De duistere kanten van het koloniale verleden
Het koloniale verleden geldt tegenwoordig niet meer als een bron van trots, maar veeleer als iets waarvoor je je moet schamen. Dat is heel duidelijk ook de teneur van het boek ”Ons koloniale verleden in 50 voorwerpen”.
Aan de hand van een bepaald voorwerp wordt in een kort artikel steeds de andere kant van het koloniale verleden getoond. De samenstellers willen daarmee een fundamentele correctie geven op de vanouds gangbare eurocentrische geschiedschrijving.
Zeker rond het thema slavernij komt daarbij veel weerzinwekkends aan de orde. Bijvoorbeeld het brandijzer waarmee de slaven gemerkt werden. Dat begon al bij de aankoop in Afrika. Aan de andere kant van de oceaan werden ze opnieuw gebrandmerkt door hun nieuwe eigenaar. Werden ze nog een keer aan een andere plantagehouder verkocht dan kregen ze ook zijn brandmerk te verduren.
Weggelopen slaven die werden opgepakt waren zo gemakkelijk terug te bezorgen bij hun eigenaar. Dat leverde een ”vanggeld” op. In een advertentie in een Surinaamse krant uit 1825 beloofde de eigenaar honderd gulden per hoofd.In Nederlands-Indië kende men in de 19e eeuw het cultuurstelsel. Dat hield in dat boeren een vijfde deel van hun grond moesten gebruiken voor de verbouw van koffie, thee en andere exportproducten. De opbrengst daarvan kwam ten goede aan de Nederlandse schatkist. Dat geld werd hier onder meer gebruikt voor de aanleg van kanalen en spoorwegen.
Evenwicht
Nu is het, ook bij een alleszins gerechtvaardigde herziening van het geschiedenisbeeld, uiteraard wel van belang om het evenwicht in de gaten te houden. Dat is in dit boek nogal eens zoek. Te veel wordt de indruk gewekt dat mensen van kleur allemaal lang en gelukkig leefden totdat de Europese mogendheden deze idylle kwamen verstoren. Evenzo geldt de aanleg van plantages als een meedogenloze onderwerping van de natuur.
In werkelijkheid was de geschiedenis van de wereld buiten Europa ook voor de koloniale periode meestal niet zo vreedzaam. Er waren tal van wrede en despotische heersers en wat recht en rechtvaardig was zegevierde lang niet altijd. Wat nu aan de orde is in landen als Sudan, Syrië en Jemen kwam vroeger ook regelmatig voor. De koloniale veroveringsoorlogen waren wreed en kostten veel mensenlevens, maar schiepen tevens een bepaalde rechtsorde en stabiliteit.
Lombok
De latere premier Colijn was eind 19e eeuw betrokken bij de Lombok-oorlog. De bijdrage in het boek spreekt over de onderwerping van Lombok. Maar de werkelijkheid was gecompliceerder. De bevolking van Lombok was islamitisch, maar werd onderdrukt door de Balinese vorsten die het hindoegeloof aanhingen. Vandaar dat de inheemse Sasaks tegen hen in opstand kwamen. Zij riepen daarbij de hulp in van het Nederlands-Indische gouvernement. Vandaar de Lombok-oorlog.
Voor zover de zending in dit boek aan de orde komt is het geschetste beeld niet positief. Het Nederlandsch Zendeling Genootschap is overigens van 1797. De vermelding dat dat in het begin van de 17e eeuw dominees uitzond voor de kerstening van de Molukken kan dus niet kloppen.
Boekgegevens
”Ons koloniale verleden in 50 voorwerpen”, Valika Smeulders e.a. (red.); uitg. Alfabet; 319 blz.; € 49,99