Steeds vaker hebben familiebedrijven een raad van commissarissen of raad van advies die samen met de directeur de koers van het bedrijf bepaalt. In tien jaar tijd steeg het percentage familiebedrijven met zo’n bestuursvorm fors.
Dat blijkt uit onderzoek van Nyenrode Business Universiteit, in samenwerking met advieskantoor RSM en de bank Van Lanschot Kempen. Aan de studie, die dinsdag verscheen, deden 232 familiebedrijven mee. Van de familiefirma’s met meer dan 200 werknemers heeft bijna 60 procent nu een raad; in 2013 was dat nog 22 procent. Bij familiebedrijven met 100 tot 199 werknemers telt bijna de helft (47 procent) een raad tegen 26 procent in 2013.
“We zien een professionalisering bij familiebedrijven”, zegt Roberto Flören, hoogleraar familiebedrijven bij Nyenrode Business Universiteit. „Generatiewisselingen, duurzaamheid en concurrentie spelen daarin een belangrijke rol.” Overigens zijn volgens hem bij goed bestuur ook een eigendomsstrategie en familiestatuut van belang.
Sleutelfiguren
Bij veel familiebedrijven zijn er maar een beperkt aantal sleutelfiguren, schrijven de onderzoekers. „Deze directeuren staan er veelal alleen voor. Advies en toezicht van een raad kan een grote toegevoegde waarde hebben.” Ruim de helft van de familiebedrijven gaf de geloofwaardigheid naar buiten toe als reden aan voor een raad. Wellicht is dat omdat directeurs veronderstellen dat zonder een raad een familiefirma sneller als onprofessioneel wordt gezien.
Ondanks de sterke stijging heeft de meerderheid (62 procent) van de familiebedrijven nog geen raad. Redenen zijn zoal: geen behoefte hebben aan advies van personen buiten de onderneming, de hoge kosten van de raad en onbekendheid met de voordelen.