De Rotterdamse gemeenteraad heeft op de laatste vergadering van het jaar ingestemd met de komst van een derde stadsbrug over de Maas. De nieuwe oeververbinding moet de wijken Kralingen en De Esch aan de oostflank en IJsselmonde/Feijenoord en de rest van de zuidkant met elkaar verbinden.
Maar eigenlijk is niemand in Rotterdam echt blij met de brug als gekozen vorm. Bijna de voltallige raad, geraadpleegde omwonenden en de scheepvaartsector wilden eigenlijk een tunnelverbinding. Met daarin hoogwaardige voorzieningen voor fietsers, voetgangers en het openbaar vervoer. Een tunnel, die begroot is op 3 miljard euro, blijkt echter te duur.
De nu gekozen oplossing kost naar schatting ongeveer de helft van dat bedrag. Het rijk wil alleen meebetalen aan een oeververbinding waar ook auto’s gebruik van kunnen maken.
Met name de bewoners van de wijk De Esch, gesteund door de oppositie, zijn boos over het plan zoals het er nu ligt. De brug zou waardevol natuurgebied langs de Maas bedreigen. Ook vrezen de bewoners grote verkeersoverlast omdat over de nieuwe brug dagelijks meer dan 10.000 auto’s zullen rijden. De scheepvaartsector vreest voor gevaarlijke situaties omdat de brug niet ver van een bocht komt te liggen.
De nieuwe oeververbinding voor het traject tussen Zuidplein en Kralingse Zoom is nodig omdat Rotterdam de komende jaren 30.000 woningen wil realiseren aan de zuid- en oostkant van de stad. Het hele plan moet de stad ook 30.000 nieuwe arbeidsplaatsen opleveren.
Naast het bouwen van de brug, andere infrastructuur, het nieuwe treinstation Stadionpark en de woningen wil Rotterdam in het gebied dat loopt van de wijk Prinsenland tot het Zuidpleingebied ook grote groenvoorzieningen aanleggen.
De totale kosten zijn nog niet exact bekend, maar lopen in de miljarden. Het hele project bevindt zich nog in de voorbereidende fase. Wanneer er precies begonnen wordt met de werkzaamheden is nog niet bekend. Wethouder Vincent Karremans (buitenruimte en mobiliteit) heeft wel een symbolische streefdatum van 3 maart 2033 (3-3-’33) genoemd als dag dat de brug in gebruik wordt genomen.
Het rijk neemt iets meer dan de helft van de kosten op zich. Rotterdam iets minder dan een derde, en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) en de provincie Zuid-Holland de rest.