Op een wachtlijst voor kleren, speelgoed of zorgartikelen. Veel hulporganisaties in Nederland worstelen met een toename van hulpvragen van mensen in armoede.
De vraag naar hulp voor basisbenodigdheden als brood of maandverband in Nederland neemt toe. Na een rondgang langs een kleine vierhonderd Nederlandse hulporganisaties die zich richten op armoedebestrijding concludeert het Armoedefonds dat meer dan de helft (54 procent) het aantal hulpvragen het afgelopen half jaar zag stijgen. 11 procent van de organisaties is nu genoodzaakt een wachtlijst te gebruiken, zo blijkt uit het rapport.
„Dat is meer dan een verdubbeling vergeleken met een halfjaar geleden. Toen was dit nog 5 procent”, zegt Henk de Graaf, directeur van het Armoedefonds. „Dit vinden wij schrikbarend.”
De mensen op deze wachtlijsten krijgen geen hulp terwijl zij wachten op bijvoorbeeld voedsel of kleding. „Ze moeten een andere manier bedenken om eten op tafel te krijgen of aan shampoo te komen”, zegt De Graaf.
Angst
De stijging van boodschappen- en energiekosten zijn de voornaamste oorzaken voor de toegenomen vraag om steun, stellen de hulporganisaties. Daarnaast lopen mensen volgens de organisaties vast in de bureaucratie. Zij durven geen toeslagen aan te vragen vanwege de angst dat zij deze later weer terug moeten betalen, of ze weten niet hoe zij dit online moeten doen.
„Afgelopen anderhalf jaar was er veel inflatie. Hierdoor zijn mensen door hun buffers heen”, zegt De Graaf. „Prijzen stijgen sneller dan de lonen. Mensen hebben geen spaargeld meer en zien zich genoodzaakt over het taboe heen te stappen en hulp te zoeken.”
Vooral organisaties die voedsel en verzorgingsbenodigdheden zoals menstruatieproducten bieden, zien dat meer mensen om hulp vragen. Daarnaast geldt dit bijvoorbeeld ook voor organisaties die kleding, speelgoed of uitjes bieden aan mensen die dit niet kunnen betalen.
De Graaf: „Menstruatieproducten lijken misschien niet duur, maar als je moet kiezen tussen je kinderen verzorgen of maandverband dan kies je voor brood voor je kinderen. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld wasmiddel. Het gaat dus echt om basisproducten, dat maakt het schrijnend.”
Niet stabiel
Het aantal hulpvragen stijgt al vijf jaar lang, ziet het Armoedefonds. Er staat daarom meer druk op de organisaties en zij kunnen niet altijd direct de nodige hulp bieden. Ongeveer 65 procent van de armoedehulporganisaties is financieel niet stabiel, zo blijkt uit het rapport. Zij moeten reserves en hulp van derden aanspreken om te blijven bestaan. Daarbij verwacht 70 procent van de organisaties dat het komend halfjaar het aantal hulpvragen verder toe zal blijven nemen.
„De beste oplossing is een einde van de armoede. Het zou mooi zijn als de inkomens omhooggaan”, zegt De Graaf.
Omdat dit structurele probleem niet eenvoudig op te lossen is, pleit het Armoedefonds voor meer geld naar lokale hulporganisaties. „Ondertussen staan duizenden mensen in Nederland op een wachtlijst voor armoedehulp. Structurele steun vanuit de overheid is nodig. Elke dag is er de kans dat iemand op een wachtlijst met honger naar bed gaat.”
Het Armoedefonds vroeg voor het onderzoek meer dan duizend verschillende (lokale) hulporganisaties in Nederland een vragenlijst in te vullen. Ongeveer vierhonderd organisaties beantwoordden deze vragen.
In 2022 liepen bijna 650.000 mensen risico op armoede, blijkt uit cijfers van het CBS. Cijfers blijven echter moeilijk omdat niet alle armoede zichtbaar is. Het Armoedefonds maakt zich ook zorgen over „werkende armen”. Een kwart van de mensen in armoede heeft betaald werk.
Judith Harmsen, Trouw
De Kleding- en Speelgoedbank Twenterand, in het Twentse dorp Vriezenveen, is even twee weken dicht, maar eigenlijk gaat dat nauwelijks, zo druk is het. „Diep triest eigenlijk”, zegt initiatiefnemer Erik Pezij. Zijn telefoon staat roodgloeiend. Vooral winterjassen zijn nu erg gewild. „Het wordt koud natuurlijk, dus er is veel vraag naar warme winterkleding. We krijgen hier veel gezinnen die tot voor kort prima konden rondkomen, maar nu door de gestegen kosten van energie, benzine en boodschappen in de problemen komen. We hebben zelfs een wachtlijst tegenwoordig.”
Ooit begon het in Twente met de Sinterklaasactie ”Ieder kind een Sint”. Acht jaar geleden regelde de stichting voor vijftig kinderen een cadeautje, dit jaar kregen 2600 kinderen uit gezinnen in financiële nood een presentje. Ondertussen is er bovendien het hele jaar hulp. „Het is mooi om te kunnen doen”, vindt Pezij. „Mensen gaan soms in tranen de deur uit, zo blij zijn ze met kleding of speelgoed. Maar het is een dubbel gevoel, want het is ook erg dat dit nodig is in Nederland.”
Julius Dullaert, Trouw
Het afgelopen jaar was er bij SchuldHulpMaatje Zuid-Kennemerland meer vraag om hulp, ziet coördinator Pieter de Jong. Vrijwilligers van de organisatie helpen mensen in armoede met hun financiën, bijvoorbeeld als zij schulden hebben. „Het is enerzijds nog nasleep van de coronatijd. Het duurt even voordat men met schulden naar buiten komt. Daarbovenop komen de energiecrisis en hogere kosten van levensonderhoud. De vaste lasten zijn gestegen.”
SchuldHulpMaatje kan de mensen bijvoorbeeld helpen een budgetplan op te stellen, of meer inzicht te geven in hun geldzaken. Voor de vrijwilligers is deze hulp de afgelopen tijd ingewikkelder geworden. „Er zijn veel nieuwe regels om mensen te ondersteunen, zoals het energieplafond dat nu net weer afgeschaft is. Om hierbij te kunnen helpen, hebben we meer specialisme en kennis nodig.” De organisatie heeft vooralsnog genoeg vrijwilligers en begeleidt ongeveer vijftig personen.