Waarom een moslim na explosie Rotterdam snel moet worden begraven
De dodelijke explosie in Rotterdam hakt erin. Bij familie, bij moslims, bij Rotterdammers. „Het verdriet, de pijn en het onbegrip zijn groot”, vertelt imam Chishti.
De politie zette donderdagmiddag speurhonden in op de ramplocatie aan de Schammenkamp in Zuidwijk waar zich maandagavond een explosie voordeed. Nog altijd worden twee personen vermist.
Nabestaanden drongen woensdag de rampplek binnen om het lichaam van een omgekomen familielid te bergen. De ME moest in actie komen om de gemoederen tot bedaren te brengen. De autoriteiten geven het zwaar verwoeste complex nog niet vrij omdat de risico’s te groot zijn. Pilaren staan op instorten.
„Hoe is het anno 2024 in Nederland mogelijk dat mensen niet sneller uit het puin worden gehaald, vraagt Iftekhar Ali Chishti (68) zich af. De imam, vrijwilliger in de Masjid Ghausia-moskee in Rotterdam, was jarenlang werkzaam als gevangenispastor bij Justitie. „Waarom zijn er geen technieken om de doden te bergen? Op hoog niveau moet worden uitgezocht waarom dit zo lang heeft geduurd.”
De Rotterdamse imam kan begrip opbrengen voor de actie van nabestaanden om een slachtoffer uit het puin te halen. „Het is een hele moeilijke situatie voor de familie. De berging duurt veel te lang. Waarom doen de autoriteiten niets? Hoe lang kunnen zij nabestaanden laten wachten?”
Tijd dringt
De tijd dringt na het overlijden van een moslim. Een overledene moet volgens islamitisch voorschrift zo snel mogelijk worden begraven; liefst voor de eerste zonsondergang of binnen 24 uur na het overlijden.
„Het is een voorschrift van de profeet voor zover mogelijk.” De 24 uur geldt volgens de Pakistaanse voorganger niet als eis, wel als dringende wens. „Daarom is het zo erg als iemand maar onder het puin blijft liggen”, legt imam Chishti uit.
„De profeet heeft gezegd dat de persoon naar het paradijs gaat. Zolang wij de overledene niet begraven, belemmeren wij zijn gang naar het paradijs. Voor de begrafenis lijdt hij onrust, een soort wachtpijn omdat hij nog niet binnen kan gaan. Pas daarna bij aankomst in het paradijs krijgt de persoon rust.”
Volgens wettelijk voorschrift in Nederland moet er minimaal 36 uur zitten tussen overlijden en uitvaart. Voor een begrafenis binnen 24 uur, zoals moslims graag zien, moet een gemeente via de burgemeester toestemming geven. „Meestal is dat een formaliteit die de uitvaartondernemer regelt.”
Rituele wassing
Een islamitische uitvaart is aan meer regels en voorschriften gebonden. Zo moet een overledene ritueel worden gewassen. Een keer met lauw water, een keer met water met olijfblad en een keer met water en kamfer. „Een keer is ook goed, maar drie keer is beter”, zegt Chishti. Gebruik van parfum is prima, alcohol is taboe.
De reden van de rituele wassing is voor de Rotterdamse imam logisch. „Een overleden moslim gaat op reis naar het paradijs. Iedereen die in dit leven op reis gaat, wast of doucht zich ook eerst.” De overledene krijgt een wit kleed aan. „Als je op reis gaat, trek je ook mooie kleren aan.”
Na de wassing vinden de dodengebeden (Djanazah-gebeden) plaats, meestal door een imam of een zoon van de overledene. Niet geknield, met het hoofd op de grond, zoals bij de dagelijkse gebeden. „Dan buigt een moslim zijn hoofd naar de grond uit eerbied.” Bij de dodengebeden die enkele minuten duren, blijft iedereen staan. „Het doel is anders. Wij bidden dan voor een mooie plek in het paradijs.”
Mekka
Bij de begrafenis gebruiken moslims meestal geen kist, maar een afdakje boven het hoofd van steen of houten planken. Een overledene moet overeind kunnen komen bij de wederopstanding is de achterliggende gedachte.
Moslims begraven hun doden in Nederland met het hoofd naar het zuiden, de voeten naar het noorden en het gezicht naar het oosten, naar Mekka. „Niet het oosten, maar Mekka is bepalend. Mekka is het huis van Allah. Niet dat hij daar echt woont, maar het is een heilige plek.”