Het Evangelie is getrouw en het wekt leven in zondaarsharten. Waar het ons raakt, ervaren we zelf hoe waar het is. Het neemt onze gedachten gevangen en leert ons Wie wij nodig hebben in leven en sterven. Het roept ons om het leven buiten onszelf te zoeken in de Heere Jezus Christus. Dat is geen vrijblijvende boodschap, maar alle aanneming waardig. Daarmee wordt het onvoorwaardelijke geloof bedoeld, waarmee we ons aan de Heere overgeven en ons op Zijn Woord verlaten. Wie het in ongeloof voorbijgaat, is schuldig voor God. Dan roept God u tot bekering. Hebt u uzelf al in het Woord teruggevonden? Dat brengt op de knieën om onze schuld aan de Heere te belijden en te bidden om vergeving. Waar alles ontbreekt, verkondigt het Evangelie ons Gods genade in de Heere Jezus Christus voor verloren zondaren.

„Als Paulus, de voornaamste zondaar, gered kon worden, dan kan het ook voor u en jou” - Ds. A.W. van der Plas

Daarvoor is Hij in de wereld gekomen als Gods Gave. Die wereld is vijandelijk gebied, hij ligt in het boze. Hij is vervreemd van God en verzet zich tegen Hem. Daarom sluit hij God buiten en heeft hij geen plaats voor Zijn Christus. De wereld is vol mensen die zichzelf verlossen willen en de zonde liever hebben dan Gods genade. Van die wereld maken u en ik van onszelf deel uit. Donker is het er, daar heerst de boze en hij houdt alles in zijn greep met de zonde. Maar juist daar is Christus gekomen om te redden wat verloren was. Hij heeft er Zijn leven voor gegeven als de Knecht des Heeren. In de tekst staat Zijn ambtsnaam voorop: Christus Jezus, gezalfde Zaligmaker. Hij is gekomen om de oorzaak van alle honger en kommer weg te nemen door de schuld van de zonde te verzoenen met Zijn eigen bloed. Christus zet als de Gezalfde van de Vader mensen in de ruimte die gebonden zaten in zonde en dood. Hij heeft macht om u te redden van de dood, volmacht om de zonden te vergeven. Er is plaats bij de Heiland en Hij maakt geen onderscheid. De tekst is zo algemeen mogelijk: zondaren. Het is alsof we de stem van de Heere horen: „Wend u tot Mij en word behouden, alle einden der aarde.” Zo vraagt de Heiland naar ons hart. Dat vraagt geloof. Het leert ons dat zalig worden enkel genade is. Paulus was de grootste van de apostelen. Maar als het om Gods genade gaat, noemt hij zichzelf de voornaamste van de zondaren.

Hij droeg de herinnering aan oude zonden mee als een bitter verdriet. Wanneer hij het goede wilde doen, merkte hij telkens dat het kwade nabij was. Daarom had hij Gods genade steeds meer nodig. Is dat uw leven ook? Paulus gaat u voor. Hij wil u moed geven wanneer u de Heere zoekt. U bent voor Christus nooit te slecht of te arm. Als Paulus, de voornaamste zondaar, gered kon worden, dan kan het ook voor u en jou. Wie in het geloof tot Jezus komt, wordt een ander mens. Hij leert u leven tot Gods eer en gaan op Zijn weg.

„Dit is een getrouw woord en alle aanneming waardig, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om de zondaren zalig te maken, van welke ik de voornaamste ben.” - 1 Timotheüs 1:15