Blunderen: het overkomt de Amerikaanse president Biden zo vaak dat het bijna geen nieuws meer is. Ook vorige week ging het weer mis. Hoe staat het met het geheugen van de 81-jarige president, en kun je op zijn leeftijd dit ambt nog wel bekleden?
Het is soms pijnlijk om aan te zien hoe een broos ogende Joe Biden met een toespraak of met vragen van journalisten worstelt. Hij praat langzaam, soms mompelend en onduidelijk, laat vaak stiltes vallen waarin hij zoekt naar woorden. Filmpjes van dit soort momenten gaan viraal en worden miljoenen keren bekeken. Zoals in 2022, wanneer Biden zegt dat Amerika in één woord gedefinieerd kan worden, om vervolgens iets onverstaanbaars uit te brengen.
Maar ook afgelopen week maakte de president, schijnbaar zonder dat hij het doorhad, een opmerkelijke misser. Nota bene op het moment dat hij zich verdedigde tegen een rapport van speciaal aanklager Robert Hur. Die deed onderzoek naar aanleiding van geheime documenten die Biden tegen de regels in mee naar huis had genomen.
Volgens het rapport van Hur is het lastig om Biden te betichten van kwade opzet, omdat de president overkomt als een „sympathieke, goedbedoelende oude man, met een slecht geheugen”. Voorbeelden uit het stuk: Biden zou zich niet herinneren in welke jaren hij vice-president was en zou niet weten in welk jaar zijn zoon is overleden. Volgens het Witte Huis zijn de aantijgingen onzin, en is het logisch dat je gebeurtenissen van jaren terug niet allemaal zomaar terughaalt.
Biden gaf een persconferentie om het land ervan te vergewissen dat hij prima in orde was. Maar juist toen, na een vraag van een journalist over de situatie in Gaza, ging hij weer de mist in, door Sisi president van Mexico te noemen terwijl hij Egypte bedoelde.
Verdoezelen
Er is een vaste top drie waaraan ouderen merken dat hun geheugen achteruitgaat, vertelt prof. Douwe Draaisma, hoogleraar geschiedenis van de psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen en schrijver van tal van boeken over het geheugen. „Op nummer drie staat het vergeten van plannen. Het vooruitkijkend geheugen begint te haperen. Je weet bijvoorbeeld dat je vanavond op een verjaardag een geleend boek moet teruggeven aan een vriend. Om het boek niet te vergeten, stop je hem alvast in je tas. Maar als je ’s avonds thuiskomt, zie je dat het er toch nog in zit.”Soms springt het geheugenverlies in het oog. „Bijvoorbeeld als een politicus in een toespraak zegt dat hij drie argumenten tegen een plan gaat noemen, en het derde vergeet. Ik ben zelf 70 jaar, en voor de zekerheid kondig ik nooit aan hoeveel punten ik ga noemen. Dan denk ik: ik zie vanzelf wel hoeveel het er worden.”
Een tweede veelgehoorde klacht van mensen met geheugenverlies is het niet op woorden kunnen komen. „Hier kun je Biden geregeld op betrappen.” Mensen van wie het geheugen achteruitgaat, kunnen dat soms goed verdoezelen, stelt Draaisma, omdat ze een grotere woordenschat hebben opgebouwd. „Maar je merkt bij Biden ook dat het hem geregeld langer kost om op een woord te komen.”
Mitterrand
Het meestgehoorde symptoom van geheugenverlies is het niet op namen kunnen komen of die door elkaar halen. „Omdat Biden een publieke functie heeft en veel in het openbaar spreekt, merk je dit bij hem regelmatig op. Zoals nu met Mexico en Egypte. In het verleden verwarde hij de huidige president van Frankrijk, Emmanuel Macron, met de in 1996 overleden oud-president François Mitterrand.”
Geheugenverlies hoeft niet per se problematisch te zijn voor een president, stelt Draaisma. „Belangrijker is de vraag of iemand ook cognitieve problemen heeft. Denk maar aan het beeld van de verstrooide professor: iemand kan veel verstand hebben en toch warrig zijn in het spreken. En andersom kan iemand een prima geheugen hebben, maar geen inzicht. Uiteindelijk gaat het erom dat je als president je beleid scherp hebt.”
Het publiek maakt die scheiding echter lang niet altijd, aldus Draaisma. „Veel mensen denken dat als je aan ouderdomsvergeetachtigheid begint te lijden, je ook geen verstandige beslissingen meer kunt nemen. Dat is pijnlijk en ook gewoon niet waar. Het zijn twee betrekkelijk op elkaar staande domeinen.”
Geheugenstoornis
Die redenering ten spijt vinden veel Amerikanen dat Biden (81 jaar) én Trump (77) niet meer de leeftijd hebben om nog een termijn te dienen als president. In een recente peiling zei 86 procent beide kandidaten te oud te vinden.Daar sluit prof. André Aleman, hoogleraar cognitieve neuropsychiatrie aan het Universitair Medisch Centrum Groningen, zich bij aan. Een keer twee namen door elkaar halen is heel normaal, stelt hij. „Maar bij Biden gebeurt het wel heel vaak.” En dat is ook niet verwonderlijk, benadrukt Aleman. „Van de 75- tot 80-jarigen heeft 65 procent een geheugenstoornis. Vanaf 85 jaar gaat het om een nog veel hoger percentage.”
Gedeeltelijk is genetisch bepaald hoe snel iemand achteruitgaat, vertelt Aleman. „Maar het heeft voor een belangrijk deel ook met leefstijl te maken. Zo helpt het om goed voor je lichaam te zorgen, door gezond te eten en genoeg te bewegen. Wat ook goed helpt, is boeken lezen en nieuwe dingen leren. Ga bijvoorbeeld op een cursus vogelspotten, of leer een instrument spelen of vreemde taal spreken. Zo schakel je je brein in.”
Leeftijdsgrens
Om echt te weten hoe het gesteld is met iemands geheugen, moet je een psychologische test afnemen. „Dan krijg je scores te zien. Ik zou het zelf niet gek vinden als een president van een groot land zoiets moet ondergaan, net als bijvoorbeeld een straaljagerpiloot.”
De hersenonderzoeker zou ook best nog een stap verder willen gaan. „Ik zou het verstandig vinden om voor het presidentschap een leeftijdsgrens in te stellen van 75 jaar. Want daar zit het omslagpunt waarop de meeste mensen geheugenproblemen beginnen te krijgen. De kans dat iemand hard achteruitgaat, is dus een stuk groter.” Is zo’n grens geen discriminatie? Nee, vindt Aleman. „Want 75-plussers hebben al een kans gehad.”