Economie

„Het ambt bedwingt mijn rechtervoet"

Hij houdt van opschieten, maar vindt zichzelf geen scheurijzer. Hij strooit met termen zoals paardenkrachten en wielbasis, maar geeft geen cent extra voor lichtmetalen velgen. Bij het kopen van een auto let ds. C. L. Onderdelinden slechts op twee dingen: de stoel en het rijgedrag.

Frank van de Beek
10 February 2005 09:40Gewijzigd op 8 September 2022 07:53
OLDEBROEK – Hoewel de Volkswagen Sharan van ds. C. L. Onderdelinden een sportief karakter heeft, geeft de predikant weinig om de vele extra’s. „Bij aankoop kijk ik vooral naar functionaliteit. Door mijn rugklachten is een goede stoel met dito zithouding
OLDEBROEK – Hoewel de Volkswagen Sharan van ds. C. L. Onderdelinden een sportief karakter heeft, geeft de predikant weinig om de vele extra’s. „Bij aankoop kijk ik vooral naar functionaliteit. Door mijn rugklachten is een goede stoel met dito zithouding

Een diepzwarte Volkswagen Sharan staat voor de pastorie van de vrije oud gereformeerde gemeente in Oldebroek. Getint glas en een verlaagd onderstel verraden het sportieve karakter van dit Duitse product. De volledig in rood uitgevoerde letters TDI op de achterkant bevestigen dit; onder de motorkap staan 130 paardenkrachten te trappelen om deze MPV met 1.9 liter dieselmotor naar topsnelheden te brengen.

Terwijl liefhebbers watertanden bij deze uitvoering -de nieuwwaarde bedraagt ruim 40.000 euro-, reageert eigenaar ds. Onderdelinden nuchter. „Bij de aankoop van een auto kijk ik vooral naar functionaliteit. Door mijn rugklachten is een goede stoel met dito zithouding erg belangrijk. De rest mag er bij wijze van spreken worden afgezaagd.”

De predikant koopt doorgaans tweedehands ruimtewagens, die door de hoge zitting meer comfort bieden tijdens de 50.000 kilometer die hij jaarlijks aflegt. „Zo kwam ik uit bij deze Sharan. De ruimte in deze auto vind ik niet van belang en de extra’s zijn leuk meegenomen. Een letter minder in rood was ook voldoende geweest.”

Als ds. Onderdelinden op zoek gaat naar een andere auto, gaat de voorkeur uit naar gedekte kleuren. Rood en wit vallen daarmee af.

Het poetsen van de auto is aan ds. Onderdelinden niet besteed. „Voor een preekbeurt elders in het land haal ik de auto niet eerst door de wasstraat. Eén keer per week is voldoende. Toch wil ik er netjes bij rijden. Daarom laat ik een eventueel deukje direct repareren. Wat heb je aan praatjes?”

Ds. Onderdelinden zegt vrijwel nooit een beroep te doen op alle paardenkrachten. „Ik rijd wel door, maar scheur niet met gierende banden weg. Die leeftijd ben ik te boven. De wielophanging krijgt dan in de bochten zulke opdoffers. Als predikant kan ik het eigenlijk ook niet maken. Het ambt bedwingt mijn rechtervoet.”

Bij het kopen van een andere auto -de predikant ruilt iedere vier jaar in- komt de handelsgeest in hem naar boven. Gewapend met een koerslijst van de ANWB stapt hij bij diverse dealers binnen. Het lukt hem regelmatig forse kortingen te bedingen. „Een dealer zei eens: „Als u bent uitgepreekt, mag u bij ons verkoper worden.” Ik wil overigens een ondernemer niet uitmergelen. Ik moet er een volgende keer ook terechtkunnen.”

Hoewel de pastor geen duidelijke passie heeft voor auto’s, gaat zijn voorkeur wel uit naar Volkswagen en Audi. „Nog niet zo lang geleden heb ik een Opel Zafira geprobeerd. De stoelen vond ik echter meer op gestoffeerde tuinbanken lijken. Verder vind ik Volkswagens betrouwbaar. Ik ben om mijn rug veroordeeld tot een MPV, anders kocht ik een Golf. Met die dingen rijd je de hele wereld over.”

De predikant, vader van twee kinderen, betwijfelt of zijn collega’s relatief grote auto’s bezitten. „Ik denk dat veel predikanten een middenklasser rijden. Met een groot gezin kunnen ze echter gedwongen zijn tot de aanschaf van een grote auto. Predikant of gemeentelid, beiden moeten matigheid en soberheid laten zien. Ik ben wel eens bang dat mensen te veel geld investeren in een auto.”

Een Mercedes zal ds. Onderdelinden nooit rijden. „Veel te veel status. Mijn gemeente moet niet de indruk krijgen dat ze moet betalen voor een ster op de motorkap. Dat wil niet zeggen dat niemand Mercedes kan rijden. Wat voor de Koningin functioneel is, geldt voor mij als belachelijke luxe.”

Dit is het vijfde deel in een serie over autobezit en autogebruik in de gereformeerde gezindte. Vrijdag deel 6.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer