Vissers mogen in 2024 op de Noordzee 60 procent minder tong vangen dan dit jaar. Volgens brancheorganisatie VisNed uit Urk zijn onderhandelaars van de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk het daarover eens geworden.
De korting is gelijk aan het advies dat onderzoeksinstituut ICES in juni uitbracht.
De vangstrechten van Europese vissers worden traditioneel vastgesteld in de decembervergadering van de raad van visserijministers. Die komt zondag en maandag bijeen. Volgens VisNed is het belang van de raad sinds de brexit echter „gedevalueerd”. De feitelijke onderhandelingen tussen de tegenwoordig drie partijen die de visstand in de Noordzee beheren –de EU, het VK en Noorwegen– vinden vooraf al plaats.
Minister Pet Adema (LNV) zei donderdag in de Tweede Kamer al dat hij „niks meer kon veranderen” aan de uitkomst. De Kamer vroeg hem op initiatief van de SGP om zich in te zetten voor een halvering van de korting.
VisNed noemt de korting van het tongquotum „een ramp voor de gedecimeerde vloot die nog op tong vist”. Tong is voor Nederlandse Noordzeevissers een van de belangrijkste soorten. Ondanks de forse sanering van de vloot ziet het er volgens VisNed naar uit dat het quotum door de resterende schepen volgend jaar in september al is opgevist.
Ook in 2022 en 2023 werd het tongquotum flink verlaagd. Volgens de biologen is het bestand volwassen tong tot onder het veilige zogeheten voorzorgsniveau gedaald. Als het nog verder terugloopt, komt de voortplanting in gevaar.
Het scholquotum gaat conform het advies licht omhoog, dat voor Noorse kreeft licht omlaag. De vangst van wijting mag meer dan verdubbeld worden.