Kamermeerderheid niet voor parlementaire enquête gesloten jeugdzorg: „We kennen de problemen al”
GroenLinks-PvdA en NSC willen een beknopte parlementaire enquête naar misstanden in de gesloten jeugdzorg. Maar wie bewijs je daar nu eigenlijk een dienst mee, vraagt een groot deel van de Tweede Kamer zich af. „Dat wordt een onderzoek naar dingen die we toch al weten.”
De Tweede Kamer debatteerde donderdag over misstanden in de gesloten jeugdzorg. Die werden onder meer aan de kaak gesteld in een recent verschenen rapport van Jason Bhugwandass. Bhugwandass zat in 2015 zelf op een gesloten jeugdzorgafdeling. Hij sprak voor zijn onderzoek met 151 jongeren die net als hij onder Zeer Intensieve en Kortdurende Observatie en Stabilisatie (Zikos) werden geplaatst. Uit het rapport dat hij begin maart presenteerde bleek dat het overgrote deel van deze jongeren te maken kreeg met geweld en (seksueel) misbruik.
Grote stapel
GL-PvdA en NSC lieten daarom woensdag al weten een beknopte parlementaire enquête in te willen stellen naar de misstanden in de jeugdzorg. Daarvoor is nu echter geen Kamermeerderheid. „Zo komt er weer een rapport op de grote stapel, terwijl we juist aan de bak moeten”, aldus PVV’er Patrick Crijns. Ook VVD en BBB zijn niet voor. De VVD wil wel een actieplan dat toekomstige misstanden moet voorkomen.
Volgens Lisa Westerveld (GL-PvdA) is een parlementaire enquête echter de enige manier om te onderzoeken waar het politiek is misgegaan.
Er zijn in de achterliggende decennia bijna 10.000 kinderen opgesloten in verschillende jeugdzorginstellingen; dat waren politieke keuzes
Bhugwandass betreurt het dat de Kamer nu geen heil ziet in een parlementaire enquête. „Er zijn in de achterliggende decennia bijna 10.000 kinderen opgesloten in verschillende jeugdzorginstellingen; dat waren politieke keuzes”, laat hij desgevraagd weten. „Je hebt inzicht nodig om patronen te kunnen doorbreken. Dat gebeurt nu niet”, zegt hij.
Eind februari constateerde de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) dat er te weinig passende hulp werd geboden aan jongeren in de gesloten jeugdzorg. Anders dan Bhugwandass maakte de toezichthouder echter geen melding van misbruik en geweld.
Staatssecretaris Maarten van Ooijen (Gezondheidszorg) erkende die discrepantie donderdag. „Het rapport van Bhugwandass gaf nieuwe signalen die de IGJ niet heeft kunnen ophalen in gesprekken met cliënten”, gaf hij toe. De IGJ gaat volgens hem reflecteren op de vraag hoe dat kan.
Afbouw
In december 2021 besloot de Tweede Kamer dat er in 2030 geen jongeren meer in gesloten jeugdzorgafdelingen mogen verblijven. De afbouw kan volgens Van Ooijen niet sneller omdat er nog moet worden gezocht naar alternatieven. Volgens cijfers van de Jeugdautoriteit zitten er nog zo’n 480 jongeren in de gesloten jeugdzorg. Begin 2022 waren dat er nog zo’n 1205.