PolitiekOorlog Israël-Hamas
Hoe in Den Haag de toon over de oorlog tussen Israël en Hamas veranderde

Na bijna een halfjaar oorlog tussen Israël en Hamas zijn de toon en de houding ten opzichte van Israël in politiek Den Haag veranderd. Hoe ontwikkelde de positie van het kabinet zich?

Premier Mark Rutte met zijn Israëlische ambtsgenoot Benjamin Netanyahu enkele weken na het uitbreken van de oorlog in Jeruzalem. Rutte ging het afgelopen halfjaar vier keer naar Israël.  beeld EPA/GPO, Kobi Gideon
Premier Mark Rutte met zijn Israëlische ambtsgenoot Benjamin Netanyahu enkele weken na het uitbreken van de oorlog in Jeruzalem. Rutte ging het afgelopen halfjaar vier keer naar Israël.  beeld EPA/GPO, Kobi Gideon

„Wij staan natuurlijk onvoorwaardelijk naast Israël na deze verschrikkelijke aanslag”, aldus Rutte in een Kamerdebat na de terreuraanval van Hamas op 7 oktober. „Ik blijf dat ook zeggen.” In de Kamerdebatten die volgden, gebeurde dat de laatste maanden echter niet meer.

Hoewel Rutte ongetwijfeld nog hetzelfde standpunt huldigt, zijn er wel een aantal redenen te bedenken waarom hij toch níét herhaalt dat Nederland Israël onvoorwaardelijk steunt. Naast de verkeerde uitleg die anderen eraan gaven, kan ook meespelen dat het kabinet het uitspreken van onvoorwaardelijke steun lastig vindt samengaan met de kritischere boodschap die het is gaan uiten.

Die veranderde houding heeft alles te maken met het vervolg op de grote aanval van 7 oktober. In politiek Den Haag zijn er niet alleen zorgen over het grote aantal doden, maar ook over de humanitaire situatie in het gebied ter grootte van ruim twee keer Texel. Dit brengt Nederland overigens al vanaf vrijwel het begin van de oorlog onder de aandacht van Netanyahu. Al in oktober zei Rutte tegen de Israëlische premier dat met grote spoed dramatisch meer steun moet worden toegelaten voor de onschuldige inwoners van Gaza en dat terughoudendheid in het militaire optreden noodzakelijk is. Vorige maand zei Rutte dat Israël „veel meer” kan doen om te zorgen voor voldoende voedsel in heel Gaza. „Ik ben daar toch wel heel kritisch op”, aldus de premier, die concrete punten noemde die Israël kan oppakken.

Rafah

Een grotere verschuiving is zichtbaar als het gaat om de mogelijkheid van een Israëlisch grondoffensief in Rafah, in het zuiden van Gaza. Meer dan een miljoen mensen hebben in de stad een veilig heenkomen gezocht. Israël zegt Rafah, dat het laatste Hamasbolwerk zou zijn, te zullen binnenvallen.

Het Nederlandse kabinet slaat hierover een steeds kritischere toon aan. Minister van Buitenlandse Zaken Hanke Bruins Slot schreef in februari op X dat het moeilijk te zien is „hoe een grootscheeps militair optreden niet zal leiden tot vele burgerslachtoffers en een grotere humanitaire catastrofe. Dat is niet te rechtvaardigen”, aldus de minister. „Don’t do it”, was Ruttes boodschap aan Netanyahu. Over eventuele sancties wilde Bruins Slot het in februari in de Kamer echter nog niet hebben.

Vorige maand veranderde dat; een inval in Rafah zal „politieke consequenties” hebben, stelde de bewindsvrouw. Rutte zei, weer iets later, dat het een „gamechanger” zou zijn, al wilde hij er weinig meer over kwijt. Dat wilde hij „boven de markt laten hangen”. Wel zei hij dat er niets wordt uitgesloten, „ook sancties niet”.

VN-resoluties

Ook ten aanzien van VN-resoluties over Israël is er iets opvallends te bespeuren. Tot woede van het linkerdeel van de Kamer onthield Nederland zich in oktober en december in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (VN) van stemming bij resoluties die opriepen tot achtereenvolgens een bestand en een staakt-het-vuren tussen Israël en Hamas. Het is echter de vraag of Nederland nu opnieuw niet voor zo’n resolutie zou stemmen.

Na beide stemonthoudingen kwamen daarover van Nederlandse zijde verklaringen naar buiten. Nederland stelde in december in een stemverklaring bij de VN dat de tekst niet duidelijk genoeg was over de tijdelijke aard van een humanitair staakt-het-vuren, en dat een verwijzing naar de „gruwelijke aanvallen” van Hamas ontbrak. Verder noemde premier Rutte in de Kamer dat in de resolutie het recht op zelfverdediging van Israël niet werd erkend.

Recent werd in de Veiligheidsraad van de VN, waar Nederland geen deel van uitmaakt, na herhaalde pogingen ook een resolutie aangenomen waarin een staakt-het-vuren wordt geëist. Dat zou moeten gelden voor de vastenmaand ramadan en gerespecteerd moeten worden door alle partijen, „leidend tot een duurzaam staakt-het-vuren”. Verschillende kabinetsleden verwelkomden de resolutie, hoewel die evenmin een veroordeling van Hamas en erkenning van het recht op zelfverdediging van Israël bevatte. Mogelijk is de Nederlandse reactie een voorbode van een positievere houding tegenover eventuele nieuwe resoluties in de Algemene Vergadering.

X-account

Ook de berichten die Bruins Slot via haar X-account verstuurt, bieden een aanknopingspunt om te denken dat het stemgedrag van Nederland bij een volgende VN-resolutie wel eens anders kan zijn. Eerder sprak de minister in berichten steeds over een „tijdelijk humanitair staakt-het-vuren”; sinds begin maart gebruikt ze het woord „tijdelijk” echter niet meer.

Hoe verder? Afzwaaiend premier Rutte bemoeit zich intensief met het conflict. „We hebben op dit moment veel meer invloed dan de landen die vanaf het begin hebben gezegd: Israël is fout en wat ze daar doen kan niet. Dat kun je ook doen. Dan heb je misschien af en toe, afhankelijk van je politieke oriëntatie, een goed gevoel, maar dan oefen je nul invloed uit op de situatie ter plekke”, zei hij onlangs in een Kamerdebat. En: „Voor mij is de effectiviteit leidend in alles. Op een gegeven moment moet je daarbij natuurlijk ook reëel zijn. Als dat niet genoeg oplevert, dan moet je opnieuw bereid zijn om te zeggen: wat betekent dat?”

Ruttes boodschap is helder: gesprekken met Israël moeten zin hebben. Zijn premierschap loopt echter ten einde. Welke toon Nederland na Rutte zal aanslaan is medeafhankelijk van de uitkomst van de kabinetsformatie. Slagen de onderhandelingen tussen PVV, VVD, NSC en BBB, dan ligt een veel kritischer houding niet voor de hand. Een verschil met nu is wel dat de vier partijen straks een grotere rol voor de Kamer in petto hebben. Dat zorgt voor meer onvoorspelbaarheid; de tijd moet leren of, en, zo ja, tot welke verrassingen dat mogelijk leidt.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer