in de noordelijke staat Illinois, is de spoorweghoofdstad van Amerika. Toen de spoorwegen eind 19e eeuw sterk in opkomst waren, werd er gebouwd van de oostkust naar het westen en van de westkust naar het oosten. In Chicago kwamen deze lijnen samen.
De stad heeft vier grote stations, waarvandaan dagelijks ruim 700 treinen vertrekken. Daaronder de landelijke Amtrak-treinen, die soms bijna drie dagen onderweg zijn naar hun eindbestemming. Maar ook de plaatselijke treinen, die jaarlijks miljoenen forenzen vervoeren van en naar de metropool. Daarnaast vervoeren meer dan 500 goederentreinen per dag hun vracht door de regio. Van olie tot auto’s en van graan tot staal. Het vervoer per spoor speelt een cruciale rol in de economie van de regio en tot ver daarbuiten.
Spoorliefhebbers trekken dan ook graag naar de regio om treinen te spotten. Dieseltreinen dan toch vooral. Want in de onherbergzame gebieden van het midden en westen van Amerika is diesel nog onmisbaar.
De vaak kilometerslange goederentreinen worden getrokken door 4000 pk sterke locomotieven, waarvan er regelmatig wel zes als trekkracht dienen. Bij een spoorwegovergang vermengt het dieselgeronk zich met de verplichte hoorn- en belsignalen om de naderende trein aan te kondigen.
Als zo’n trein tergend langzaam in beweging komt, duurt de passage van een overweg ruim tien minuten.