Economie
Zuid-Hollandse gemeenten zien nieuwbouwdroom verdampen

Zuid-Holland wil voorkomen dat het landelijk gebied dicht wordt gebouwd. Dat is tegen het zere been van plattelandsgemeenten.

De polder Gnephoek bij Alphen aan den Rijn staat op een lijst van locaties waar woningbouw buiten de bebouwde kom wél mogelijk blijft. beeld ANP
De polder Gnephoek bij Alphen aan den Rijn staat op een lijst van locaties waar woningbouw buiten de bebouwde kom wél mogelijk blijft. beeld ANP

Er moet een einde komen aan het steeds maar verder oprukken van het bebouwd gebied in Zuid-Holland ten koste van natuur en landbouwgrond. Maar tegelijkertijd ligt er een immense bouwopgave: voor 2030 moeten er in Nederlands dichtstbevolkte provincie 230.000 nieuwe woningen verrijzen. Tussen die twee tegenstrijdige uitgangspunten zocht de provinciale politiek woensdag het best mogelijke compromis. De uitkomst leidt vooral bij plattelandsgemeenten tot frustratie.

Provinciale Staten bogen zich in het Haagse provinciehuis over een soort algemeen toekomstplan op het gebied van ruimtelijke ordening. Daarin komt het openhouden van het landelijk gebied nadrukkelijk aan bod. „De afgelopen vijftig jaar is het stedelijk gebied van Den Haag enorm gegroeid”, blikte gedeputeerde Anne Koning (GroenLinks-PvdA) terug. „Toch is het aantal inwoners niet toegenomen. We zijn extensiever gaan wonen en werken. Dat is vooral ten koste gegaan van landbouwgrond.”

Dat BBB en GroenLinks-PvdA als grootste partijen samen in een coalitie zijn gestapt, is aan het Zuid-Hollandse ruimtevoorstel terug te zien. Het provinciebestuur wil het open landschap nadrukkelijk koesteren en noemt daarbij natuuropgaven én voedselzekerheid als argumenten. Dat betekent dat nieuwe woningen vooral in bebouwd gebied moeten komen. Op een enkele uitzondering na wil Zuid-Holland geen nieuwe gebieden meer aanwijzen voor woningbouw buiten de bebouwde kom.

Brandbrief

Dat voornemen leidt tot grote zorgen bij plattelandsgemeenten. Want niet elk dorp heeft geschikte locaties binnen de bebouwde kom. Terwijl de behoefte aan nieuwe woningen vaak groot is: als jongeren wegtrekken, komen voorzieningen onder druk te staan. Achttien plattelandsgemeenten stuurden het provinciebestuur in januari een brandbrief. Zij zijn sindsdien allerminst gerustgesteld: vier wethouders uitten als inspreker hun zorg tijdens de Statenvergadering.

„De context van het landelijk gebied is anders dan die van de stad”, benadrukte wethouder Jan Lock van de gemeente Molenlanden, die een groot deel van de Alblasserwaard bestrijkt. „Veel stukken van de ruimtelijke puzzel vallen in ons gebied: de landbouwtransitie, waterveiligheid, de infrastructuur voor energie. U vraagt als provincie steeds: „Geef, geef, geef!” Maar het is geven en nemen. Als inwoners ruimte voor zichzelf vragen om een paar woningen te bouwen, geeft de provincie niet thuis.”

Straatje erbij

Het is in het provincieplan niet zo dat er helemaal niets meer kan. Juist voor het landelijk gebied werkt de provincie nog beleid uit voor wat in Zuid-Holland een ”straatje erbij” is gaan heten. Maar dat is onvoldoende, vinden de gemeenten. Extra pijnpunt is dat de provincie ook inzet op 40 procent sociale woningbouw. Een streven dat het –zeker in een dorp– ook nog eens lastiger maakt een project te financieren, vrezen de steigerende wethouders.

Coalitiepartijen benadrukten vooral dat de soep ook weer niet zó heet gegeten wordt. Al verschilde de temperatuur van hun verhalen nogal. BBB-statenlid Ad Merks deed voorkomen dat ondanks de nieuwe koers werkelijk alles nog mogelijk was. Terwijl gedeputeerde Koning daar net wat anders in stond. Er is tot op zekere hoogte ruimte om af te wijken als de nieuwe kaders te zeer knellen, beaamde ze. „Maar als je bij elke vraag je regels opzij wil zetten, kun je beter andere regels maken.”

Flexibeler

Er is overigens nog wel een vrij uitgebreide lijst met locaties waar al woningbouw buiten de bebouwde kom gepland staat. Op initiatief van het CDA kwamen Provinciale Staten wel met een breed gesteund voorstel om met die lijst wat flexibeler om te gaan. Er komt een inventarisatie welke plannen doorgaan en welke er juist lastig haalbaar blijken. En daarnaast een extra analyse op welke plekken weinig bouwplannen zijn, terwijl de behoefte aan woningen wel degelijk groot is.

Probleemprojecten kunnen dan alsnog worden vervangen door sneller uitvoerbare plannen die nu op een reservelijst staan. Met name op locaties waar de nood aan nieuwe woningen hoog is.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer