Mohamed Ould Ghazouani kan tevreden zijn. De president van Mauritanië, de enige formeel islamitische republiek in Afrika, kreeg donderdag hoog bezoek uit Brussel en Madrid. Het legde hem geen windeieren.
Maar liefst een half miljard euro beloofden de Europese Commissievoorzitter Ursula von der Leyen en de Spaanse premier Pedro Sánchez uit te trekken voor steun aan het West-Afrikaanse land van iets meer dan vier miljoen inwoners.
De reden voor deze plotselinge gulheid is te vinden op de Canarische Eilanden. Vorig jaar maakten 40.000 West-Afrikaanse vluchtelingen en migranten de oversteek over de Atlantische Oceaan naar de Spaanse archipel. Dat was een record sinds de opkomst van deze lange en gevaarlijke migratieroute zo’n twintig jaar geleden. Een van de voornaamste vertrekpunten was de 700 kilometer lange kust van Mauritanië.
Dit jaar houdt de vluchtelingenstroom aan. Alleen al in januari, gewoonlijk een rustige maand, arriveerden ruim 7200 West-Afrikanen in vissersboten op de stranden van de Canarische Eilanden – dertien maal zo veel als een jaar geleden. Ruim 80 procent van hen was vertrokken vanaf de Mauritaanse kust. Het leidde tot ernstige bezorgdheid in Spanje en de Europese Unie. Haastig zetten Sánchez en Von der Leyen een bliksembezoek naar de Mauritaanse hoofdstad Nouakchott op touw.
Springplank naar Europa
Daarbij haalden ze een inmiddels bekend scenario uit de kast: een zak geld in ruil voor het tegenhouden van migranten. Eerder hadden Turkije, Marokko en Libië al gemerkt hoe zij dankzij dit Europese migratiebeleid honderden miljoenen en zelfs miljarden euro’s konden incasseren.
Vorig jaar, toen Tunesië de voornaamste springplank naar Europa was, haastten Von der Leyen en de Italiaanse premier Giorgia Meloni zich naar Tunis met een fors steunpakket in ruil voor strakkere bewaking van de Tunesische kust. De Mauritaanse president Ghazouani wist dat het nu zijn beurt was.
Von der Leyen zegde donderdag 210 miljoen euro toe aan directe steun om migranten te dwarsbomen. Veertig miljoen daarvan zal gebruikt worden voor beveiliging en controle aan de grens met Mali, waar veel mensen de oorlog ontvluchten. In Mauritanië leven naar schatting 150.000 gevluchte Malinezen in kampen onder slechte omstandigheden.
Clandestiene migratie
De Spaanse premier Sánchez kondigde leningen aan ter waarde van 300 miljoen euro, onder meer voor investeringen in groene waterstof. Daarvan zullen vooral Spaanse ondernemers profiteren die met de premier meereisden naar Mauritanië. Voor humanitaire hulp trekt Madrid aanzienlijk minder geld uit: 2 miljoen.
Spanje heeft al jaren een vijftigtal agenten gestationeerd in Mauritanië. Zij staan de plaatselijke politie bij in de strijd tegen de clandestiene migratie. Tot nu toe was de financiële hulp van Spanje beperkt tot 10 miljoen per jaar voor de Mauritaanse kustwacht. Brussel droeg twee miljoen per jaar bij. Dat bedrag wordt nu dus vermenigvuldigd met honderd. Mauritanië heeft een slechte staat van dienst op het gebied van mensenrechten.