Kim Putters adviseert om een ‘programkabinet’ te vormen op basis van een akkoord op hoofdlijnen. PVV, VVD, NSC en BBB moeten daar wat hem betreft verder over gaan onderhandelen. Het akkoord op hoofdlijnen moet wat Putters, inmiddels oud-informateur, betreft op brede steun in de Tweede Kamer kunnen rekenen.
Dat zei Putters bij de aanbieding van zijn eindverslag aan Kamervoorzitter Martin Bosma. Hij heeft geconstateerd dat een gewoon meerderheidskabinet op dit moment niet mogelijk is en een minderheidskabinet evenmin.
De vier partijen moeten met elkaar een „programmatische binding” aangaan, verduidelijkte Putters. Zij moeten het eens worden over „de feitelijke bouwstenen van een kabinet”. Bij een programakkoord hoort volgens Putters een beknopt hoofdlijnenakkoord. „Daarin worden afspraken gemaakt over de kaders en beleidsdoelen die het kabinet worden meegegeven.”
Ook gaat het volgens hem om samenwerkingsafspraken met de vier fracties en „zo mogelijk met andere fracties”. In ieder geval de vier fracties moeten afspraken maken over een „zorgvuldige werkwijze en toegang”. Daarnaast moeten over omgangsvormen afspraken worden gemaakt, „bijvoorbeeld hoe je omgaat met het indienen en dekken van moties en amendementen of hoe je reageert op onverwachte gebeurtenissen en de buitenwereld.”
Het programkabinet, zoals Putters het noemt, is een vorm van extraparlementaire samenwerking. Hij vindt dat een „passende term” voor het kabinet dat volgens Putters het meest haalbaar is, gezien de gesprekken die met de vier partijleiders zijn gemaakt en het onderzoek dat hij naar kabinetsvormen heeft gedaan. „De Tweede Kamer moet zelf bepalen of ze die term ook wil overnemen.”