Waarom homoseksualiteit ook in NGK nog gevoelig thema is
Het dikke rapport over homoseksualiteit waarover de synode van de Nederlandse Gereformeerde Kerken (NGK) zich vrijdag buigt, gaat ongetwijfeld brede steun krijgen. Wat niet betekent dat de gedachtewisseling hierover een saai gebeuren wordt. Vijf vragen over hoe dit gevoelige thema in de NGK leeft.
Over welk rapport gaat het?
Het adviesrapport ”Ruimte en richting”. Een studiecommissie binnen de NGK presenteerde dit 246 pagina’s tellende, lang verwachte rapport in december. Een ruime meerderheid van de commissie pleit ervoor dat de NGK officieel uitspreken dat homoseksuele kerkleden die samenleven in een relatie van liefde en trouw deel kunnen nemen aan het heilig avondmaal. Ook zouden deze kerkleden ambtsdrager moeten kunnen worden.
De verwachting is dat dit pleidooi vrijdagmiddag op de synode van de NGK brede steun zal krijgen. Waarop stoelt dit voorgevoel?
Om te beginnen op de getalsverhoudingen binnen de commissie. Dat slechts een enkeling, zoals de hebraïcus Wolter Rose, het met de conclusies van het rapport niet eens is, zegt veel. Eenzelfde ruime meerderheid zal zich vrijdag vermoedelijk aftekenen als de generale synode, bijeen in Elspeet, in een eerste oriënterende ronde het rapport bespreekt. Besluitvorming volgt vrijdag nog niet.
Bedenk verder dat een deel van het grondvlak van de NGK al een eind voor de troepen uitloopt. Wie een kijkje neemt op wijdekerk.nl, een website die plaatselijke kerken registreert waar praktiserende homo’s welkom zijn aan het avondmaal en soms ook ambtsdrager kunnen worden, ziet daarop de namen van zo’n vijfentwintig Ngk’s, van Barendrecht tot Valkenburg en van Amsterdam tot Groningen. Het ligt voor de hand deze gemeenten als trendsetters te zien.
Ten slotte was ook de studie die de vrijgemaakt gereformeerde hoogleraar Ad de Bruijne in 2022 publiceerde, al een teken aan de wand. De Bruijne, die in zijn boek ”Verbonden voor het leven” eveneens pleit voor kerkelijke acceptatie van homoseksuele relaties, is in zijn kerk geen eenling. Hij is de exponent van een brede omslag die de achterliggende tien jaar in de NGK over dit thema plaatsvond.
Is het klassiek-christelijke denken over de homoseksuele praxis dan bijna geheel uit de NGK verdwenen?
Dat is te sterk uitgedrukt. Anderhalve week geleden publiceerde het Nederlands Dagblad een dubbelinterview met ds. Jac. Ophoff (Zwolle) en ds. D.A. Westerkamp (emeritus, Houten). Daarin wijst de laatste erop dat de Bijbel de homoseksuele praxis „zonde” noemt. „Het is een dwaalweg als je mensen aanmoedigt in die richting te gaan”, stelt ds. Westerkamp, die overigens afkomstig is uit de meest ruimdenkende bloedgroep van de NGK, de voormalige Nederlands Gereformeerde Kerken.
Wel wijst alles erop dat deze denkrichting binnen de vorig jaar gevormde fusiekerk NGK een smalstroom is geworden. Het meeste verzet tegen de denktrant van ”Ruimte en richting” valt nog te verwachten uit de bloedgroep van de voormalige Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Veel geharnaste bestrijders van de nieuwe hermeneutiek die aan het rapport over homoseksualiteit ten grondslag ligt, hebben dit kerkverband echter al verlaten; een groep in 2006, een groep in 2009 en een groep rond de fusiedatum: 1 mei 2023.
Hoe hoog nemen NGK’ers die de denklijn van het rapport afwijzen, de kwestie op?
„Dat zal vrijdag blijken. De kans dat zij er een breekpunt van maken, is in elk geval nagenoeg nihil. Ambtsdragers die aan de thematiek zo zwaar tillen, zouden het kerkverband immers anders al eerder vaarwel hebben gezegd. Bovendien hebben veel NGK’ers die zelf nog in de klassiek-christelijke lijn denken, wel degelijk enig begrip voor hun vooruitstrevende broeders en zusters. Zij delen de argumentatie in het rapport, gebaseerd op het idee dat de Bijbelschrijvers nu eenmaal geen kennis hadden van homoseksuele relaties in liefde en trouw, niet. Maar zij begrijpen die redenering op zich wel.
Bovendien leeft in brede delen van het NGK een soort van kerkscheuringstrauma. Op de onverkwikkelijke verwikkelingen in 1967 en in 1944 ziet men met gêne terug. Een kerkscheuring wil men hoe dan ook vermijden.
Tot slot is niet zonder betekenis dat het rapport stelt dat plaatselijke kerken niet gedwongen mogen worden samenlevende homo’s te accepteren aan het avondmaal en in de ambten. Als de synode die clausule overneemt, maakt dat het voor bezwaarden gemakkelijker zich bij besluitvorming conform het rapport neer te leggen.
Maar als het wat de steun voor dit rapport betreft een gelopen race is, wordt het dan vrijdag geen saaie, betekenisloze bespreking?
Nee. Ook voor de NGK blijft homoseksualiteit, een thema waar wereldwijd grote kerkverbanden op scheuren –denk aan de anglicanen, denk aan de Zuidelijke Baptisten–, een spannend, gevoelig en lastig thema. Ook al omdat mondiaal gezien de overgrote meerderheid van christelijke kerken homoseksuele relaties afwijst.
Dat het thema spanning oproept, bleek op een synodevergadering in februari. Buitenlandse zusterkerken, afkomstig uit India, Noord-Amerika, Kenia en Taiwan, stelden toen kritische vragen bij de inhoud van het rapport. Een afgevaardigde uit India betoogde niet te kunnen garanderen dat zijn kerkverband, de Presbyterian Free Church Council, de zusterrelatie met de NGK zou voortzetten als de synode de adviezen van het rapport zou overnemen.
Nog een aspect dat deze discussie vrijdag in Elspeet spannend maakt: in de vele samenwerkingsgemeenten met christelijke gereformeerde kerken zal het cgk-smaldeel straks waarschijnlijk nóg meer in de knel komen te zitten tussen een NGK die homorelaties accepteert en een CGK die deze afwijst.