Vacatureberg in onderwijs: „Klaag niet over werkdruk”
In het onderwijs ontstonden vorig schoolseizoen ruim 41.000 vacatures. Aan leraren voor verplichte vakken als Nederlands en Engels, waarin leerlingen eindexamen moeten doen, was het tekort het grootst.
Een daling van het lerarentekort is in de nieuwe CBS-cijfers nog altijd niet in zicht. Ook aan ondersteunend personeel, zoals begeleiders, roostermakers en conciërges, hebben scholen gebrek. Binnen het mbo was er in het schooljaar 2022-2023 zelfs meer vraag naar dit soort medewerkers dan naar docenten.
Op basisscholen in de Randstad was de situatie het nijpendst: het gros van de vacatures zat in regio’s rond Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. „De nood is in het westen hoger dan in het oosten”, ziet ook Johan van Arnhem, woordvoerder van het project endanbenjeleraar.nl, in het christelijk en reformatorisch onderwijs. Op de scholengroep in Staphorst, waar hij zelf werkt, zijn momenteel bijvoorbeeld geen vacatures – zelfs eerder een overschot dan een tekort.
Hoe de scholen dat voor elkaar krijgen? „We timmeren flink aan de weg”, legt Van Arnhem uit. Neem het project ”Meer mannen voor de klas”, waarbij pabostudenten worden benoemd met baangarantie en een volledig betaalde studie. „Die aanpak is vrij uniek. Goede vrouwen nemen we overigens ook aan”, verzekert Van Arnhem.
De meester vermoedt dat de regionale verschillen ook te maken hebben met de mentaliteit van de leerlingen. „Kinderen in het westen zijn mondiger. Dat geeft meer ordeproblemen, wat de baan minder aantrekkelijk maakt.” In het middelbaar onderwijs spelen regionale verschillen volgens hem minder.
Studiedagen
Voor het lerarentekort is al jaren ruimschoots aandacht en tal van campagnes prijzen werken in het onderwijs aan. Valt er eigenlijk nog wel iets aan het probleem te doen? „We moeten met z’n allen uitstralen dat het leuk is om in het onderwijs te werken”, vindt Van Arnhem. „Vaak beginnen mensen meteen over de werkdruk. Afgelopen jaar werden de salarissen voor docenten in het basis- en voortgezet onderwijs gelijkgetrokken. Meteen hoor je dan: Ja, maar dat is niet voldoende.”
Het is maar net hoe een school omgaat met werkdruk, betoogt hij. „Ik heb ook m’n studiedagen, maar geen zes of zeven per jaar, zoals ik van anderen weleens hoor. En sommige docenten moeten de laatste week van de zomervakantie vergaderen. Nou, als je als team gewoon afspreekt dat de school gewoon goed draait, is dat soort ballast niet nodig. Nuchterheid, dát moet terugkomen in het onderwijs.”
Het enige wat de onderwijsinspectie van scholen verwacht is dat ze goed onderwijs geven, stelt Van Arnhem. „Die vraagt echt niet naar complete plannen en mappen en beleidsdocumenten. Ja, je moet een schoolplan maken. Ik weet dat sommige scholen dagenlang bezig zijn met een epistel van tachtig bladzijden. Dan heb je het op papier goed voor elkaar, maar ben je wel veel tijd kwijt. Wij hebben voor zo’n plan slechts één studiedag gehad waarin we uitwerkten wat we praktisch gaan doen.”