Plannen om met miljoenen uit de staatskas de verkeersveiligheid te verbeteren, schelen in de komende dertig jaar vijftien doden. Dat schatten onderzoekers van verkeersveiligheidsinstituut SWOV. Daarnaast zouden 393 matig gewonde en 183 ernstig gewonde verkeersslachtoffers worden vermeden.
De schattingen draaien om maatregelen uit de zogeheten Investeringsimpuls Verkeersveiligheid, een overheidsprogramma waarbij onder meer gemeenten geld uit Den Haag kunnen krijgen om verkeersplannen mee te betalen. De overheden konden kiezen uit een ‘menukaart’ waar bijvoorbeeld fietstunnels, verkeersdrempels en rotondes op staan.
Het Rijk betaalt 75 miljoen euro aan de plannen die SWOV heeft bekeken. Lokale overheden droegen nog eens grofweg 150 miljoen bij. In totaal is 500 miljoen euro uit Den Haag beschikbaar, waarvan meer dan de helft nog niet is besteed.
De schatting betekent niet dat het totaalaantal verkeersdoden de komende jaren ook daadwerkelijk daalt, benadrukken de onderzoekers - dat hangt van een hoop andere factoren af.
Eind jaren negentig lag het aantal dodelijke verkeersslachtoffers nog boven de duizend per jaar, laten cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek zien. Dat aantal daalde naar 570 in zowel 2013 als 2014, maar is sindsdien weer gestegen. In 2022 kwamen 745 mensen om het leven in het verkeer.